ECLI:NL:RBROT:2024:13189

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 december 2024
Publicatiedatum
2 januari 2025
Zaaknummer
82/336404-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor overtredingen van milieuwetgeving en vuurwerkbesluit met taakstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 5 december 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan overtredingen van de Wet milieubeheer en het Vuurwerkbesluit. De verdachte, geboren in 1989 en ingeschreven op een bepaald adres, werd beschuldigd van het opzettelijk beheren van Telegramgroepen waarin professioneel vuurwerk werd aangeboden aan particulieren, wat in strijd is met de geldende wetgeving. De officier van justitie had een taakstraf van 200 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden geëist, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte een taakstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden met een proeftijd van 3 jaren moest krijgen. De rechtbank overwoog dat de verdachte een belangrijke rol had gespeeld in de illegale handel in vuurwerk, wat aanzienlijke risico's met zich meebracht voor de veiligheid van personen en goederen. Ondanks dat de verdachte geen eerdere veroordelingen had voor soortgelijke feiten, vond de rechtbank de ernst van de feiten zodanig dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet op zijn plaats was, gezien de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en zijn medewerking aan het onderzoek. De rechtbank legde de verdachte een taakstraf op en stelde voorwaarden aan de voorwaardelijke gevangenisstraf, waarbij de verdachte zich gedurende de proeftijd niet aan strafbare feiten mocht schuldig maken.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 82/336404-23
Datum uitspraak: 5 december 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige economische kamer, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres].

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 5 december 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. K. Broere heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
  • ten aanzien van feit 1 veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 200 uren, subsidiair 100 dagen hechtenis, in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met een proeftijd van 3 jaren, en ten aanzien van feit 2 een taakstraf van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis, in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand met een proeftijd van 3 jaren.

4.Bevoegdheid rechtbank

De rechtbank heeft op de zitting ambtshalve haar eigen bevoegdheid aan de orde gesteld. Op grond van artikel 2 lid 1 Wetboek van Strafvordering en artikel 2 van het Besluit regels landelijk en functioneel parket is deze rechtbank bevoegd (als concentratierechtbank) voor zover het gaat om, voor zover hier relevant, milieudelicten die een ernstige inbreuk maken op de rechtsorde, gelet op de ernst of frequentie ervan of het georganiseerde verband waarin het is gepleegd, en waarbij een hoge mate van deskundigheid noodzakelijk is voor het bestrijden ervan. Alhoewel het niet zonder meer vanzelfsprekend is dat de onderhavige zaak aan deze criteria voldoet, zal de rechtbank zich relatief bevoegd verklaren om kennis te nemen van het ten laste gelegde.

5.Waardering van het bewijs

5.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 1 en 2 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
5.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte de bewezenverklaarde feiten heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij in de periode van 28 december 2022 tot
en met 1 januari 2024 te Leiden,
tezamen en in vereniging met anderen
opzettelijk,
teneinde handelingen als bedoeld in het eerste tot en met het derde lid van artikel
1.2.2
van het Vuurwerkbesluit, te weten
het voorhanden hebben en/of opslaan en/of aan een ander ter beschikking stellen
van professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik (lid 1) en
het aan een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis ter beschikking
stellen van professioneel vuurwerk (lid 2) en
het als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis professioneel
vuurwerk opslaan en/of voorhanden hebben en/of tot ontbranding brengen (lid3),
voor te bereiden en te bevorderen,
(telkens)
- heeft getracht anderen te bewegen om die handelingen te plegen en/of te doen
plegen en/of mede te plegen en/of uit te lokken, en/of om daarbij behulpzaam te
zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, en/of
- heeft getracht zich en/of ander(en) gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot
het verrichten van die handelingen te verschaffen,
door, tezamen en in vereniging met die anderen,
de openbare Telegramgroepen “[telegramgroep 1]” en
“[telegramgroep 1]” (voorheen genaamd “[telegramgroep 2]” als
beheerder van die groepen te beheren, zijnde, telkens, een openbare
Telegramgroep waarop (zwaar) professioneel vuurwerk te koop wordt aangeboden
aan particulieren, in elk geval aan anderen dan personen met gespecialiseerde
kennis en/of via welke Telegramgroepen (zwaar) professioneel vuurwerk wordt
besteld door en/of ter beschikking wordt gesteld aan particulieren, in elk geval door
en/of aan anderen dan personen met gespecialiseerde kennis;
2.
hij in de periode van 28 december 2022 tot
en met 1 januari 2024 te Leiden, opzettelijk,
professioneel vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik, bestemd
voor particulier gebruik, te weten
-12 stuks Super Cobra 6, categorie-indeling F4
en
- 1 stuk knalvuurwerk Screamin’ Eagle , en
- 3 stuks knalvuurwerk Lupo 26, en
- 17 stuks knalvuurwerk Shooting flaming balls and reports,
en
- 20 stuks knalvuurwerk Petardo DMG, categorie-indeling F4
,
heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

