ECLI:NL:RBROT:2024:12649

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 december 2024
Publicatiedatum
16 december 2024
Zaaknummer
C/10/688766 / JE RK 24-2396
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van een loyaliteitsconflict tussen ouders

Op 3 december 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2015. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van de minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], verlengd voor de duur van een jaar. De zaak werd behandeld in het kader van een verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, die zich zorgen maakt over het contact tussen de ouders en de impact daarvan op [voornaam minderjarige]. De ouders, de moeder en de vader, zijn belast met het ouderlijk gezag en hebben beiden een rol in de procedure. Tijdens de zitting op 3 december 2024 waren beide ouders aanwezig, evenals een vertegenwoordiger van de GI.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat er in de afgelopen periode geen vooruitgang is geboekt in de communicatie tussen de ouders, wat leidt tot een loyaliteitsconflict voor [voornaam minderjarige]. De GI heeft in het verleden verschillende hulpverleningstrajecten ingezet, waaronder het Solo Parallel Ouderschapstraject, maar deze hebben niet het gewenste resultaat opgeleverd. De ouders zijn niet in staat gebleken om constructief samen te werken in het belang van hun kind. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van groot belang is dat [voornaam minderjarige] onbelast contact kan hebben met beide ouders en dat de ouders zich moeten openstellen voor hulpverlening.

De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 20 december 2025 en verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad. Hoger beroep kan worden ingesteld door de verzoeker en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. P. Vlaardingerbroek, kinderrechter, in aanwezigheid van A.L.I. Janssens als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/688766 / JE RK 24-2396
Datum uitspraak: 3 december 2024
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,
gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
over
[minderjarige],
geboren op [geboortedatum] 2015 in [geboorteplaats] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam moeder],
hierna te noemen: de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
[naam vader],
hierna te noemen: de vader, wonende in [woonplaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
  • het verzoekschrift van de GI met bijlagen van 5 november 2024, ontvangen op diezelfde datum;
  • de briefrapportage van de GI van 11 november 2024, ontvangen op 12 november 2024.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 3 december 2024. Daarbij waren aanwezig:
- de moeder;
- de vader;
- een vertegenwoordigster van de GI, mw. [persoon A] .

2.De feiten

2.1.
De moeder en de vader zijn belast met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] .
2.2.
[voornaam minderjarige] woont bij haar moeder.
2.3.
Bij beschikking van 9 juli 2024 is [voornaam minderjarige] onder toezicht gesteld met ingang van 20 juni 2024 tot en met 20 december 2024.

3. Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen voor de duur van een jaar.
3.2.
De GI handhaaft het verzoek tijdens de mondelinge behandeling en licht het als volgt toe. Er is in de afgelopen periode geen vooruitgang geboekt in het contact tussen de ouders. Hierdoor is er nog steeds sprake van een loyaliteitsconflict bij [voornaam minderjarige] . In een recent gesprek met de GI heeft [voornaam minderjarige] aangegeven het gevoel te hebben dat zij volledig klem zit tussen de ouders. Dit baart de GI grote zorgen. Daarbij is het voor [voornaam minderjarige] erg ingewikkeld om een mening te vormen over co-ouderschap. Verder bestaat er nog steeds onenigheid tussen de ouders over de uitvoering van de omgangsregeling. Het is hiervoor noodzakelijk dat de ouders het verleden achter zich kunnen laten. De GI ziet dat de ouders veel om [voornaam minderjarige] geven, maar de ouders zijn nog steeds niet in staat om het belang van [voornaam minderjarige] voorop te stellen. In de afgelopen periode is er nadere hulpverlening ingezet gericht op parallel ouderschap. Dit traject is echter ontoereikend gebleken. De moeder heeft het traject voor zichzelf stopgezet. Zij staat op dit moment wel weer open om het traject op te starten. In de afgelopen jaren zijn er al diverse trajecten voor de ouders ingezet zonder enig resultaat. Het is noodzakelijk dat de ouders zich in de komende periode daadwerkelijk openstellen voor de benodigde hulp. Daarbij dienen zij zich intensief in te zetten om een verbetering in de onderlinge communicatie te bewerkstelligen. De GI wil de ouders hierin nogmaals een kans geven in het belang van [voornaam minderjarige] . [voornaam minderjarige] heeft immers het recht op onbelast contact met de beide ouders. De ouders dragen hiervoor de verantwoordelijkheid. Ook is de GI voornemens om de Raad in de komende periode een onderzoek te laten uitvoeren naar een passende omgangsregeling die gericht is op de behoefte van [voornaam minderjarige] .

