Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van de onder 1 impliciet primair ten laste gelegde poging tot doodslag;
- bewezenverklaring van het onder 1 impliciet subsidiair (poging tot zware mishandeling), 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 192 dagen, met aftrek van voorarrest, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar met de bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich houdt aan de afspraken en aanwijzingen van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west (hierna: jeugdreclassering), meewerkt aan het vinden en behouden van een zinvolle dag- en vrije tijdsbesteding, meewerkt aan een behandeling vanuit Youz of een vergelijkbare dan wel forensische GGZ-instelling (ook indien dit dagbehandeling betreft) en of andere eventueel door de jeugdreclassering nodig geachte hulpverlening en zich houdt aan een contactverbod met het slachtoffer [slachtoffer] ;
- met opdracht aan de jeugdreclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
- geen contact heeft met het slachtoffer;
- meewerkt aan behandeling vanuit Youz of een vergelijkbare dan wel forensische GGZ-instelling (ook indien dit dagbehandeling betreft) en of andere eventueel
door de jeugdreclassering nodig geachte hulpverlening;
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
voor de duur van 192 (honderdtweeënnegentig) dagen;
180 (honderdtachtig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaren;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan jeugdreclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
€ 3.636,32 (zegge: drieduizendzeshonderdzesendertig en tweeëndertig cent ), bestaande uit € 1.136,32 aan materiële schade en € 2.500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 14 oktober 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer] te betalen €
3.636,32(hoofdsom,
zegge:
drieduizendzeshonderdzesendertig en tweeëndertig cent ), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 oktober 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;