ECLI:NL:RBROT:2024:12907

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 december 2024
Publicatiedatum
18 december 2024
Zaaknummer
11207191 CV EXPL 24-17300
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling eigen bijdrage Wmo-zorg door gedaagde aan CAK

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 6 december 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen het CAK en een gedaagde die zelf procedeert. De eiser, het CAK, heeft de gedaagde aangesproken op het niet betalen van de eigen bijdrage voor Wmo-zorg over de periode van 2021 tot en met 2022. De gedaagde heeft volgens het CAK meerdere keren de maandelijkse bijdrage van € 19,- niet voldaan, wat resulteert in een totale vordering van € 399,- exclusief rente en kosten. De gedaagde betwist de vordering en stelt dat zij slechts vijf keer hulp heeft ontvangen en dat zij drie facturen heeft betaald. Tevens beweert zij dat zij rauwelijks is gedagvaard en dat zij geen aanmaningen heeft ontvangen.

De kantonrechter heeft de vordering van het CAK toegewezen. De rechter oordeelde dat de gedaagde geen bezwaar heeft gemaakt tegen de CAK-beschikkingen en dat deze daarom formele rechtskracht hebben. Dit betekent dat het CAK terecht de maandelijkse Wmo-premie in rekening heeft gebracht. De rechter heeft ook de incassokosten van € 72,42 toegewezen, evenals de wettelijke rente over het verschuldigde bedrag. De proceskosten aan de kant van het CAK zijn vastgesteld op € 467,39, die de gedaagde ook moet betalen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het CAK het vonnis kan uitvoeren voordat het in kracht van gewijsde gaat.

De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig reageren op facturen en beschikkingen, en dat het niet maken van bezwaar tegen dergelijke documenten kan leiden tot een verlies van rechten. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van het totaalbedrag van € 484,89 aan het CAK, inclusief de wettelijke rente vanaf 19 juni 2024 tot de dag van volledige betaling.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 11207191 CV EXPL 24-17300
datum uitspraak: 6 december 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
CAK,
vestigingsplaats: Den Haag,
eiseres,
gemachtigde: Flanderijn Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [woonplaats],
gedaagde,
die zelf procedeert.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 19 juni 2024, met bijlagen;
  • het mondelinge antwoord;
  • de repliek, met bijlagen;
  • de dupliek.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
[gedaagde] moet maandelijks € 19,- aan eigen bijdrage voor de Wmo-zorg betalen. Zij heeft dit volgens het CAK over een periode van 2021 tot en met 2022 meerdere keren niet gedaan. Het CAK eist daarom betaling van € 399,- exclusief rente en kosten. [gedaagde] stelt slechts vijf keer hulp te hebben gehad. Zij heeft drie facturen ontvangen en drie betaald. Hiernaast zou zij rauwelijks gedagvaard zijn en heeft zij de aanmaningen niet ontvangen. Nadat ze contact op heeft genomen werd gezegd dat alles opgelost werd. Verder moest de enige brief die [gedaagde] heeft ontvangen als niet verzonden worden beschouwd. De kantonrechter wijst de vordering toe, hieronder wordt uitgelegd waarom.
Wmo-zorg
2.2.
[gedaagde] heeft volgens de gemeente in bovengenoemde periode zorg ontvangen. [gedaagde] betwist dit. Er zijn echter door het CAK meerdere beschikkingen naar haar gezonden over de Wmo-zorg. Zij heeft hier niet op gereageerd of hier bezwaar tegen gemaakt. Zij heeft ook niet op de facturen gereageerd. Omdat [gedaagde] geen bezwaar heeft gemaakt, moet de kantonrechter uitgaan van de juistheid van de CAK-beschikkingen (formele rechtskracht). Dit betekent dat het CAK de maandelijkse Wmo-premie terecht in rekening heeft gebracht. Het CAK heeft echter maar drie keer een betaling ontvangen en eenentwintig maanden niet. De overige premies moeten ook worden betaald. De vordering wordt toegewezen.
Incassokosten en rente
2.3.
De incassokosten van € 72,42 worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 van het Burgerlijk Wetboek (BW)).
De rente wordt toegewezen omdat het CAK genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde] dat niet heeft betwist.
Proceskosten
2.4.
[gedaagde] stelt dat zij rauwelijks is gedagvaard. Uit de stukken die het CAK heeft overgelegd, blijkt dat het CAK meerdere betalingsherinneringen naar [gedaagde] heeft verzonden. Ook Flanderijn heeft meerdere keren schriftelijk verzocht om betaling. Verder blijkt nergens uit dat een medewerker heeft aangegeven dat alles opgelost zou worden of een brief als niet verzonden mocht worden beschouwd. Het CAK heeft [gedaagde] dan ook voldoende de tijd gegeven om te reageren op de vordering. Dit heeft zij niet gedaan en daarom heeft het CAK terecht een procedure gestart. [gedaagde] moet de proceskosten betalen, omdat zij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot deze kosten aan de kant van het CAK op € 137,39 aan dagvaardingskosten,
€ 130,- aan griffierecht, € 160,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 80,-) en € 40,- aan nakosten. Dat is in totaal € 467,39. Hier kan nog een bedrag bijkomen als dit vonnis wordt betekend.
Uitvoerbaar bij voorraad
2.5.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat het CAK dat eist en [gedaagde] daar niet op heeft gereageerd (artikel 233 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan het CAK te betalen € 484,89 met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 399,- vanaf 19 juni 2024 tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van het CAK worden vastgesteld op € 467,39;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Lablans en in het openbaar uitgesproken.
62914