Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlasteleggingen
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het in de zaak met parketnummer 10/075717-24 primair (poging tot doodslag, dan wel poging tot zware mishandeling) en subsidiair (bedreiging) ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het in de zaak met parketnummer 10/182990-24 onder 1 (overval op juwelier), 2 (medeplegen van het voorhanden hebben van een revolver met munitie) en 3 (medeplegen van het voorhanden hebben van een alarmpistool met munitie) ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van twaalf maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar met daarbij de bijzondere voorwaarden zoals deze zijn geadviseerd door de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad), waarbij de duur van de avondklok en van de elektronische monitoring wordt gereduceerd tot vier maanden;
- met opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna: JBRR) tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
4.Waardering van het bewijs
hij op 29 februari 2024 te Schiedam
tezamen en in vereniging met anderen
uit het winkelpand van [naam juwelier], gelegen aan [adres 2], meerdere horloges en arm
banden en kettingen die aan [naam juwelier] en [naam bedrijf] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om
dezezich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan
envergezeld van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1], [slachtoffer 2],
[slachtoffer 3]en [slachtoffer 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken door
- vuurwapens, te tonen aan en te richten op voornoemde [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4],
- aan voornoemde [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (dreigend) de woorden toe te voegen: "Ga naar achter, ga naar achter" en/of "Het is klaar nu, telefoons inleveren",
- voornoemde [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] te dwingen om op de grond te liggen en op hun knieën te gaan zitten,
- met een hamer vitrines in voornoemd winkelpand kapot te slaan;
hij op 29 februari 2024 te Schiedam,
tezamen en in vereniging met anderen,
wapens als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1° van de Wet wapens en munitie, te weten vuurwapens in de zin van artikel 1, onder 3° van die wet in de vorm van
tweerevolver
svan het merk BBM, model Olympic 38 met kaliber .22LR
hij op 29 februari 2024 te Schiedam,
tezamen en in vereniging met anderen,
een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten een alarm- c.q. startpistool van het merk BBM
5.Strafbaarheid feiten
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
2.en 3.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
deskundigegehoord, [naam], jeugdreclasseerder bij JBRR. Hij heeft verklaard dat het niet duidelijk is of het moeizame verloop van de behandeling bij De Waag, dat in het kader van een eerdere veroordeling is opgelegd, komt door onwil of door bedreigingen richting de verdachte. Het is frustrerend dat veel zaken die voor de verdachte geregeld moeten worden niet van de grond komen door zorgen over de veiligheid van de verdachte. Het is helpend dat De Waag nu beslist heeft om de behandeling van de verdachte in een andere stad te laten plaatsvinden. De verdachte heeft deze behandeling en een dagbesteding nodig om respectievelijk zijn trauma’s te kunnen verwerken en om de kans op herhaling van crimineel gedrag te verkleinen. Eerder volgde de verdachte dagbesteding bij Bon Sjans, dat ook vanwege dreigingen richting de verdachte, vroegtijdig is geëindigd. Dat de verdachte nu zelf met Bon Sjans bespreekt hoe hij daar opnieuw dagbesteding kan volgen, geeft meer vertrouwen in een positief verloop hiervan.
8.Vordering benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
de benadeelde partij [benadeelde partij 1]een schadevergoeding betalen van
€ 2.300,- vermeerderd met de kosten als hieronder in de beslissing vermeld. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht. Gelet op de jeugdige leeftijd van de verdachte zal geen gijzeling worden toegepast.
de benadeelde partij [benadeelde partij 2]een schadevergoeding betalen van
€ 404,13, vermeerderd met de kosten als hieronder in de beslissing vermeld. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht. Gelet op de jeugdige leeftijd van de verdachte zal geen gijzeling worden toegepast.
9.Vorderingen tenuitvoerlegging
met parketnummer 10/028151-22van 2 september 2022 van de kinderrechter in deze rechtbank is de verdachte ter zake van openlijke geweldpleging veroordeeld voor zover van belang tot een taakstraf bestaande uit een voorwaardelijke werkstraf van 40 uren, na aftrek van het voorarrest 36 uren resterend, met een proeftijd van 2 jaar. De proeftijd is ingegaan op 17 september 2022.
met parketnummer 10/242321-22van 15 december 2022 van de kantonrechter in deze rechtbank is de verdachte ter zake van steekwapenbezit veroordeeld voor zover van belang tot een taakstraf bestaande uit een voorwaardelijke werkstraf van 30 uren, met een proeftijd van 2 jaar. De proeftijd is ingegaan op 30 december 2022.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
jeugddetentie voor de duur van 180 (honderdtachtig) dagen;
134 (honderdvierendertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
werkstrafvoor de duur van
50 (vijftig) uren, waarbij de Raad voor de Kinderbescherming dient te bepalen uit welke werkzaamheden de werkstraf dient te bestaan;
€ 2.300,- (zegge: tweeduizend driehonderd euro), bestaande uit € 300,- aan materiële schade en € 2.000,- aan immateriële schade;
€ 404,13 (zegge: vierhonderdvier euro en dertien eurocent), bestaande uit materiële schade;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] te betalen
€ 2.300,-(hoofdsom,
zegge: tweeduizend driehonderd euro), bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde partij 2] te betalen
€ 404,13(hoofdsom, zeg
ge: vierhonderdvier euro en dertien eurocent), bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
de tenuitvoerleggingvan de voorwaardelijk opgelegde taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 36 uren subsidiair 18 dagen vervangende jeugddetentie, opgelegd bij vonnis van 2 september 2022 van de kinderrechter in deze rechtbank in de zaak met parketnummer 10/028151-22;
de tenuitvoerleggingvan de voorwaardelijk opgelegde taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 30 uren, subsidiair 15 dagen vervangende jeugddetentie, opgelegd bij vonnis van 15 december 2022 van de kantonrechter in deze rechtbank in de zaak met parketnummer 10/242321-22;