ECLI:NL:RBROT:2024:13365
Rechtbank Rotterdam
- Verschoning
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verschoningsverzoek in een civiele procedure
In de zaak met kenmerk 690496 HA RK 24-1110 heeft de Rechtbank Rotterdam op 5 december 2024 een verzoek tot verschoning toegewezen. De rechter, mr. V.F. Milders, had eerder een vonnis gewezen in een hoofdzaak tussen dezelfde partijen, waarin de Hoge Raad een arrest had gegeven naar aanleiding van prejudiciële vragen van eiser. Dit leidde tot een vonnis op 29 maart 2024, waarin eiser niet ontvankelijk werd verklaard in zijn verzet. Eiser heeft vervolgens een nieuwe dagvaarding uitgebracht met een vergelijkbare inhoud, maar met de stelling dat het om een nieuwe procedure ging. De rechter heeft in deze omstandigheden voldoende reden gezien om zich van de zaak te mogen verschonen, om elke schijn van partijdigheid te voorkomen. De verschoningskamer heeft de aangevoerde omstandigheden beoordeeld en geconcludeerd dat er geen aanwijzingen waren dat de rechter subjectief niet onpartijdig was, maar dat de objectieve vrees voor onpartijdigheid gerechtvaardigd was. Het verzoek tot verschoning werd daarom toegewezen.