Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder parketnummer 10/276914-24 onder 1 en 2 en het onder parketnummer 10/319048-23 ten laste gelegde;
- toepassing van het jeugdstrafrecht;
- veroordeling van de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 180 dagen met aftrek
- met opdracht aan de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van 60 uren, subsidiair 30 dagen vervangende jeugddetentie.
4.Waardering van het bewijs
.
De verdachte heeft ter terechtzitting toegegeven dat ook hij inderdaad heeft gezien dat er ‘iets’ in de kofferbak van de auto werd gezet.
en
en
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
- de verdachte werkt mee aan het toezicht door de jeugdreclassering en meldt zich op afspraken met de jeugdreclassering zo vaak de jeugdreclassering dat nodig vindt;
- de verdachte heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met de medeverdachten uit onderhavige zaak, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
- de verdachte is gedurende zijn jeugdreclasseringstoezicht op vooraf vastgestelde tijdstippen aanwezig op het verblijfadres. De jeugdreclassering stelt de precieze tijdstippen vast, in overleg met de verdachte en mede afhankelijk van de dagbesteding. De verdachte werkt mee aan elektronische monitoring op dit locatiegebod, zolang de jeugdreclassering dit nodig acht. Het huidige verblijfadres is [adres 3] , [postcode 2] in Rotterdam. Een ander adres voor het locatiegebod is alleen mogelijk als de jeugdreclassering daarvoor toestemming geeft. De verdachte gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de jeugdreclassering, omdat het voor de elektronische monitoring nodig is dat de verdachte in Nederland verblijft.;
- de verdachte spant zich in voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk, scholing en/of vrijetijdsbesteding, bijvoorbeeld het traject bij [naam instelling] , met een vaste structuur;
- de verdachte werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De verdachte geeft de jeugdreclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
- de verdachte laat zich begeleiden door een IPTA Coach vanuit de gemeente Rotterdam of een andersoortig (jongeren)coach, te bepalen door de jeugdreclassering. De begeleiding duurt zolang als de proeftijd loopt, of zoveel korter als de jeugdreclassering nodig acht;
8.Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen
- [benadeelde 1] , wonende te Aerdenhout, ter zake van het onder parketnummer 10/319048-23 tenlastegelegde feit. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 1549,62 aan materiële schade en een bedrag van € 2000,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
- [benadeelde 2] , wonende te Swalmen, ter zake van het onder parketnummer 10/319048-23 tenlastegelegde feit. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 1950,11 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
jeugddetentie voor de duur van 180 (honderdtachtig) dagen;
113 (honderddertien) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
proeftijd, die wordt vastgesteld op
2 (twee) jaren;
- mee zal werken aan toezicht door de jeugdreclassering en zich zal melden op afspraken met de jeugdreclassering zo vaak en zo lang als de jeugdreclassering dat nodig vindt;
- op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met:
De verdachte gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan jeugd/reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht.
werkstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren,waarbij de Raad voor de Kinderbescherming dient te bepalen uit welke werkzaamheden de werkstraf dient te bestaan;
30 (dertig) dagen;
€ 2.049,62 (zegge: tweeduizendnegenenveertig euro en tweeënzestig cent), bestaande uit € 1.549,62 aan materiële schade en € 500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 28 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde 1] te betalen
€ 2.049,62(hoofdsom,
zegge: tweeduizendnegenenveertig euro en tweeënzestig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 september 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde 2] te betalen
€ 1.950,11(hoofdsom,
zegge: negentienhonderdvijftig euro en elf cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 september 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;