Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 15 juli 2024, met bijlagen 1-4;
- de zittingsaantekeningen van de rolzitting van 8 augustus 2024.
- de heer R. Visser (AGIN Timmermans Gerechtsdeurwaarders),
- de heer [persoon A] (Friesland Lease).
2.De zaak in het kort
Operational Lease Leasecontract”) getekend. Friesland Lease heeft zich verbonden tot het financieren van de aanschaf en het onderhoud van een Babboe Curve-E bakfiets met regentent en andere specifieke accessoires. De aanschafprijs van de bakfiets bedroeg € 2.749,00. De aanschafprijs van de accessoires bedroeg € 418,80, inclusief verwijderingsbijdrage. [gedaagde] heeft zich verbonden tot het betalen van 36 gelijke maandelijkse termijnen van € 123,42 inclusief btw. In de overeenkomst staat:
4.Het geschil
- [gedaagde] te veroordelen aan haar € 2.278,05 te betalen, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over € 1.729,03 vanaf 10 juli 2024 tot de dag van betaling;
- [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
5.De beoordeling
operational leaseovereenkomst tussen Friesland Lease en [gedaagde] anderzijds. In de overeenkomst tussen Friesland Lease en [gedaagde] is specifiek bepaald welke bakfiets met welke accessoires [gedaagde] in gebruik krijgt en van welke leverancier de bakfiets wordt gekocht (Babboe). Friesland Lease heeft die bakfiets vervolgens van Babboe gekocht en aan [gedaagde] in gebruik gegeven. Friesland Lease is eigenaar geworden van de bakfiets. [gedaagde] mocht de bakfiets gebruiken en verkreeg een recht om de bakfiets van Friesland Lease te kopen. Op grond van artikel 7:74 aanhef en onder b BW jo. 7:84 lid 1 BW gaat het hier om een overeenkomst van goederenkrediet.