Op 17 december 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking uitgesproken in de zaak van de Raad voor de Kinderbescherming, regio Rotterdam-Dordrecht, betreffende de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders, [naam 1] en [naam 2], belast zijn met het ouderlijk gezag over de kinderen, maar dat er ernstige zorgen zijn over de opvoedomgeving. De Raad heeft op 6 november 2024 een verzoek ingediend om de kinderen onder toezicht te stellen en de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] te verlengen. Tijdens de zitting op 17 december 2024 zijn de ouders, de Raad en vertegenwoordigers van de GI aanwezig geweest. De kinderrechter heeft de mening van de kinderen gehoord en vastgesteld dat er een onveilige en instabiele opvoedomgeving is, met zorgen over de emotionele beschikbaarheid van de ouders.
De kinderrechter heeft geoordeeld dat de wettelijke criteria voor ondertoezichtstelling zijn vervuld en heeft de kinderen onder toezicht gesteld voor de duur van een jaar. Tevens is de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] verlengd voor zes maanden, tot 25 juni 2025. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is dat er een jeugdbeschermer betrokken wordt bij het gezin om de noodzakelijke hulpverlening te coördineren. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de ouders hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze beslissing.