ECLI:NL:RBROT:2024:13234

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 december 2024
Publicatiedatum
6 januari 2025
Zaaknummer
11245537 CV 24-3557
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake goederenkredietovereenkomst tussen Friesland Lease B.V. en een eenmanszaak met betrekking tot een bakfiets

In deze zaak heeft Friesland Lease B.V. een vordering ingesteld tegen een eenmanszaak, vertegenwoordigd door de gedaagde, die een bakfiets had geleased. De gedaagde heeft de bakfiets voor het einde van de leaseperiode teruggegeven en Friesland Lease vordert nu betaling van openstaande leasetermijnen en een beëindigingsvergoeding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde geen consument is, aangezien de leaseovereenkomst is aangegaan onder de handelsnaam van zijn eenmanszaak. De kantonrechter heeft Friesland Lease toegestaan om de berekening van de beëindigingsvergoeding bij akte toe te lichten, omdat het onduidelijk is hoe deze is berekend. De gedaagde heeft de bakfiets in gebruik genomen, maar heeft de laatste facturen niet betaald. De kantonrechter heeft de zaak aangehouden voor verdere behandeling en heeft Friesland Lease in de gelegenheid gesteld om een gedetailleerde berekening van de beëindigingsvergoeding te overleggen. De gedaagde zal hierop kunnen reageren in een antwoordakte.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Dordrecht
zaaknummer: 11245537 CV EXPL 24-3557
datum uitspraak: 19 december 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
FRIESLAND LEASE B.V.
Vestigingsplaats Drachten,
eiseres,
gemachtigde: M.P.A. Roelants (AGIN Timmermans Gerechtsdeurwaarders),
tegen
[gedaagde], die handelt onder de naam [handelsnaam] ,
Woonplaats [woonplaats 1] (voorheen [woonplaats 2] ),
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Friesland Lease’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 15 juli 2024, met bijlagen 1-4;
  • de zittingsaantekeningen van de rolzitting van 8 augustus 2024.
1.2.
Op 11 december 2024 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij waren aanwezig:
  • de heer R. Visser (AGIN Timmermans Gerechtsdeurwaarders),
  • de heer [persoon A] (Friesland Lease).
1.3.
[gedaagde] is niet verschenen. Hij heeft ook zijn mondeling verweer tijdens de zitting van 8 augustus 2024 niet schriftelijk aangevuld, hoewel hij daartoe in de gelegenheid was gesteld.

2.De zaak in het kort

2.1.
[gedaagde] heeft bij Friesland Lease een bakfiets geleased. [gedaagde] is geen consument. Hij heeft die bakfiets voor het einde van de overeengekomen leaseperiode teruggegeven. Friesland Lease vordert betaling van de openstaande leasetermijnen en van een beëindigingsvergoeding. De kantonrechter laat Friesland Lease toe om de berekening van de beëindigingsvergoeding bij akte toe te lichten. [gedaagde] zal daarop mogen reageren.
3. De feiten
3.1.
Friesland Lease is een leasebedrijf. Onder het label “Leasefiets” biedt zij ook fietsen in lease aan.
3.2.
[gedaagde] heeft een eenmanszaak onder de naam “ [handelsnaam] ”. Volgens het handelsregister houdt [handelsnaam] zich bezig met bouw en verbouwwerkzaamheden.
3.3.
[gedaagde] en Friesland Lease hebben op 24 juni 2021 een overeenkomst (“
Operational Lease Leasecontract”) getekend. Friesland Lease heeft zich verbonden tot het financieren van de aanschaf en het onderhoud van een Babboe Curve-E bakfiets met regentent en andere specifieke accessoires. De aanschafprijs van de bakfiets bedroeg € 2.749,00. De aanschafprijs van de accessoires bedroeg € 418,80, inclusief verwijderingsbijdrage. [gedaagde] heeft zich verbonden tot het betalen van 36 gelijke maandelijkse termijnen van € 123,42 inclusief btw. In de overeenkomst staat:
“Op de Leaseovereenkomst zijn de Algemene Voorwaarden Zakelijke Leasefiets, eventuele Aanvullende Voorwaarden en de Verzekeringsvoorwaarden van toepassing. Bij tegenstrijdige afspraken is dit Leasecontract leidend. De Algemene en Verzekeringsvoorwaarden zijn te vinden op www.leasefiets.nl/documenten, de eventuele Aanvullende Voorwaarden zijn als bijlage bij dit Leasecontract gevoegd.”
3.4.
In de Algemene Voorwaarden Zakelijke Leasefiets staat (voor zover relevant):
“Artikel 4 — Rechtsverhouding
De Operationele leaseovereenkomst strekt ertoe om u het gebruiksrecht van het voertuig te verschaffen. Leasefiets blijft steeds eigenaar van het voertuig.
(…)
Artikel 6 — Levering voertuig
6.1
Het voertuig wordt geleverd bij de Leverancier van uw keuze of bij een door Leasefiets te selecteren Leverancier.
6.2
Voor ons is het van belang dat u zelf het voertuig in ontvangst neemt bij de leverende Leverancier. Voordat het voertuig aan u wordt geleverd, ondertekent u samen met de leverancier. Neem ook uw identiteitsbewijs mee, zodat de Leverancier uw handtekening kan controleren.
(…)
Artikel 12 — Reparatie en onderhoudsbeurt
(…)
12.3
Als het voertuig een defect heeft dat gerepareerd moet worden, dan kunt u dit eveneens na een afspraak laten repareren bij de erkende speciaalzaak voor het betreffende merk. Ook daarvoor geldt dat u bij het aanbieden van het voertuig voor reparatie moet mededelen dat het voertuig eigendom is van Leasefiets en dat Leasefiets om toestemming moet worden gevraagd.
12.4
Leasefiets betaalt de kosten voor reparatie of de onderhoudsbeurt rechtstreeks aan de erkende speciaalzaak
voor het betreffende merk, op voorwaarde dat Leasefiets vooraf toestemming heeft gegeven voor de reparatie of de onderhoudsbeurt. Voor reparatie en onderhoud in het buitenland waarvoor Leasefiets toestemming heeft gegeven, kunt u zelf de kosten betalen. U moet dan vragen om een factuur die op naam van Leasefiets is gesteld. Deze (originele) factuur stuurt u samen met een bewijs van betaling aan Leasefiets. De kosten worden dan - tot het bedrag waarvoor toestemming is gegeven - door Leasefiets aan u vergoed.
(…)
Artikel 15 — Opzegging leaseovereenkomst voor einde Leaseperiode
15.1
U kunt het contract vroegtijdig beëindigen, onder de voorwaarde dat u dit ten minste twee maanden van tevoren schriftelijk kenbaar maakt en u Leasefiets een opzeggingsvergoeding betaalt. Deze vergoeding wordt vastgesteld via een hercalculatie van de Leasetermijnen welke berekend wordt op basis van historische grondslagen en de werkelijk verstreken looptijd. Een herberekening vindt met terugwerkende kracht plaats vanaf het moment van beschikbaarstelling van het voertuig. De som van de - op basis van hercalculatie – werkelijk verstreken Leasetermijnen zal verminderd worden met de reeds betaalde Leasetermijnen. Indien Leasefiets extra kosten moet maken om de leaseovereenkomst vroegtijdig te beëindigen, dan is Leasefiets te allen tijde gerechtigd deze extra kosten, voorzien van specificatie, bij u in rekening te brengen.
(…)
Artikel 23 — Koopoptie
23.1
U heeft het eerste recht van koop met betrekking tot het voertuig. Wanneer u hiervan gebruik wenst te maken, kunt u minimaal 1 maand voor het einde van de leaseovereenkomst bij Leasefiets de prijs opvragen waartegen u het voertuig kunt overnemen.
(…)”
3.5.
[gedaagde] heeft de bakfiets in september 2021 in gebruik genomen. Friesland Lease heeft hem facturen gestuurd ten bedrage van de overeengekomen maandtermijnen. De eerste factuur is gedateerd op 28 september 2021 en ziet op oktober 2021. [gedaagde] heeft de facturen van Friesland Lease die betrekking hebben op de maanden oktober 2021 tot en met augustus 2022 betaald.
3.6.
De factuur van 1 september 2022 die betrekking heeft op de maand september 2022 heeft [gedaagde] niet betaald. Friesland Lease heeft daarna nog zes facturen gestuurd voor de maanden oktober 2022 tot en met maart 2023 die ook onbetaald zijn gebleven.
3.7.
Op of omstreeks 15 februari 2023 heeft [gedaagde] de fiets door Friesland Lease laten ophalen. Friesland.
3.8.
Friesland Lease heeft op 8 maart 2023 een creditfactuur gestuurd voor de halve maand februari en de maand maart 2023 ten bedrage van in totaal € 185,15 inclusief btw. Op 8 maart 2023 heeft Friesland Lease ook een eindfactuur gestuurd voor een bedrag van € 1.050,24 inclusief btw onder vermelding van “kosten contractbeëindiging”.
3.9.
Het totaal van de openstaande facturen bedraagt € 1.729,03. [gedaagde] heeft dit bedrag niet betaald.

