Op 8 november 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, geboren in 2011, die onder toezicht is gesteld. De kinderrechter heeft een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp, omdat de situatie van de minderjarige ondanks intensieve hulpverlening niet is verbeterd. De gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering heeft verzocht om een gesloten plaatsing, gezien de ernstige gedragsproblemen en het risico op delictgedrag. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 november 2024 waren de minderjarige, zijn moeder, en vertegenwoordigers van de GI aanwezig. De vader was niet verschenen, ondanks dat hij correct was opgeroepen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige in voorlopige hechtenis zit en dat er grote zorgen zijn over zijn ontwikkeling. De kinderrechter oordeelt dat een gesloten plaatsing noodzakelijk is om de minderjarige te beschermen en hem de benodigde hulp te bieden. De machtiging is verleend voor de duur van drie maanden, van 8 november 2024 tot 8 februari 2025. De kinderrechter heeft het verzoek van de GI voor een open plaatsing afgewezen, omdat dit niet toereikend zou zijn voor de problematiek van de minderjarige. De beslissing is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen drie maanden na de uitspraak.