In deze zaak heeft de Vereniging van Eigenaren (VvE) te Rotterdam een lid, aangeduid als [gedaagde], aangeklaagd wegens het niet betalen van VvE-bijdragen. De VvE vorderde een bedrag van € 1.895,07 aan achterstallige bijdragen, dat later werd vermeerderd tot € 2.648,95, inclusief rente en kosten. De gedaagde heeft erkend dat er een achterstand is, maar voerde aan dat er een betalingsregeling was getroffen. De VvE stelde echter dat de gedaagde deze regeling niet was nagekomen. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde inderdaad in gebreke was gebleven en veroordeelde hem tot betaling van het volledige bedrag aan achterstallige VvE-bijdragen, evenals toekomstige bijdragen en bijkomende kosten.
De kantonrechter heeft de vordering van de VvE toegewezen, waarbij de gedaagde ook werd veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten van € 345,85 en rente van € 537,71. De proceskosten werden begroot op € 1.019,39, die eveneens voor rekening van de gedaagde kwamen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de VvE het vonnis onmiddellijk kon uitvoeren, zelfs als de gedaagde in hoger beroep zou gaan. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van leden van een VvE om tijdig hun bijdragen te voldoen en de gevolgen van het niet nakomen van betalingsregelingen.