4.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 11 september 2022 te Rotterdam als verkeersdeelnemer,
namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), zich zodanig heeft
gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden
door met dat motorrijtuig aanmerkelijk
onvoorzichtig en/of onoplettend en/of onachtzaam en/of met verwaarlozing van de
te dezen geboden zorgvuldigheid te rijden op de voor het openbaar verkeer
openstaande weg, de Willem Ruyslaan, komende uit de richting van de Oudedijk,
gaande in de richting van de Oostzeedijk,
welk genoemd rijgedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen daar, terwijl hij
een voetgangersoversteekplaats was genaderd
- een mobiele telefoon heeft bediend en
- aldus doende zijn aandacht niet voortdurend op de weg vóór zich heeft
gehouden en
- zijn snelheid in onvoldoende mate heeft verminderd en aangepast aan de situatie
en plaatselijke omstandigheden en
- vervolgens tegen een voetganger, [slachtoffer] , die doende was op voormelde
oversteekplaats de weg over te steken, is aangereden,
waardoor die [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel te weten:
breuken van het rechterscheenbeen en rechterkuitbeen en
- een breuk van de laatste borstwervel en eerste lendenwervel
en
- een breuk aan de rechterzijde van het voorhoofdsbeen, doorlopend tot in het
slaapbeen), werd toegebracht.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.