4.De standpunten

4.1.
De moeder brengt tijdens de mondelinge behandeling het volgende naar voren. In de afgelopen periode is er opnieuw onvoldoende vooruitgang geboekt in het kader van de ondertoezichtstelling. Er is sprake van een neerwaartse spiraal in het contact tussen de ouders. De moeder heeft weinig vertrouwen in wat de ondertoezichtstelling in de komende periode hierin (nog) kan betekenen. In opdracht van de GI sturen de ouders elkaar wekelijks een e-mail met een update over [voornaam minderjarige] . De moeder doet hard haar best om deze vorm van communicatie naar behoren te laten verlopen. De vader reageert echter met verwijten richting de moeder betreffende de opvoeding. De moeder vindt dit erg jammer. Daarbij is het teleurstellend dat de vader niet persoonlijk aan de moeder om nadere informatie vraagt, zoals onder andere over het stopzetten van het Solo Parallel Ouderschapstraject. De vader trekt te snel zijn eigen conclusies zonder de werkelijke situatie te achterhalen. De moeder staat open voor de omgangsregeling met de vader. Zij wil het verleden achter zich laten en zich positief richten op haar gezin. De moeder wil het beste voor [voornaam minderjarige] . De moeder hoopt de komende periode dat er een verbetering zal ontstaan in de onderlinge communicatie met de vader.
4.2.
De vader brengt tijdens de mondelinge behandeling het volgende naar voren. De huidige situatie valt de vader erg zwaar. In de afgelopen periode heeft de vader zich intensief ingezet in het hulpverleningstraject. Hij heeft hierdoor geleerd zich beter te verwoorden en uit te drukken richting de moeder. De moeder heeft echter het Solo Parallel Ouderschap plotseling stopgezet. Ook in het verleden heeft zij trajecten stopgezet. De vader vindt dit erg teleurstellend. Hij heeft zelfstandig het Solo Parallel Ouderschap voortgezet. De vader is vanwege de ambivalente houding van de moeder niet in staat om zijn vaderrol in te vullen. Hij voelt zich al jarenlang buiten spel gezet in de opvoeding van [voornaam minderjarige] en hij maakt zich al erg lang zorgen om haar ontwikkeling. In het verleden heeft hij hiertoe de betrokken instanties meerdere malen gewaarschuwd vanwege de scheidingsproblematiek. Hier zijn echter nooit de benodigde stappen in ondernomen. Op dit moment ziet de vader [voornaam minderjarige] wekelijks anderhalve dag. Het uitgangspunt is dat de vastgelegde omgangsregeling per januari 2024 volledig uitgeoefend zou worden, zodat [voornaam minderjarige] drie dagen per week bij de vader zal verblijven. Dit is echter nog steeds niet mogelijk gebleken. Ook blijft er onenigheid met de moeder bestaan over de indeling van de schoolvakanties. De toezichthoudende rol van de GI blijft de komende periode nog steeds noodzakelijk om de communicatie tussen de ouders te monitoren en te waarborgen. De vader hoopt dat uit het onderzoek van de Raad de nodige vervolgstappen zullen voortvloeien. Ook draagt de vader het SCHIP-traject aan om in de komende periode in te zetten.

5.De beoordeling

5.1.
Op basis van de stukken en de zitting is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
5.2.
[voornaam minderjarige] staat sinds juni 2024 onder toezicht, waarbij het voornaamste doel van de ondertoezichtstelling is (het verbeteren van) het contact tussen de ouders vanwege hun onderlinge strijd. In de afgelopen periode is hierin geen vooruitgang geboekt. Uit de stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat de ouders zich opnieuw onvoldoende hebben opengesteld in het hulpverleningstraject, waardoor Solo Parallel Ouderschap onvoldoende resultaat teweeg heeft gebracht. Ook is in het verleden het SCHIP-traject voor de ouders ingezet, maar zonder resultaat. De kinderrechter constateert dat de hulpverlening opnieuw is gestagneerd en dat er onvoldoende vooruitgang is geboekt binnen de ondertoezichtstelling. Hierdoor bevindt [voornaam minderjarige] zich in een heftig loyaliteitsconflict. Zij zit klem tussen de ouders, wat zeer belastend is voor haar. De ouders blijken nog altijd onvoldoende in staat om constructief te communiceren in het belang van [voornaam minderjarige] . De kinderrechter benadrukt dat het van groot belang is dat [voornaam minderjarige] onbelast contact kan hebben met beide ouders. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de ouders en zij zijn verplicht om zich hier volledig voor in te zetten in het belang van [voornaam minderjarige] . De kinderrechter acht het van groot belang dat in de komende periode de ouders de benodigde hulpverlening accepteren die gericht is op het verbeteren van hun onderlinge communicatie. Hiertoe is het noodzakelijk dat de ouders openstaan voor hulp en het gesprek met elkaar aangaan. Daarnaast is een goede samenwerking met de GI en de overige instanties een vereiste. De betrokkenheid van een jeugdbeschermer blijft in het komende jaar noodzakelijk.
5.3.
De kinderrechter verlengt daarom de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] voor de duur van een jaar. [1]

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] tot 20 december 2025;
6.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 december 2024 door mr. P. Vlaardingerbroek, kinderrechter, in aanwezigheid van A.L.I. Janssens als griffier, en op schrift gesteld op 10 december 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.

Voetnoten

1.Artikel 1:260, eerste lid, BW.