6.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

1. medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;

2. overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

7.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

8.Motivering straffen

8.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
8.2.
Feiten waarop de straffen zijn gebaseerd
De verdachte heeft Telegramgroepen beheerd waarvan de gebruikers zich bezighielden met de illegale handel in professioneel vuurwerk. Zodoende heeft de verdachte een belangrijke rol gespeeld in het voorbereiden en bevorderen van de illegale handel van vuurwerk, terwijl hij geen idee had bij wie het vuurwerk uiteindelijk terecht zou komen.
Het is algemeen bekend dat vuurwerk gevaar kan opleveren. Dat geldt zeker voor professioneel vuurwerk, dat een substantieel zwaardere of explosievere lading bevat dan het vuurwerk dat in Nederland aan consumenten verkocht mag worden. Bij ondeskundig gebruik is het gevaar voor letsel en schade erg groot. Zwaar vuurwerk wordt bovendien gebruikt voor andere vormen van criminaliteit, zoals plofkraken en bedreigingen.
Daarnaast had de verdachte in de schuur bij zijn woning een aanzienlijke hoeveelheid professioneel (illegaal) vuurwerk opgeslagen. Dit brengt enorme risico’s met zich voor de veiligheid van personen en goederen.
Dat de verdachte van dit alles kennelijk de ernst niet heeft ingezien, en het hem er niet van heeft weerhouden om deze feiten te plegen, neemt de rechtbank hem kwalijk.
8.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 12 november 2024, waaruit blijkt dat de verdachte recentelijk niet is veroordeeld voor soortgelijke of andersoortige strafbare feiten.
Gezien de ernst van de feiten kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank zal echter daarvan afzien, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het feit dat hij volledige openheid van zaken gegeven en medewerking heeft verleend aan de politie in het kader van het onderzoek en ook ter zitting zijn verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn gedrag en handelen.
De rechtbank zal de verdachte daarom geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen, maar een forse taakstraf. Om recht te doen aan de ernst van de strafbare feiten, maar ook om de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen, zal de rechtbank hem daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen passend en geboden.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten, artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer en artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart zich bevoegd kennis te nemen van de ten laste gelegde feiten;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden;
bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 3 (drie) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig zal maken;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren,waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H. Kroon, voorzitter,
en mrs. A. Boer en I. Tillema, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.M. Dijk, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 5 december 2024.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 december 2022 tot
en met 1 januari 2024 te Leiden, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met ander of een ander, althans alleen,
opzettelijk,
teneinde handelingen als bedoeld in het eerste tot en met het derde lid van artikel
1.2.2 van het Vuurwerkbesluit, te weten
het voorhanden hebben en/of opslaan en/of aan een ander ter beschikking stellen
van professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik (lid 1) en/of
het aan een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis ter beschikking
stellen van professioneel vuurwerk (lid 2) en/of
het als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis professioneel
vuurwerk opslaan en/of voorhanden hebben en/of tot ontbranding brengen (lid3),
voor te bereiden en/of te bevorderen,
(telkens)
- heeft getracht anderen te bewegen om die handelingen te plegen en/of te doen
plegen en/of mede te plegen en/of uit te lokken, en/of om daarbij behulpzaam te
zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, en/of
- heeft getracht zich en/of ander(en) gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot
het verrichten van die handelingen te verschaffen,
door, al dan niet tezamen en in vereniging met die ander(en),
de openbare Telegramgroep(en) “[telegramgroep 1]” en/of
“[telegramgroep 1]” (voorheen genaamd “[telegramgroep 2]” als
beheerder van die groep(en) te beheren, zijnde, telkens, een openbare
Telegramgroep waarop (zwaar) professioneel vuurwerk te koop wordt aangeboden
aan particulieren, in elk geval aan anderen dan personen met gespecialiseerde
kennis en/of via welke Telegramgroep(en) (zwaar) professioneel vuurwerk wordt
besteld door en/of ter beschikking wordt gesteld aan particulieren, in elk geval door
en/of aan anderen dan personen met gespecialiseerde kennis;
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 december 2022 tot
en met 1 januari 2024 te Leiden, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met ander of een ander, althans alleen,
opzettelijk,
professioneel vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik, bestemd
voor particulier gebruik, te weten
-12, althans één of meer, stuk(s) Super Cobra 6, categorie-indeling F4 (p.130 PV)
en/of
- 1 stuk knalvuurwerk Screamin’ Eagle , (p.133 PV) en/of
- 3, althans één of meer, stuk(s) knalvuurwerk Lupo 26, en/of
- 17, althans één of meer, stuk(s) knalvuurwerk Shooting flaming balls and reports,
(p.139 PV) en/of
- 20, althans één of meer, stuk(s) knalvuurwerk Petardo DMG, categorie-indeling F4
(p.143 PV),
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad.