ECLI:NL:RBROT:2024:13240

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 november 2024
Publicatiedatum
7 januari 2025
Zaaknummer
C/10/686298 / JE RK 24-2053
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling in een jeugdzorgzaak met betrekking tot minderjarigen

Op 19 november 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, die verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling (OTS) voor de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De OTS werd eerder verlengd tot 27 november 2024, maar de GI heeft nu verzocht om een verlenging voor de duur van een jaar. De kinderrechter heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren gehouden, waarbij de vader aanwezig was en de moeder niet. De kinderrechter heeft [minderjarige 1] uitgenodigd voor een kindgesprek, maar zij heeft hiervan geen gebruik gemaakt.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders, die belast zijn met het ouderlijk gezag, niet in staat zijn om op een constructieve manier met elkaar te communiceren, wat leidt tot een ernstige bedreiging van de ontwikkeling van de kinderen. De hulpverlening vanuit Coach-Point en Enver is als ontoereikend beoordeeld, en er is een MST-CAN-traject voorgesteld als laatste optie om de situatie te verbeteren. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de wettelijke criteria voor verlenging van de OTS zijn vervuld en heeft de OTS verlengd tot 27 november 2025, met de beschikking dat deze uitvoerbaar bij voorraad is verklaard.

De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. W.J. Loorbach, kinderrechter, en is op schrift gesteld op 29 november 2024. Hoger beroep kan worden ingesteld door de verzoeker en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/686298 / JE RK 24-2053
Datum uitspraak: 19 november 2024
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West,
gevestigd te Gouda, hierna te noemen: de GI,
over
[minderjarige 1],
geboren op [geboortedatum 1] 2012 in [geboorteplaats] , hierna te noemen: [minderjarige 1] ,
[minderjarige 2],
geboren op [geboortedatum 2] 2014 in [geboorteplaats] , hierna te noemen: [minderjarige 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam 1],
hierna te noemen: de moeder, wonende in [woonplaats 1] ,
[naam 2],
hierna te noemen: de vader, wonende in [woonplaats 2] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 23 september 2024, binnengekomen bij de rechtbank op dezelfde datum.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 19 november 2024. Daarbij waren aanwezig:
- de vader;
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam 3] (
via telefonische verbinding gehoord).
1.3.
De moeder is niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat de moeder wel juist is opgeroepen.
1.4.
De kinderrechter heeft [minderjarige 1] uitgenodigd voor een kindgesprek om haar mening kenbaar te maken. [minderjarige 1] heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.

2.De feiten

2.1.
De moeder en de vader zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] .
2.2.
[minderjarige 1] en [minderjarige 2] wonen bij de moeder.
2.3.
Bij beschikking van 24 november 2023 is de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] verlengd tot 27 november 2024.

3.Het verzoek

De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] te verlengen voor de duur van een jaar. De GI verzoekt de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

4.Het standpunt van de GI

De GI handhaaft ter zitting het verzoek en licht het als volgt toe. Er is hulpverlening ingezet vanuit Coach-Point en Enver, maar dit is ontoereikend gebleken. De laatste mogelijkheid om de situatie te verbeteren is het inzetten van het MST-CAN-traject, gericht op de communicatie tussen de ouders en hulpverlening voor de kinderen. Op 4 oktober 2024 heeft een intakegesprek plaatsgevonden en het MST-CAN-traject kan naar verwachting starten in december 2024. Het gedwongen kader blijft noodzakelijk, omdat het risico bestaat dat de moeder niet meewerkt aan het MST-CAN-traject in het vrijwillig kader.

5.Het standpunt van de vader

Door de vader wordt ter zitting het volgende naar voren gebracht. De omgangsregeling wordt niet nageleefd en de vader heeft de kinderen de afgelopen twee maanden niet kunnen zien, omdat de moeder dit tegenhoudt. Daarnaast betreurt de vader de betrokkenheid van de GI. De afgelopen jaren heeft de GI onvoldoende ingezet om de situatie te verbeteren en er wordt vaak van jeugdbeschermer gewisseld.

6.De beoordeling

6.1.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter overweegt hiertoe het volgende.
6.2.
[minderjarige 1] en [minderjarige 2] worden nog altijd ernstig in hun ontwikkeling bedreigd. Er is sprake van jarenlange strijd tussen de ouders. De problemen in de oudercommunicatie, zoals genoemd in de beschikking van 24 november 2023, bestaan nog onverminderd. De ouders zijn niet in staat om op een constructieve manier met elkaar te communiceren en beslissingen te nemen in het belang van de kinderen. De kinderen zijn deelgenoot van de problematiek van de ouders, zij ervaren spanningen en zij verkeren in een loyaliteitsconflict. Daarnaast verloopt de omgangsregeling tussen de vader en de kinderen onvoldoende. Hulpverlening van Coach-Point en Enver is ontoereikend gebleken om het langdurige patroon in de verstoorde oudercommunicatie te doorbreken. Het gezin is aangemeld voor het MST-CAN-traject, gericht op het verbeteren van het systeem rondom Maylou en [minderjarige 2] en om de onderliggende angst van de moeder aan te pakken, waardoor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] (emotionele) ruimte gaan ervaren om onbelast contact met de vader te hebben. De betrokkenheid van een jeugdbeschermer blijft noodzakelijk om het MST-CAN-traject te volgen. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] verlengen voor de duur van een jaar (artikel 1:260, eerste lid, BW). Het is hierbij belangrijk dat het MST-CAN-traject als laatste optie door de GI wordt ingezet, gezien het lange tijdsverloop van de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] . Met het MST-CAN-traject wordt een laatste kans geboden om de situatie te verbeteren.

7.De beslissing

De kinderrechter:
7.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] tot 27 november 2025;
7.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 19 november 2024 door mr. W.J. Loorbach, kinderrechter, in aanwezigheid van M.Y.R. Veldkamp als griffier, en op schrift gesteld op 29 november 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.