Uitspraak
iRechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het op de dagvaarding met parketnummer 10-205274-24 ten laste gelegde feit, te weten ontucht met een minderjarige;
- bewezenverklaring van het op de dagvaarding met parketnummer 10-297771-22 ten laste gelegde feit, te weten een bedreiging;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en als bijzondere voorwaarden het melden bij de reclassering, het volgen van ambulante behandeling, het verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, het meewerken aan middelencontrole en het vermijden van contact met minderjarigen;
- de dadelijke uitvoerbaarheid van de genoemde bijzondere voorwaarden.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
bewezen, dat de verdachte het onder parketnummer 10-205274-24 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
bewezen, dat de verdachte het onder parketnummer 10-297771-22 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) maanden;
3 (drie maanden) niet ten uitvoerzal worden
gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaren;
algemene voorwaarde:
bijzondere voorwaarden:
dadelijk uitvoerbaarzijn;
[benadeelde partij] te betalen een bedrag van € 750,= (zegge: zevenhonderdvijftig euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij] te betalen
€ 750,=(zegge:
zevenhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 mei 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
15 (vijftien) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.