4.Het geschil

4.1.
Friesland Lease eist samengevat:
  • [gedaagde] te veroordelen aan haar € 2.278,05 te betalen, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over € 1.729,03 vanaf 10 juli 2024 tot de dag van betaling;
  • [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het bedrag dat wordt geëist, bestaat uit de hoofdsom van € 1,729,03, rente van € 289,67 (berekend tot en met 9 juli 2024) en buitengerechtelijke kosten van € 259,35.
4.2.
Friesland Lease baseert de eis op het volgende. [gedaagde] moet de overeengekomen maandtermijnen betalen. [gedaagde] heeft de overeenkomst voor het einde van de looptijd beëindigd. Op grond van de algemene voorwaarden van Friesland Lease moet [gedaagde] in dat geval een beëindigingsvergoeding betalen. Friesland Lease vordert nakoming van deze betalingsverplichtingen.
4.3.
[gedaagde] is het niet eens met de eis en voert het volgende aan. De bakfiets is geleverd met een hoop schade. De bakfiets was niet in orde en maakte een krakend geluid. [gedaagde] durfde het niet aan om kinderen in de bakfiets te vervoeren. Friesland Lease heeft gezegd dat zij het zou oplossen, maar toen [gedaagde] een lakstift ontving, is hij met betalen gestopt en heeft hij de fiets laten ophalen. Friesland Lease heeft gezegd dat er niets meer open stond.

