ECLI:NL:RBROT:2024:13077

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 december 2024
Publicatiedatum
24 december 2024
Zaaknummer
11399882 VV24-554
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstek in kort geding over huurrecht en ontruiming wegens huurachterstand

Op 24 december 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam in een kort geding uitspraak gedaan in de zaak van Vivada Properties 7 Rotterdam B.V. tegen twee gedaagden die niet zijn verschenen. De eiser, vertegenwoordigd door mr. E. Doornbos, vorderde ontruiming van een woning wegens huurachterstand. De procedure begon met dagvaardingen op 22 november 2024, en de zaak werd op 18 december 2024 behandeld. De kantonrechter oordeelde dat er voldoende spoed was om de eis in kort geding toe te wijzen, omdat de huurovereenkomst waarschijnlijk zal worden ontbonden in een bodemprocedure. De huurachterstand bedroeg € 4.505,94 per 1 december 2024, en de rechter oordeelde dat de gedaagden de proceskosten moesten betalen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de ontruiming onmiddellijk kon plaatsvinden, ook als de gedaagden in hoger beroep zouden gaan. De kantonrechter gaf gedaagden de opdracht om de woning binnen drie dagen na betekening van het vonnis te ontruimen en te verlaten, en veroordeelde hen tot betaling van de achterstallige huur en proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11399882 VV24-554
datum uitspraak: 24 december 2024
Vonnis in kort geding van de kantonrechter
in de zaak van
Vivada Properties 7 Rotterdam B.V.,
vestigingsplaats Amsterdam,
eiser,
gemachtigden: mr. E. Doornbos en [naam],
tegen
1) [gedaagde 1],
verblijfplaats [plaatsnaam],
2) [gedaagde 2]
woonplaats [plaatsnaam],
gedaagden,
die niet zijn verschenen.
De partijen worden hierna eiser en gedaagden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de twee dagvaardingen van 22 november 2024, met 12 bijlagen,
  • de stukken die eiser ter zitting heeft overgelegd (een overzicht van de huurachterstand per 1 december 2024 en een afschrift van de advertentie in Het Parool).
1.2.
Op 18 december 2024 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij waren aanwezig: mr. E. Doornbos en [naam].

2.De beoordeling

2.1.
Een eis in kort geding kan worden toegewezen als de eisende partij hierbij zoveel spoed heeft dat die de uitkomst van een gewone procedure niet hoeft af te wachten (artikel 254 lid 1 Rv). Uit de stellingen van eiser volgt dat deze spoed aanwezig is. De eis wordt
toegewezen omdat deze (grotendeels) niet onrechtmatig of ongegrond lijkt (artikel 139 Rv).
2.2.
Het is voldoende aannemelijk dat in een bodemprocedure de huurovereenkomst zal worden ontbonden. Er is namelijk een huurachterstand van € 4.505,94 per 1 december 2024. Ook is voldoende aannemelijk dat de personen die naast de huurder in de huurwoning verblijven, dat doen zonder recht of titel. Een dwangsom wordt niet toegewezen. Dit is overbodig omdat eiser zo nodig de sterke arm kan inschakelen om de ontruiming te bewerkstelligen.
Gedaagden moeten de proceskosten betalen
2.3.
De voorzieningenrechter moet, zo nodig ambtshalve, een beslissing nemen over de proceskosten, dus ook als die niet gevorderd zijn (eiser vordert alleen de nakosten. Die zijn ook toewijsbaar, op na te melden wijze).
De proceskosten komen voor rekening van gedaagden omdat zij voor het grootste deel ongelijk krijgen (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die gedaagden aan eiser moeten betalen op € 272,69 aan kosten van de twee dagvaardingen, € 543,- aan salaris voor de gemachtigden en € 135 aan nakosten. Dat is in totaal € 950,69. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
Met de kosten van publicatie van de oproeping in het Parool (volgens de twee dagvaardingen een p.m.-post) wordt geen rekening gehouden omdat geen inzage is gegeven in die kosten.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.4.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard , omdat eiser dat eist (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verleent verstek tegen de gedaagden;
3.2.
gebiedt gedaagden de woning gelegen aan [adres] binnen drie dagen na de rechtsgeldige betekening van het onderhavige vonnis, te ontruimen en te verlaten en met al het hunne en al de hunnen leeg en ontruimd aan eiser ter beschikking te stellen, met afgifte van alle sleutels, en ontruimd te houden, en machtigt eiser om bij gebreke van volledige voldoening aan dit bevel deze verlating zelf te bewerkstelligen, zo nodig met behulp van de sterke arm van politie en justitie en op kosten van gedaagden;
3.3.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk tot betaling aan eiser van een bedrag ad € 4.041,19 zijnde de niet betaalde maar wel verschuldigde huurpenningen tot en met 1 november 2024, vermeerderd met € 76,52 als zijnde de wettelijke rente berekend tot en met 8 november 2024, alsmede vermeerderd met de wettelijke rente berekend over de periode aanvangend op 9 november 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
3.4.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk aan eiser, bij vooruitbetaling doch uiterlijk op de eerste dag van de betreffende maand, te betalen een bedrag gelijk aan de huurprijs ad € 692,51 per maand, eerstens doch uiterlijk op 1 december 2024 daarna telkens bij ommekomst van een maand de hoofdsom met een maandhuur te verhogen tot de dag der
ontruiming;
3.5.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk tot betaling aan eiser van een bedrag ad € 556,44 verhoogd met BTW in het kader van de gemaakte buitengerechtelijke kosten,
3.6.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de proceskosten inclusief nakosten, die aan de kant van eiser worden begroot op |€ 950,69, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als gedaagden niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend, dan moeten gedaagden ook de kosten van betekening betalen;
3.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.8.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th. Veling en in het openbaar uitgesproken.
[20434/52878]