Advies reclassering
De reclassering adviseert in het rapport, gedateerd 2 december 2024, de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar.
Er is sprake van een leercurve, waarbij de ter beschikking gestelde steeds beter lijkt te reflecteren op zijn eigen functioneren. Hij wordt nog ambulant behandeld en hij wordt begeleid bij het behouden van een (betaalde) baan, aangezien hij het lastig lijkt te vinden om de juiste (werk)houding aan te nemen bij zijn werkgevers. Dit is een terugkerend probleem dat tot conflictsituaties leidt tussen de werkgever en hem. De reclassering is van mening dat de ter beschikking gestelde op de goede weg is, maar dat hij er nog niet is. Anders dan de psychiater, adviseert de reclassering om de maatregel met één jaar te verlengen. Ondanks tegenslagen weet hij zich staande te houden en er heeft geen terugval plaatsgevonden in delictgedrag. Er zijn ook voldoende beschermende en ondersteunende factoren in zijn leven om zich staande te (blijven) houden, te weten zijn intieme en gelijkwaardige partnerrelatie, het samenwonen met zijn vrouw, een langere periode van gestructureerde vrijetijdsbesteding, contact met de familie, een klein sociaal netwerk en ondersteuning van zijn partner bij de financiën. Het recidiverisico neemt toe naarmate de beschermende factoren stapsgewijs wegvallen. De ter beschikking gestelde kan in een neerwaartse spiraal terechtkomen door het wegvallen van een (dag)structuur, zijn sociale netwerk, wanneer hij een ongelijkwaardige partner heeft en eenzaam wordt of zich eenzaam voelt.
Naar aanleiding van het advies van de psychiater heeft de reclassering [naam klinisch psycholoog] , klinisch psycholoog en tevens behandelaar van de ter beschikking gestelde bij De Waag, geraadpleegd. Het behandelcontact is in de loop van de tijd geëvolueerd van schematherapie naar een volgend en structurerend contact, waarbij de ter beschikking gestelde volgens hem in staat is (gebleken) om op kritische wijze te reflecteren op zijn eigen functioneren. De kans op recidive wordt ingeschat als verminderd.
Advies psychiater
Psychiater [naam psychiater] adviseert in het rapport, gedateerd 15 november 2024, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Bij de ter beschikking gestelde is sprake van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met vooral narcistische trekken, een zwakke persoonlijkheidsstructuur en ADHD van het overwegend onoplettend type. Het delictgedrag komt volgens de rapporteur voort uit die persoonlijkheidsstoornis. Anders dan de Van der Hoeven-kliniek eerder heeft geconcludeerd, ziet de psychiater geen parafiele stoornis (in remissie). Onder de huidige omstandigheden wordt de kans op een nieuw zedendelict inschat als laag. Indien hij geen maatschappelijke carrière weet op te bouwen en zijn huwelijk geen standhoudt of wanneer hij onvoldoende steun krijgt van zijn vrouw in het dagelijks functioneren wordt de recidivekans ingeschat als hooguit matig. De rapporteur heeft echter sterk de indruk dat de ernst van met name de narcistische problematiek intensievere behandeling behoeft dan nu wordt aangeboden. Met name daarin is de ter beschikking gestelde nog te kwetsbaar om volwassen (genoeg) in werksituaties te kunnen blijven functioneren zonder (al te veel) conflicten. Het is volgens de rapporteur van essentieel belang dat dit substantieel aandacht krijgt, voordat toegewerkt wordt naar beëindiging van de tbs-maatregel. Concreet wordt geadviseerd om hem nog minimaal een jaar intensief te behandelen bij De Waag door middel van groeps- en individuele therapie, gevolgd door nog een jaar individuele psychotherapie. Verder is het essentieel dat hij werk kiest op een niveau dat hij aankan, en niet – vanuit zelfoverschatting – voor werk boven zijn macht. Langdurig behoud van werk is noodzakelijk voor het structureel indammen van het recidiverisico op de (middel)lange termijn. Ook moet de ter beschikking gestelde leren om zelfstandig dagstructuur aan te brengen en zijn financiën te beheren. Zijn internetgedrag (inclusief seksuele gevoelens), regulatie van zelfgevoel en irritatie/boosheid moeten gemonitord worden. Ingeschat wordt dat het traject langer dan een jaar zal duren, waardoor geadviseerd wordt de maatregel met twee jaar te verlengen.