Op 3 december 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2015. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van de minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], verlengd voor de duur van een jaar. De zaak werd behandeld in het kader van een verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, die zich zorgen maakt over het contact tussen de ouders en de impact daarvan op [voornaam minderjarige]. De ouders, de moeder en de vader, zijn belast met het ouderlijk gezag en hebben beiden een rol in de procedure. Tijdens de zitting op 3 december 2024 waren beide ouders aanwezig, evenals een vertegenwoordiger van de GI.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er in de afgelopen periode geen vooruitgang is geboekt in de communicatie tussen de ouders, wat leidt tot een loyaliteitsconflict voor [voornaam minderjarige]. De GI heeft in het verleden verschillende hulpverleningstrajecten ingezet, waaronder het Solo Parallel Ouderschapstraject, maar deze hebben niet het gewenste resultaat opgeleverd. De ouders zijn niet in staat gebleken om constructief samen te werken in het belang van hun kind. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van groot belang is dat [voornaam minderjarige] onbelast contact kan hebben met beide ouders en dat de ouders zich moeten openstellen voor hulpverlening.
De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 20 december 2025 en verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad. Hoger beroep kan worden ingesteld door de verzoeker en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. P. Vlaardingerbroek, kinderrechter, in aanwezigheid van A.L.I. Janssens als griffier.