In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 29 november 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Van der Wal Bedrijfshuisvesting B.V. en een gedaagde die onder een handelsnaam opereert. De eiseres, Van der Wal, heeft een vordering ingesteld tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de bedrijfsruimte vanwege een huurachterstand. De huurovereenkomst betreft een bedrijfsruimte waar de huurprijs € 568,70 per maand bedraagt. De gedaagde heeft erkend een huurachterstand te hebben van € 1.137,40 over de maanden juni en juli 2024, en heeft daarnaast nog een bedrag van € 37,73 aan energiekosten en € 600,00 aan contractuele boetes verschuldigd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand ernstig genoeg is om de huurovereenkomst te ontbinden. De rechter heeft de gedaagde veroordeeld om de huurachterstand, de energiekosten en de contractuele boetes te betalen, en heeft de gedaagde opgedragen om de bedrijfsruimte binnen veertien dagen na betekening van het vonnis te ontruimen. Tevens zijn de proceskosten aan de zijde van Van der Wal begroot op € 794,39. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als de gedaagde in hoger beroep gaat.