ECLI:NL:RBROT:2024:13081

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 december 2024
Publicatiedatum
24 december 2024
Zaaknummer
11151089
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurovereenkomst en huurprijsvermindering na lekkageschade

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een huurovereenkomst tussen [eiseres] en [gedaagde]. [eiseres] huurt sinds 2020 een kamer van [gedaagde] in Rotterdam. Tijdens de huurperiode zijn er vochtplekken ontstaan als gevolg van lekkage, wat [eiseres] heeft doen besluiten om herstel van de schade en huurprijsvermindering te vorderen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de lekkage ernstige schade heeft veroorzaakt aan de kamer van [eiseres] en dat deze vochtplekken als een gebrek moeten worden aangemerkt volgens artikel 7:204 lid 2 BW. De kantonrechter oordeelt dat de vordering tot herstel van de schade wordt afgewezen, omdat [eiseres] geen belang meer heeft bij herstel, aangezien [gedaagde] heeft bevestigd dat het herstel inmiddels heeft plaatsgevonden.

Wat betreft de huurprijsvermindering, vordert [eiseres] een schadevergoeding van € 600,-, gebaseerd op een vermindering van het huurgenot door de lekkage. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiseres] recht heeft op huurprijsvermindering vanaf 6 maart 2024, maar kan de hoogte van de huurprijsvermindering niet beoordelen zonder informatie over de huurprijs zelf. Daarom is [eiseres] in de gelegenheid gesteld om zich hierover uit te laten, waarna [gedaagde] daarop kan reageren. De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 11151089 CV EXPL 24-14659
datum uitspraak: 9 december 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiseres] ,
woonplaats: Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: mr. T. Rhijnsburger,
tegen
[gedaagde],
vestigingsplaats: Amsterdam,
gedaagde,
gemachtigde: mr. D. Mesquita.
De partijen worden hierna ‘ [eiseres] ’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 4 juni 2024, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlagen;
  • de repliek, met bijlagen;
  • de akte van [gedaagde] van 9 oktober 2024, met bijlage.
1.2.
[gedaagde] is in de gelegenheid gesteld om op de repliek te reageren. Zij heeft weliswaar een akte overlegging productie ingediend, maar zij heeft niet gereageerd op de repliek.

2.De beoordeling

2.1.
[eiseres] huurt vanaf 2020 een kamer van [gedaagde] in het pand aan de [adres] in Rotterdam. Er zijn vochtplekken in de kamer ontstaan als gevolg van lekkage. [eiseres] vordert herstel van de schade die veroorzaakt is door de lekkage en (naar de kantonrechter begrijpt) huurprijsvermindering ter hoogte van € 600,-. [gedaagde] wil dat de vordering tot herstel van de schade wordt afgewezen.
2.2.
De vordering tot herstel van de schade zal worden afgewezen. Voor de huurprijsvermindering wil de kantonrechter meer informatie ontvangen. Hieronder wordt deze beslissing uitgelegd.
De vochtplekken vormen een gebrek
2.3.
Vast staat dat er tijdens de huurperiode sprake is geweest van lekkage, waardoor vochtplekken in de kamer van [eiseres] zijn ontstaan. [eiseres] stelt dat deze vochtplekken zijn ontstaan door lekkage vanwege een ondeskundig aangebrachte badkamer bij de buurvrouw (een andere huurder van [gedaagde] ). [gedaagde] voert aan dat de lekkage niet aan haar is toe te rekenen, omdat de lekkage is veroorzaakt door vochtdoorslag vanuit de gevel. Uit de door [eiseres] overlegde foto’s [1] blijkt verder dat de lekkage ernstige schade heeft veroorzaakt aan de plafonds en wanden in de kamer van [eiseres] . Gezien de onderbouwde en onweersproken ernst van de schade is het voorstelbaar dat het huurgenot van [eiseres] is aangetast. Hiermee is vast komen te staan dat de vochtplekken in de kamer van [eiseres] zijn aan te merken als een gebrek in de zin van artikel 7:204 lid 2 BW. Anders dan [gedaagde] betoogt, gaat het naar het oordeel van de kantonrechter niet om kleine herstellingen die [eiseres] zelf had moeten verhelpen, omdat vast staat dat de schade is veroorzaakt door het tekortschieten van [gedaagde] in de nakoming van haar verplichting om gebreken te herstellen (artikel 7:217 BW).
Herstel
2.4.
[eiseres] eist in de dagvaarding dat de vochtplekken door [gedaagde] worden hersteld. Op grond van de wet moet een verhuurder gebreken herstellen (artikel 7:206 lid 1 BW). [gedaagde] voert aan dat dit herstel inmiddels heeft plaatsgevonden. [eiseres] bevestigt dat. Daarom heeft [eiseres] geen belang meer bij haar vordering tot herstel en zal deze worden afgewezen.
Huurprijsvermindering
2.5.
[eiseres] eist een schadevergoeding van € 600,-, opgebouwd uit € 100,- per maand, gerekend over zes maanden. Zij stelt dat zij in haar huur- en woongenot is aangetast door het tekortschieten van [gedaagde] bij het herstellen van het gebrek. De kantonrechter begrijpt daaruit dat [eiseres] aanspraak maakt op huurprijsvermindering (artikel 7:207 BW).
2.6.
Hiervoor is vastgesteld dat sprake is (geweest) van een gebrek en vermindering van het huurgenot. Vast staat ook dat [eiseres] [gedaagde] hierover heeft geïnformeerd op 6 maart 2024. Daarom kan [eiseres] aanspraak maken op huurprijsvermindering vanaf die dag. De hoogte van de huurprijsvermindering moet evenredig zijn aan de vermindering van het huurgenot. [eiseres] stelt dat het bedrag aan huurprijsvermindering redelijk is in verhouding tot de huurprijs. De huurprijs blijkt echter nergens uit. Zonder huurprijs kan de kantonrechter niet beoordelen of de gevorderde huurprijsvermindering redelijk is. [eiseres] zal daarom in de gelegenheid worden gesteld om zich uit te laten over de hoogte van de huurprijs, waarna [gedaagde] daarop mag reageren.
2.7.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verwijst de zaak naar de rolzitting van
woensdag 9 januari 2024om
11.30 uurom [eiseres] in de gelegenheid te stellen om zich uit te laten over de huurprijs, waarna [gedaagde] daarop mag reageren;
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr J.C. Halk en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
64039

Voetnoten

1.Zie bijlage 1 bij dagvaarding.