Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 31 december 2024 in de zaak tussen
[verzoeker], uit [plaatsnaam], verzoeker
het college van burgemeester en wethouders van Lansingerland, het college
[naam 2]uit [plaatsnaam] (vergunninghouder).
Inleiding
Beoordeling door de voorzieningenrechter
De voorzieningenrechter ziet op de luchtfoto bij de door het college ingediende stedenbouwkundige reactie van 18 december 2024 geen wezenlijke hoogteverschillen op grond waarvan bij voorbaat gezegd kan worden dat niet van de juiste hoogte van het perceel is uitgegaan. In het stedenbouwkundig advies is verder aangegeven dat is gekeken naar de hoogte van de woningen in de omgeving van het perceel, zowel naar bestaande situaties als naar wat maximaal is toegestaan. Op zitting heeft verzoeker naar voren gebracht dat dit een woningblok is aan de overkant van de straat. Dit woningblok wordt ten opzichte van de woning van vergunninghouder echter nog onderbroken door een blok waarvoor een maximale bouwhoogte van 9 meter geldt. De voorzieningenrechter merkt op dat voor de woning van verzoeker, gelegen aan de kant van vergunninghouder, ook 11 meter geldt. De voorzieningenrechter kan de motivering van stedenbouw van 18 december 2024 volgen.