Op 24 december 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam in een kort geding uitspraak gedaan in de zaak van Vivada Properties 7 Rotterdam B.V. tegen twee gedaagden die niet zijn verschenen. De eiser, vertegenwoordigd door mr. E. Doornbos, vorderde ontruiming van een woning wegens huurachterstand. De procedure begon met dagvaardingen op 22 november 2024, en de zaak werd op 18 december 2024 behandeld. De kantonrechter oordeelde dat er voldoende spoed was om de eis in kort geding toe te wijzen, omdat de huurovereenkomst waarschijnlijk zal worden ontbonden in een bodemprocedure. De huurachterstand bedroeg € 4.505,94 per 1 december 2024, en de rechter oordeelde dat de gedaagden de proceskosten moesten betalen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de ontruiming onmiddellijk kon plaatsvinden, ook als de gedaagden in hoger beroep zouden gaan. De kantonrechter gaf gedaagden de opdracht om de woning binnen drie dagen na betekening van het vonnis te ontruimen en te verlaten, en veroordeelde hen tot betaling van de achterstallige huur en proceskosten.