In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 26 november 2024, wordt de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] behandeld. De gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering heeft op 17 oktober 2024 een verzoek ingediend om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor de duur van een jaar. De kinderrechter heeft op 26 november 2024 een mondelinge behandeling gehouden, waarbij de moeder, de pleegouders en vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er een goede samenwerking is tussen de pleegouders en de moeder, maar dat de regie van de GI nog noodzakelijk is vanwege zorgen over de ontwikkeling van de kinderen.
De kinderrechter heeft overwogen dat er onveranderd zorgen zijn over de ontwikkeling van [minderjarige 1], die te maken hebben met haar incontinentie en de onrust rondom de vader. De moeder heeft ingestemd met het verzoek tot verlenging en heeft aangegeven dat het belangrijk is dat de kinderen goed worden opgevangen in het pleeggezin. De pleegouders hebben ook hun steun voor het verzoek uitgesproken. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de noodzakelijke hulpverlening in het gedwongen kader moet worden voortgezet en dat de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van een jaar moeten worden verlengd.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hoger beroep kan worden ingesteld door de verzoeker en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.