ECLI:NL:RBROT:2024:13205

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 september 2024
Publicatiedatum
3 januari 2025
Zaaknummer
FT RK 24-1005
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing wettelijke schuldsaneringsregeling aan verzoekster in problematische schuldensituatie

Op 26 september 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) voor een verzoekster die zich in een problematische schuldensituatie bevindt. De verzoekster, samen met haar echtgenoot, heeft een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de WSNP. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster voldoet aan de eisen voor toelating tot de WSNP, en heeft haar verzoek om toelating toegewezen. Dit houdt in dat de verzoekster onder toezicht komt te staan van een bewindvoerder en een rechter-commissaris, die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de naleving van de WSNP-verplichtingen.

Echter, de verzoekster heeft ook verzocht om de ingangsdatum van de WSNP zes maanden eerder te laten ingaan. Dit verzoek is afgewezen omdat de rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster niet heeft voldaan aan de inspanningsverplichting die vereist is voor een eerdere ingangsdatum. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verzoekster niet fulltime heeft gewerkt en dat er geen bewijs is dat zij aan de sollicitatieverplichting heeft voldaan. Hierdoor is het verzoek om een eerdere ingangsdatum niet toegewezen.

De rechtbank heeft de ingangsdatum van de WSNP vastgesteld op 26 september 2024, met een einddatum op 26 maart 2026. De bewindvoerder is opgedragen om de post van de verzoekster gedurende de eerste dertien maanden van de regeling in te zien. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
insolventienummer: [nummer]
vonnis van:
26 september 2024
op het verzoek van:
[verzoekster],
wonende te [adres],
[woonplaats].
Waar deze zaak over gaat
[verzoekster] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor haar schulden te komen heeft [verzoekster], samen met haar echtgenoot, een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Dit verzoek wordt toegewezen. Daarnaast verzoekt [verzoekster] om de ingangsdatum van de WSNP zes maanden eerder in te laten gaan. Dit verzoek wordt afgewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.De procedure

1.1.
[verzoekster] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.
1.2.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 18 september 2024. Op de zitting zijn verschenen:
- [verzoekster],
- [naam], echtgenoot van [verzoekster],
- Mevrouw Z. de Boer, schuldhulpverlener.

2.De beoordeling van het verzoek

De toelating

2.1.
[verzoekster] kan worden toegelaten tot de WSNP als zij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en zij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van haar schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat [verzoekster] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen.
2.2.
[verzoekster] voldoet aan alle eisen en wordt toegelaten tot de WSNP.
2.3.
De verplichtingen waaraan [verzoekster] tijdens de WSNP moet voldoen zijn: de informatieverplichting, de inspanningsverplichting, de verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan, de verplichting om schuldeisers niet te benadelen en de afdrachtverplichting. Er wordt een bewindvoerder benoemd. Deze bewindvoerder controleert of de verplichtingen worden nagekomen. Er wordt ook een rechter-commissaris benoemd. De taak van de rechter-commissaris is om toezicht te houden op de bewindvoerder.
2.4.
Als [verzoekster] zich tijdens het WSNP-traject houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op [verzoekster] kunnen verhalen.
2.5.
De eerste dertien maanden van het traject geldt een postblokkade. Dat betekent dat in die periode alle post naar de bewindvoerder gaat. De bewindvoerder stuurt de post na controle door aan [verzoekster]. Als de schuldsaneringsregeling eerder eindigt, stopt ook de postblokkade.
2.6.
De rechtbank is, gelet op het bepaalde in artikel 3 lid 1 Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, bevoegd deze insolventieprocedure als hoofdprocedure te openen nu het centrum van voornaamste belangen van [verzoekster] in Nederland ligt.
De ingangsdatum
2.7.
Het WSNP-traject duurt in principe 18 maanden. De Faillissementswet bepaalt dat de termijn van de WSNP ingaat op de dag van dit vonnis.
2.8.
[verzoekster] verzoekt de looptijd van de WSNP te verkorten met zes maanden. Dit wordt gezien als een verzoek om de ingangsdatum te bepalen op
26 maart 2024. Dat is dus zes maanden voorafgaand aan de datum van dit vonnis.
2.9.
Het verzoek om een eerdere ingangsdatum te bepalen wordt toegewezen als vanaf die eerdere datum de WSNP-verplichtingen (zie hiervoor onder 2.3.) zijn nagekomen. Een van die WSNP-verplichtingen is de afdrachtplicht, die onder meer inhoudt dat maandelijks het verschil tussen de netto inkomsten van een schuldenaar en het vrij te laten bedrag (hierna: vtlb) aan de boedel moet worden betaald. Het vtlb wordt berekend met de vtlb-calculator die via het internet beschikbaar is. Om voor een eerdere ingangsdatum in aanmerking te komen, moet dus aansluitend maandelijks sprake zijn van aflossingen die tenminste gelijk zijn aan het genoemde verschil tussen de netto inkomsten en het vtlb. Daarnaast moet er bij arbeidsgeschiktheid fulltime gewerkt worden of moet er aantoonbaar worden gesolliciteerd naar een fulltime baan.
2.10.
De rechtbank stelt vast dat dit niet het geval is. Uit het verzoekschrift blijkt dat [verzoekster] niet fulltime heeft gewerkt. Stukken waaruit blijkt dat zij vanaf de verzochte ingangsdatum minimaal vier keer per maand heeft gesolliciteerd ontbreken. Ter zitting heeft [verzoekster] verklaard dat zij niet arbeidsongeschikt is verklaard of is ontheven van de sollicitatieverplichting. Hierdoor is gedurende zes maanden niet voldaan aan de inspanningsverplichting zoals die geldt in de WSNP.
2.11.
De rechtbank komt dus tot de conclusie dat het verzoek om een eerdere ingangsdatum moet worden afgewezen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoekster],
geboren op [geboortedatum]1977 te [geboorteplaats],
wonende te [adres], [woonplaats];
- benoemt tot rechter-commissaris mr. M.C. Franken
en tot bewindvoerder mr. J. van Rijen,
gevestigd te [postadres]
;
- stelt de ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling vast op 26 september 2024 en de einddatum op 26 maart 2026;
- draagt de bewindvoerder op om de komende dertien maanden de post van [verzoekster] in te zien;
- bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Deze vergoeding is gelijk aan 1
/19e deel van de overeenkomstig artikel 2 van dat Besluit te berekenen vergoeding. Dit kan alleen:
- zolang de schuldsaneringsregeling loopt en,
- voor zover de boedel toereikend is.
Dit is de beslissing van mr. B.J. Tideman, rechter, in samenwerking met A.B.T. Fernandes Pedra, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 26 september 2024. [1]