ECLI:NL:RBROT:2024:12903

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 december 2024
Publicatiedatum
18 december 2024
Zaaknummer
11067903 CV EXPL 24-11159
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande facturen en incassokosten in het kader van een overeenkomst voor zwembadverhuur

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 27 december 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Sportfondsen Nissewaard B.V. en een gedaagde partij die zelf procedeert. De eiseres, Sportfondsen Nissewaard, heeft een vordering ingesteld wegens onbetaalde facturen die voortvloeien uit een overeenkomst voor de verhuur van een zwembad. De eiseres heeft gesteld dat de gedaagde partij een bedrag van € 3.964,90 verschuldigd is, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke handelsrente. De gedaagde heeft de hoogte van de facturen betwist en aangevoerd dat zij op bepaalde data geen gebruik heeft gemaakt van de diensten van de eiseres.

Tijdens de zitting op 26 november 2024 heeft de eiseres haar vordering nader toegelicht en de hoofdsom aangepast naar € 3.645,46. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij niet is verschenen, ondanks een correcte oproeping. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de eiseres voldoende bewijs heeft geleverd voor de hoogte van de vordering en dat de gedaagde partij niet heeft aangetoond dat de facturen onjuist zijn.

De kantonrechter heeft de vordering van Sportfondsen Nissewaard toegewezen, inclusief de gevorderde incassokosten van € 521,49. De wettelijke handelsrente is toegewezen over het openstaande saldo van de facturen. De proceskosten zijn eveneens voor rekening van de gedaagde partij gesteld, omdat deze in het ongelijk is gesteld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de eiseres het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, ook als de gedaagde in hoger beroep gaat.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11067903 CV EXPL 24-11159
datum uitspraak: 27 december 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Sportfondsen Nissewaard B.V.,
vestigingsplaats: Spijkenisse,
eiseres,
gemachtigde: AGIN Timmermans,
tegen
[gedaagde], h.o.d.n. [handelsnaam],
vestigingsplaats: [vestigingsplaats],
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Sportfondsen Nissewaard’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 15 april 2024, met bijlagen;
  • het antwoord;
  • de nadere productie van Sportfondsen Nissewaard van 12 november 2024.
1.2.
Op 26 november 2024 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij waren aanwezig [naam 1] en [naam 2] namens Sportfondsen Nissewaard met mr. M. Heeren namens haar gemachtigde. [gedaagde] is, hoewel zij daarvoor op de juiste wijze is opgeroepen, zonder bericht, niet verschenen.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
Sportfondsen Nissewaard en [gedaagde] hebben met elkaar een overeenkomst gesloten. Bij dagvaarding heeft Sportfondsen Nissewaard uitgelegd dat zij op grond van deze overeenkomst haar zwembad ter beschikking stelt aan [gedaagde] en dat [gedaagde] daarvoor een vergoeding betaalt. Volgens Sportfondsen Nissewaard heeft [gedaagde] de facturen niet betaald. Zij heeft in de dagvaarding gesteld dat het gaat om een bedrag van € 3.964,90 en geëist dat [gedaagde] dit bedrag aan haar betaalt. Omdat [gedaagde] de facturen niet op tijd heeft betaald, vordert Sportfondsen Nissewaard ook buitengerechtelijke incassokosten van € 521,49 en de wettelijke handelsrente die tot 26 maart 2024 € 434,73 bedraagt. In totaal vordert Sportfondsen Nissewaard € 4.921,12 met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
2.2.
[gedaagde] is het niet eens met de vordering en betwist de (hoogte van de) facturen. Zij voert daartoe aan dat zij op bepaalde data geen diensten heeft aangenomen, terwijl die wel in rekening zijn gebracht. Verder voert zij aan dat het gehanteerde uurtarief niet klopt. Ook is het uurtarief zonder een aankondiging verhoogd.
2.3.
Naar aanleiding van het antwoord van [gedaagde] heeft Sportfondsen Nissewaard op 12 november 2024 een nadere productie ingediend. Zij heeft daarin haar vordering ten aanzien van de hoofdsom opnieuw gespecificeerd en aangepast. Uit deze specificatie volgt dat de hoofdsom niet € 3.964,90, maar € 3.645,46 bedraagt.
2.4.
