ECLI:NL:RBROT:2024:1286
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een boete voor overtreding van de Wet dieren en de gevolgen van bewijsverlies
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Rotterdam het beroep van eiseres tegen een boete van € 1.500,- die haar is opgelegd voor een vermeende overtreding van de Wet dieren. De boete was gebaseerd op een rapport van bevindingen van de NVWA, waarin werd gesteld dat een chauffeur van eiseres een dwerggeit aan de hoorns had voortgetrokken tijdens het afladen. Eiseres betwistte de overtreding en voerde aan dat de camerabeelden, die als bewijs dienden, waren gewist, waardoor het bewijs niet toereikend was. De rechtbank oordeelde dat de beschrijvingen van de toezichthouders te summier waren en dat het bewijs niet voldoende was om de boete te handhaven. De rechtbank stelde vast dat het enkele vastpakken van de horens niet verboden is en dat de omstandigheden van de handeling niet concreet waren omschreven. Hierdoor werd het beroep gegrond verklaard, de boete verviel en werd eiseres een schadevergoeding van € 500,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn. Tevens werd de Staat der Nederlanden veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiseres.