Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaar met aftrek van voorarrest;
- herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling in de zaak met VI-nummer 99/000577-25.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf en maatregel
11.Vorderingen benadeelde partijen/schadevergoedingsmaatregelen
12.Vordering herroeping voorwaardelijke invrijheidstelling
13.Toepasselijke wettelijke voorschriften
14.Bijlagen
15.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaar;
[benadeelde partij 1]te betalen een bedrag van
€ 8.349,71 (zegge: achtduizend driehonderdnegenenveertig euro en eenenzeventig cent), bestaande uit € 349,71 aan materiële schade en € 8.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 25 januari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
[benadeelde partij 1]te betalen € 8.349,71 (hoofdsom zegge: achtduizend driehonderdnegenenveertig euro en eenenzeventig cent) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 januari 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 8.349,71 niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 76 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
[benadeelde partij 2]niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
groot 812 dagen,alsnog moet worden ondergaan.