ECLI:NL:RBROT:2024:12882

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 oktober 2024
Publicatiedatum
18 december 2024
Zaaknummer
C/10/684783 / JE RK 24-1864
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van jeugdzorg

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 30 oktober 2024, wordt de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2010, verlengd. De zaak betreft de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, die de belangen van de minderjarige behartigt. De moeder van de minderjarige is belast met het ouderlijk gezag en heeft ingestemd met het verzoek tot verlenging van de uithuisplaatsing. De kinderrechter heeft de minderjarige in de gelegenheid gesteld zijn mening te geven tijdens de mondelinge behandeling, die op dezelfde dag heeft plaatsgevonden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige momenteel verblijft in een open groep bij Harreveld, maar dat deze situatie niet toereikend is voor zijn verdere ontwikkeling. Er zijn zorgen over zijn gedrag en middelengebruik, en de kinderrechter concludeert dat het enige passende traject op dit moment het YWCC-traject is, waarvoor een intakegesprek is gepland op 3 december 2024. De kinderrechter oordeelt dat de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De machtiging wordt verlengd tot 19 april 2025, en de beschikking wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/684783 / JE RK 24-1864
Datum uitspraak: 30 oktober 2024
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak van
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,
gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
over
[minderjarige],
geboren op [geboortedatum] 2010 in [geboorteplaats] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige]
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[moeder],
hierna te noemen: de moeder, wonende in [woonplaats] .

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter van 15 oktober 2024 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de briefrapportage van de GI van 28 oktober 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op
30 oktober 2024. Daarbij waren aanwezig:
- de moeder;
- een vertegenwoordiger van de GI, mw. [persoon A] .
1.3.
De kinderrechter heeft [voornaam minderjarige] in de gelegenheid gesteld zijn mening te geven.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige]
2.2.
[voornaam minderjarige] verblijft op een open groep bij Harreveld.
2.3.
Bij beschikking van 19 april 2024 is [voornaam minderjarige] onder toezicht gesteld tot 19 april 2025.
2.4.
Bij beschikking van 15 oktober 2024 is de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verlengd tot 19 november 2024. Een beslissing op het verzoek voor het overige is aangehouden.

3.Het aangehouden verzoek

De GI verzoekt de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder te verlengen voor de duur van de ondertoezichtstelling. Van deze periode is één maand verleend, en het restant aangehouden. Nu moet worden beslist over de periode tot 19 april 2025. De GI verzoekt de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

4.Het standpunt van de GI

De GI handhaaft ter zitting het verzoek en licht het als volgt toe. Het is op dit moment bijna zeker dat het traject bij Yes We Can Clinics (hierna: YWCC) kan starten. Er is een maatwerk-constructie gemaakt en er staat een intakegesprek gepland op 3 december 2024.

5.Het standpunt van de moeder

De moeder stemt ter zitting in met het verzoek en zij brengt het volgende naar voren. De afgelopen periode was zwaar en soms verdrietig, maar de moeder is blij dat het nu beter gaat met [voornaam minderjarige] Hij is gemotiveerd voor het YWCC-traject en hij wil stoppen met zijn middelengebruik. Het is positief dat het traject zo goed als geregeld is. Het doel is dat [voornaam minderjarige] uiteindelijk weer thuis kan komen wonen.

6.De beoordeling

6.1.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] , zoals verzocht, noodzakelijk is in het belang van zijn verzorging en opvoeding (artikel 1:265c, tweede lid, Burgerlijk Wetboek). De kinderrechter overweegt daartoe het volgende.
6.2.
Er zijn – zoals ook vermeld in de beschikking van 15 oktober 2024 – forse zorgen over de situatie van [voornaam minderjarige] , met name over zijn gedrag en zijn middelengebruik. [voornaam minderjarige] verblijft sinds enige tijd op een open groep bij Harreveld, maar hier kan men hem niet verder helpen. Ook de inzet van Tactus verslavingszorg is ontoereikend gebleken. Onder de huidige omstandigheden kan [voornaam minderjarige] (nog) niet thuis wonen. Alle betrokkenen zijn het er over eens dat het enige passende traject voor [voornaam minderjarige] op dit moment het YWCC-traject is. Het is positief dat [voornaam minderjarige] hiertoe gemotiveerd is en dat hij wil stoppen met middelengebruik. Ter zitting is gebleken dat het YWCC-traject zo goed als zeker kan starten. Het intakegesprek staat gepland op 3 december 2024. Het is van belang dat het YWCC-traject goed verloopt; dat [voornaam minderjarige] er aan meewerkt en in geval van problemen deze bespreekbaar maakt om een oplossing te vinden. Het doel van dit traject is dat [voornaam minderjarige] uiteindelijk weer thuis zal kunnen wonen.
6.3.
Op grond van vorenstaande zal de kinderrechter de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] verlengen tot 19 april 2025.

7.De beslissing

De kinderrechter:
7.1.
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot 19 april 2025;
7.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 30 oktober 2024 door
mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in aanwezigheid van M.Y.R. Veldkamp als griffier, en op schrift gesteld op 21 november 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.