ECLI:NL:RBROT:2024:13139
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing compensatie kinderopvangtoeslag op grond van Wet hersteloperatie toeslagen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 december 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Dienst Toeslagen. Eiseres had een aanvraag ingediend voor compensatie op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht), nadat haar aanvraag voor kinderopvangtoeslag was afgewezen. De Dienst Toeslagen stelde dat er sprake was van een ernstige onregelmatigheid die aan eiseres toerekenbaar was, omdat zij geen recht zou hebben gehad op de toeslag. Eiseres betwistte dit en voerde aan dat zij slachtoffer was van oplichting door een derde, die haar DigiD-gegevens had misbruikt om de toeslag aan te vragen. De rechtbank oordeelde dat de Dienst Toeslagen ten onrechte had vastgesteld dat de ernstige onregelmatigheid aan eiseres toerekenbaar was. De rechtbank concludeerde dat het niet aannemelijk was dat de kinderopvangtoeslag aan eiseres ten goede was gekomen en dat zij inderdaad slachtoffer was van oplichting. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van de Dienst Toeslagen en bepaalde dat deze binnen zes weken een nieuw besluit moest nemen op het bezwaar van eiseres. Tevens werd de Dienst Toeslagen veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres.