Op 4 december 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht betreffende de verlenging van de uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2010. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder van de minderjarige, haar advocaat mr. M.G. Hoogerwerf, en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West aanwezig waren. De kinderrechter heeft de minderjarige gehoord en de zorgen over zijn gedrag, waaronder drugsgebruik en problemen op school, zijn besproken. De Raad heeft verzocht om de minderjarige voorlopig onder toezicht te stellen en een machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen voor de duur van drie maanden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige, gezien zijn problematische verleden en de huidige situatie. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 22 februari 2025 en verklaard dat de beslissing uitvoerbaar bij voorraad is, wat betekent dat deze direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De beslissing is openbaar uitgesproken en op schrift gesteld op 16 december 2024.