Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de dagvaarding van 19 april 2024 met producties 1 t/m 29;
- de conclusie van antwoord van 12 juni 2024 met producties 1 t/m 21;
- de brief van de rechtbank van 24 juni 2024, waarbij partijen zijn opgeroepen voor een mondelinge behandeling;
- de brief van de rechtbank van 12 september 2024, waarbij partijen nader zijn geïnformeerd over de mondelinge behandeling;
- twee aktes van [bedrijf A] van 22 oktober 2024 met producties 30 en 31;
- de tijdens de mondelinge behandeling op 22 oktober 2024 door [bedrijf A] en Nationwide overgelegde spreekaantekeningen.
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
De grondslagen van de vorderingen van [bedrijf A]
(“Vervolgens heeft cliënte zijn bank benaderd om een afbouwgarantie verzekering af te sluiten. De bank, ABN Amro, heeft groen licht gegeven en aangegeven dat er twee opties van verzekeren waren en dat beide akkoord zouden zijn: cliënt zou per factuur kunnen verzekeren of het hele project kunnen verzekeren. De heer [bedrijf A] heeft dat daarop nog uitdrukkelijk met uw cliënt gesproken en dit ook medegedeeld. (…) Uw cliënte zou aldus nooit een risico lopen van het volledige bedrag van de offerte. (...)”)Ook uit de mededeling waaraan in de advocatenbrief werd gerefereerd moest Nationwide afleiden dat [bedrijf A] geen afbouwgarantieverzekering zou afsluiten. Verzuim is hierdoor zonder ingebrekestelling ingetreden en Nationwide mocht de voorovereenkomst buitengerechtelijk ontbinden. Dat is door de brief van Nationwide van 22 september 2023 gebeurd.