5.De beoordeling

[gedaagde] is geen consument
5.1.
De overeenkomst vermeldt bij de handtekening van [gedaagde] “ [handelsnaam] ”, de handelsnaam van het aannemingsbedrijf van [gedaagde] . De overeenkomst verwijst naar Algemene Voorwaarden Zakelijke Leasefiets. Friesland Lease heeft verklaard dat zij heeft beoogd een handelsovereenkomst met [gedaagde] aan te gaan. Dit alles wijst erop dat [gedaagde] de bakfiets niet heeft geleased voor doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteiten vallen. [gedaagde] heeft echter op 8 augustus 2024 mondeling verklaard dat hij het niet aandurfde om kinderen op de bakfiets te vervoeren, hetgeen wel wijst op doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteiten vallen. Toch beschouwt de kantonrechter [gedaagde] voor deze zaak niet als consument. [gedaagde] is niet verschenen en heeft geen vragen in dit verband kunnen beantwoorden. Dat [gedaagde] de overeenkomst namens [handelsnaam] is aangegaan, geeft de doorslag. Friesland Lease mocht daarop afgaan.
Goederenkrediet
5.2.
De vraag die nu beantwoord moet worden, is hoe de overeenkomst tussen Friesland Lease en [gedaagde] moet worden geduid. Er is sprake van een samenstel van overeenkomsten die een commerciële eenheid vormen als bedoeld in artikel 7:57 lid 5 BW: een koopovereenkomst tussen Friesland Lease en Babboe enerzijds en een
operational leaseovereenkomst tussen Friesland Lease en [gedaagde] anderzijds. In de overeenkomst tussen Friesland Lease en [gedaagde] is specifiek bepaald welke bakfiets met welke accessoires [gedaagde] in gebruik krijgt en van welke leverancier de bakfiets wordt gekocht (Babboe). Friesland Lease heeft die bakfiets vervolgens van Babboe gekocht en aan [gedaagde] in gebruik gegeven. Friesland Lease is eigenaar geworden van de bakfiets. [gedaagde] mocht de bakfiets gebruiken en verkreeg een recht om de bakfiets van Friesland Lease te kopen. Op grond van artikel 7:74 aanhef en onder b BW jo. 7:84 lid 1 BW gaat het hier om een overeenkomst van goederenkrediet.
Friesland Lease is niet tekortgekomen in de nakoming van de overeenkomst
5.3.
[gedaagde] stelt dat hij een beschadigde en krakende bakfiets in gebruik kreeg. Hij is gestopt met betalen, nadat dit niet tot zijn tevredenheid was opgelost. Vervolgens heeft [gedaagde] de bakfiets laten ophalen. De kantonrechter merkt dit verweer aan als een beroep op opschorting, gevolgd door ontbinding van de overeenkomst. Dat verweer komt [gedaagde] alleen toe, indien Friesland Lease is tekortgekomen in de nakoming van haar verplichtingen onder de overeenkomst. Daarvan is geen sprake. Vast staat dat Friesland Lease aan [gedaagde] de nieuwe Babboe-bakfiets in gebruik heeft gegeven die zij hem op grond van de overeenkomst in gebruik moest geven. Friesland Lease heeft tijdens de mondelinge behandeling betwist dat de bakfiets gebreken vertoonde op het moment dat [gedaagde] de bakfiets in gebruik nam. Friesland Lease heeft er in dit verband op gewezen dat [gedaagde] zonder protest bijna een jaar de overeengekomen leasetermijnen heeft betaald. Tegenover deze gemotiveerde betwisting zijn de stellingen van [gedaagde] onvoldoende concreet. Bovendien had [gedaagde] de mogelijkheid om eventuele gebreken op kosten van Friesland Lease te laten repareren (artikel 12 lid 3 van de algemene voorwaarden). [gedaagde] heeft niet gesteld dat hij tevergeefs toestemming heeft gevraagd voor reparatie. [gedaagde] mocht betaling niet opschorten en mocht de overeenkomst niet ontbinden. Hij is daarom van zijn kant gehouden om de overeenkomst na te komen. Dat betekent dat hij de leasetermijnen moet betalen die verschuldigd zijn geworden totdat de overeenkomst is geëindigd. De vordering zal tot een hoofdsom van € 678,79 worden toegewezen.
[gedaagde] heeft de bakfiets teruggegeven
5.4.
Friesland Lease heeft de bakfiets op verzoek van [gedaagde] opgehaald in februari 2023. Friesland Lease heeft dit aangemerkt als een voortijdige beëindiging van de overeenkomst door [gedaagde] per 15 februari 2023. Op grond van artikel 15 lid 1 van de algemene voorwaarden van Friesland Lease kon [gedaagde] de overeenkomst voor het einde van de overeengekomen looptijd beëindigen, mits hij een opzegvergoeding betaalt.
5.5.
Friesland Lease heeft een beëindigingsvergoeding in rekening gebracht van € 1.050,24 inclusief btw. Hoe dit bedrag is berekend, is onvoldoende duidelijk. Artikel 15 lid 1 van de algemene voorwaarde schrijft voor dat Friesland Lease de vergoeding vaststelt “via een hercalculatie van de Leasetermijnen welke berekend wordt op basis van historische grondslagen en de werkelijk verstreken looptijd. Een herberekening vindt met terugwerkende kracht plaats vanaf het moment van beschikbaarstelling van het voertuig.”
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Friesland Lease desgevraagd toegelicht dat het bedrag van € 1.050,24 correspondeert met de helft van de resterende maandtermijnen omgerekend naar dagen, maar deze uitleg is onvoldoende om vast te stellen dat de beëindigingsvergoeding is berekend, zoals is overeengekomen. Dat vergt ook uitleg van artikel 15 lid 1 van de algemene voorwaarden. Wat zijn bijvoorbeeld de “historische grondslagen” waarover in dat artikel wordt gesproken?
5.6.
Bovendien heeft Friesland Lease verklaard dat zij de teruggenomen bakfiets voor een bedrag van € 900,00 inclusief btw heeft verkocht. Of die bate in de berekening van de beëindigingsvergoeding is betrokken, is onduidelijk gebleven. Dat de restwaarde of de opbrengst van de geleasede zaak in de hoogte van de beëindigingsvergoeding wordt betrokken, ligt voor de hand. De kantonrechter kijkt in dit verband ook naar artikel 7:92 BW. Die bepaling is van dwingend recht (artikel 7:98 BW). Artikel 7:92 BW is weliswaar van toepassing bij ontbinding; Friesland Lease vordert nakoming en dat is iets anders. Toch is de strekking van die bepaling ook bij de uitleg van artikel 15 lid 1 van de algemene voorwaarden mogelijk relevant. Die strekking is dat partijen bij beëindiging van de overeenkomst niet in een betere vermogenstoestand geraken dan waarin zij zouden zijn bij het uitdienen ervan.
5.7.
De kantonrechter zal Friesland Lease in de gelegenheid stellen om een gedetailleerde berekening van de beëindigingsvergoeding in het geding te brengen. Zij mag dat doen bij akte, waarin zij ook haar uitleg van artikel 15 lid 1 algemene voorwaarden kan geven. [gedaagde] zal in de gelegenheid worden gesteld op die akte bij antwoordakte te reageren
Beroep op kwijting faalt
5.8.
[gedaagde] heeft verklaard dat hij contact heeft opgenomen met Friesland Lease om te vragen of er nog iets open stond en dat Friesland Lease zou hebben gezegd dat dat niet het geval is. Friesland Lease heeft dit betwist. De stelling van [gedaagde] is onvoldoende concreet om aan te nemen dat Friesland Lease afstand heeft gedaan van haar vorderingen. Het beroep op kwijting faalt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
verwijst de zaak naar de rol van 9 januari 2025 voor het nemen van een akte door Friesland Lease zoals bedoeld onder 5.5 en 5.6,
6.2.
Bepaalt dat de zaak daarna naar de rol van 23 januari 2025 wordt verwezen voor het nemen van een antwoordakte van de kant van [gedaagde] ,
6.3.
Houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.D. Olden en in het openbaar uitgesproken.