ECLI:NL:RBROT:2024:1269
Rechtbank Rotterdam
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Herzieningsverzoek van veelprocedeerder en misbruik van recht
In deze zaak heeft eiser op 19 oktober 2023 een herzieningsverzoek ingediend tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank, gedateerd 8 juni 2022, met zaaknummer ROT 22/1675. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat op grond van artikel 8:119, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een griffierecht geheven dient te worden bij de indiener van het herzieningsverzoek. Eiser heeft na het heffen van het griffierecht verzocht om ontheffing van deze verplichting.
De rechtbank oordeelt dat eiser misbruik maakt van recht, gezien zijn vele eerdere verzoeken en procedures. Dit leidt tot de conclusie dat hij geen aanspraak kan maken op ontheffing van het griffierecht. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken waarin is geoordeeld dat eiser misbruik maakt van recht, waaronder een recente uitspraak van de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2023:4063).
Volgens artikel 8:41, zesde lid, in verbinding met artikel 8:119, tweede lid, van de Awb, wordt een herzieningsverzoek niet-ontvankelijk verklaard indien het verschuldigde griffierecht niet tijdig is voldaan. De rechtbank concludeert dat eiser in verzuim is geweest, waardoor het herzieningsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De rechtbank verklaart het herzieningsverzoek niet-ontvankelijk en deze uitspraak is gedaan door mr. S.N. Abdoelkadir, rechter, in aanwezigheid van L.M. Arkenbout, griffier, en is uitgesproken in het openbaar op 23 februari 2024.