Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering en ambulante behandeling voor agressieregulatie zal ondergaan;
- oplegging van de vrijheidsbeperkende maatregel in de zin van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, inhoudende een contactverbod met [slachtoffer] en een gebiedsverbod voor de [straatnaam] in Rotterdam gedurende een periode van drie jaren. Bij overtreding van één van die verboden dient er (telkens) één week hechtenis te worden toegepast tot een maximum van zesentwintig weken;
- de dadelijke uitvoerbaarheid van de vrijheidsbeperkende maatregel.
4.Waardering van het bewijs
“Je ken er gewoon een paar krijgen nou”. [slachtoffer] reageert daarop door te zeggen dat hij er geen één hoeft, en dat hij zijn hondje beet heeft. Kort daarna wordt geverbaliseerd dat er een
“klapgeluid”te horen is, waarna een persoon
“au”roept wat wordt gevolgd door kermende geluiden. Op basis van de uitwerking van deze opname, in samenhang met het letsel dat bij [slachtoffer] is vastgesteld en zijn aangifte, volgt de rechtbank de verklaring van [slachtoffer] en wordt de verklaring van verdachte, mede indachtig de wisselingen in zijn verklaringen, als niet geloofwaardig beschouwd. Gelet daarop acht de rechtbank bewezen dat de verdachte [slachtoffer] met een vuist in zijn gezicht heeft geslagen en derhalve niet heeft geduwd na of naar aanleiding van een duw door [slachtoffer] .
“…dan krijg je er vanavond nog een paar”gedoeld is op duwen. Die uitleg volgt de rechtbank niet. Hiervoor is vastgesteld dat de verdachte [slachtoffer] met zijn vuist in het gezicht heeft geslagen. De rechtbank stelt daarom vast dat de geuite woorden zien op het geven van vuistslagen.
1.
2.
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf en maatregel
8.Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) maanden;
3 (drie) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaren;
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
€ 3.400,19 (zegge: drieduizendvierhonderd euro en negentien cent), bestaande uit € 400,19 aan materiële schade en € 3.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 6 november 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer] te betalen
€ 3.400,19(hoofdsom, zegge:
drieduizendvierhonderd euro en negentien cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 november 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 3.400,19 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van maximaal
44 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;