Uitspraak
1.Inleiding
2.Procesverloop
3.Adviezen
4.Standpunt van partijen
5.Beoordeling
6.Beslissing
2 (twee) jaar.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 december 2024 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, die in 1989 is geboren en momenteel verblijft in een TBS-instelling. De terbeschikkingstelling was eerder gelast op 29 januari 2021, na een veroordeling voor mishandeling van een ambtenaar. De rechtbank heeft op 27 november 2024 een vordering ontvangen van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling, die op de openbare zitting is behandeld. De ter beschikking gestelde weigerde echter om naar de zitting te komen, ondanks herhaalde pogingen van de rechtbank en zijn raadsman om hem te overtuigen van zijn verschijningsplicht. De rechtbank heeft besloten de zaak buiten zijn aanwezigheid voort te zetten, met instemming van de aanwezigen, omdat de raadsman gemachtigd was om namens hem te spreken.
De instelling heeft in een rapport geadviseerd om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, gezien de psychiatrische problemen van de ter beschikking gestelde, waaronder schizofrenie en middelenmisbruik. De psychiater en psycholoog konden geen advies geven omdat de ter beschikking gestelde niet meewerkte aan diagnostisch onderzoek. De rechtbank heeft op basis van het advies van de instelling en de informatie van de zitting geconcludeerd dat er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde en dat de veiligheid van anderen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd. De rechtbank heeft de tbs-maatregel met twee jaar verlengd, waarbij de totale duur van de terbeschikkingstelling nu vier jaar overschrijdt. De rechtbank benadrukt dat de voortgang van de behandeling afhankelijk is van de medewerking van de ter beschikking gestelde zelf.