De kantonrechter wijst de hoofdsom van € 3.645,46 toe. [gedaagde] moet ook € 521,49 aan incassokosten en de wettelijke handelsrente betalen, zoals gevorderd. Hierna wordt uitgelegd waarop deze beslissing is gebaseerd.
De (aangepaste) hoofdsom
2.5.
Sportfondsen Nissewaard heeft tijdens de zitting haar vordering nader toegelicht en verklaard dat de hoofdsom € 3.645,46 bedraagt. Zij heeft uitgelegd dat [gedaagde] leraren van haar heeft ingehuurd. De zwembad mocht zij gratis gebruiken. De facturen zien dus op de vergoeding van de (ver)huur van de leraren. De vergoeding is berekend aan de hand van een uurtarief van € 68,81 exclusief btw. Inclusief btw is dat € 75,-. Nadien is dat uurtarief met 7% geïndexeerd, zodat het uurtarief daarmee € 80,24 (inclusief btw) is geworden. Sportfondsen Nissewaard heeft deze verhoging aan [gedaagde] medegedeeld en zij heeft hier niet tegen geprotesteerd. Wat betreft de data heeft Sportfondsen Nissewaard verklaard dat het wel eens voorkwam dat data zijn verzet, omdat de les dan niet door ging. Het verzetten is altijd in goed overleg gebeurd.
2.6.
Gelet op de uitleg die Sportfondsen Nissewaard heeft gegeven, kan niet worden uitgegaan van de juistheid van de facturen die ten grondslag liggen aan de hoofdsom in de dagvaarding. Omdat Sportfondsen Nissewaard ter zitting wel de aangepaste hoofdsom van € 3.645,46 nader heeft toegelicht en [gedaagde] dit niet heeft weersproken, gaat de kantonrechter ervan uit dat deze wel klopt. [gedaagde] heeft verder niet geconcretiseerd op welke data zij geen gebruik zou hebben gemaakt van de diensten van Sportfondsen Nissewaard, terwijl dat wel van haar mocht worden verwacht. De kantonrechter gaat er daarom ook vanuit dat de data zoals opgenomen in de aangepaste specificatie kloppen. Datzelfde geldt voor het uurtarief van € 75,-. Dat partijen dit uurtarief hebben afgesproken volgt bovendien uit de mail van [gedaagde] die zij op 22 januari 2024 aan de gemachtigde van Sportfondsen Nissewaard heeft gestuurd. Omdat de facturen die ten grondslag liggen aan de aangepaste hoofdsom op basis van een uurtarief van € 75,- zijn berekend, hoeft de verhoging van het uurtarief niet verder te worden besproken.
2.7.
Het voorgaande leidt tot het oordeel dat de aangepaste hoofdsom van € 3.645,46 wordt toegewezen. [gedaagde] moet dit bedrag aan Sportfondsen Nissewaard betalen.
Incassokosten
2.8.
De incassokosten van € 521,49 worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW).
Rente
2.9.
De vordering tot vergoeding van € 434,73 aan vervallen wettelijke handelsrente zal worden afgewezen, omdat dit bedrag aan rente is berekend op basis van de hoofdsom die in de dagvaarding is gevorderd, terwijl de vordering wat betreft de hoofdsom wordt toegewezen op basis van de aangepaste specificatie en dus een lager bedrag aan hoofdsom. De gevorderde wettelijke handelsrente zal daarom worden toegewezen over het openstaande saldo van de facturen vanaf de vervaldata daarvan tot de dag dat volledig is betaald, nu [gedaagde] de facturen niet op tijd heeft betaald en dus in verzuim is geraakt.
In totaal zal worden toegewezen:
hoofdsom € 3.645,46 (plus wettelijke handelsrente over het openstaande saldo
van de facturen vanaf de vervaldata daarvan tot de dag dat volledig is betaald)
incassokosten
€ 521,49 +
€ 4.166,95
Proceskosten
2.10.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde], omdat zij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die [gedaagde] aan Sportfondsen Nissewaard moet betalen op € 125,37 aan dagvaardingskosten, € 496,- aan griffierecht, € 542,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 271,-) en € 135,- aan nakosten. Dat is in totaal € 1.298,37. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
Uitvoerbaar bij voorraad
2.11.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Sportfondsen Nissewaard dat eist en [gedaagde] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Sportfondsen Nissewaard te betalen € 4.166,95 met de wettelijke handelsrente zoals bedoeld in artikel 6:119a BW over een bedrag van € 3.645,46, te berekenen vanaf de vervaldata van de facturen tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van Sportfondsen Nissewaard worden begroot op € 1.298,37;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst af het anders of meer gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Poiesz en in het openbaar uitgesproken.
53954