Beoordeling door de voorzieningenrechter
3. Verzoekers wonen samen met hun twee minderjarige kinderen (van 10 en 16 jaar) en de vader van verzoekster op het adres [adres] in Zwijndrecht. Verzoeker [verzoeker] is de eigenaar van deze woning.
4. Eind 2023 is de politie een strafrechtelijk onderzoek gestart onder de naam ‘Vuurland’ in verband met de productie van xtc-pillen. Op 2 september 2024 zijn er negen mensen aangehouden die worden verdacht van grootschalige handel in en/of het vervaardigen van xtc-pillen. Verzoekers en hun oudste kind zijn daarbij ook aangehouden. In de woning van verzoekers zijn onder meer (netto) 93,2 gram MDMA, 1.055 gram GHB
(dit is ongeveer 1 liter GHB), € 5.500,- en een plastic shotgun aangetroffen. In de garage bij verzoekers woning zijn een weegschaal met residu, een kist vol gelaatsmaskers en een ploertendoder aangetroffen. Dit blijkt uit een bestuurlijke rapportage van de politie van 23 september 2024.
Waar gaat het in deze zaak om?
5. Naar aanleiding van de bestuurlijke rapportage heeft de burgemeester besloten om de woning van verzoekers te sluiten voor de duur van drie maanden.
Verzoekers zijn het hier niet mee eens. Zij willen met het verzoek om een voorlopige voorziening bereiken dat zij voorlopig in hun woning kunnen blijven wonen.
De burgemeester heeft toegezegd dat de woning open mag blijven tot de uitspraak van de voorzieningenrechter.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek af
6. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
Hebben verzoekers een spoedeisend belang?
7. Een procedure bij de voorzieningenrechter is een spoedprocedure. Een voorlopige voorziening kan alleen worden getroffen als er een spoedeisend belang is, waardoor iemand niet kan wachten op een beslissing op zijn bezwaar- of beroepschrift.
De voorzieningenrechter dient eerst te bepalen of er sprake is van een spoedeisend belang, voordat de zaak inhoudelijk kan worden beoordeeld.
8. De voorzieningenrechter vindt dat het spoedeisend belang voldoende aannemelijk is. Verzoekster zit niet langer in detentie en zij woont weer met haar kinderen in de woning. Ook haar vader woont daar nog. Als er geen voorlopige voorziening wordt getroffen, hebben zij gedurende de komende drie maanden geen toegang tot hun woning.
9. Op grond van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet is de burgemeester bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in woningen harddrugs en softdrugs wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is.
10. De burgemeester voert beleid om de handel in drugs in Zwijndrecht tegen te gaan. Dit beleid staat in de Beleidsregels artikel 13b Opiumwet. In dit beleid staat in welke gevallen de burgemeester in beginsel overgaat tot sluiting van een woning.
Is de burgemeester bevoegd om de woning te sluiten?
11. De burgemeester is in beginsel bevoegd om de woning te sluiten als er een handelshoeveelheid drugs in een woning wordt aangetroffen. Bij harddrugs is er sprake van een handelshoeveelheid als er meer dan 0,5 gram wordt aangetroffen. In de woning van verzoekers is 93,3 gram MDMA en ongeveer 1 liter GHB aangetroffen. Dit is een ruime overschrijding van de handelshoeveelheid harddrugs.
Tussen partijen is niet in geschil dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten vanwege een overtreding van de Opiumwet.
Is er een noodzaak om de woning te sluiten?
12. Aan de hand van de ernst en omvang van de overtreding dient vervolgens te worden beoordeeld in hoeverre sluiting van de woning noodzakelijk is ter bescherming van het woon- en leefklimaat bij de woning en het herstel van de openbare orde.
13. Verzoekers voeren aan dat er geen noodzaak is om de woning te sluiten. Volgens verzoekers werd hun woning niet gebruikt voor de handel in of het vervaardigen van xtc-pillen. Er was geen loop naar de woning en er zijn geen meldingen van overlast.
De harddrugs, die in de woning zijn aangetroffen, waren voor eigen gebruik en hebben niets te maken met de strafbare feiten waarvan zij verdacht worden. Daarnaast vinden verzoekers dat de noodzaak van de sluiting is komen te vervallen, gelet op het tijdsverloop tussen de doorzoeking van de woning en het bestreden besluit.
14. In de geschiedenis van de totstandkoming van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet is in algemene zin vermeld dat bij een eerste overtreding nog niet tot sluiting van de woning dient te worden overgegaan, maar dat moet worden volstaan met een waarschuwing of soortgelijke maatregel. Dit moet worden beschouwd als een uitgangspunt waarvan in ernstige gevallen mag worden afgeweken.
15. De voorzieningenrechter staat dus voor de vraag of er sprake is van een ernstig geval. Uit jurisprudentie blijkt dat verschillende factoren een rol kunnen spelen bij de vraag of er sprake is van een ernstig geval. Zo is de noodzaak tot sluiting groter als er een handelshoeveelheid harddrugs is aangetroffen en de aangetroffen drugs feitelijk in of vanuit de woning werden verhandeld.
16. Er is een ruime overschrijding van de handelshoeveelheid harddrugs aangetroffen. Feitelijke handel in of vanuit de woning kan worden aangenomen op grond van het in de woning aantreffen van attributen die te relateren zijn aan drugshandel, zoals een weegschaal, verpakkingsmaterialen, een grote hoeveelheid contant geld en (vuur)wapens. Dat er geen feitelijke handel in of vanuit de woning is waargenomen en evenmin sprake is van overlastmeldingen, is hierbij niet van belang.
Er zijn in de woning van verzoekers en de bijbehorende garagebox zaken aangetroffen die gerelateerd kunnen worden aan drugshandel, zoals een weegschaal met residu en een grote hoeveelheid contant geld.
Daarnaast heeft de burgemeester van belang kunnen achten dat de politie bij de woning is uitgekomen vanwege een grootschalig onderzoek naar de productie van en handel in xtc-pillen. Zo zijn er door de politie 15 panden doorzocht in vijf verschillende gemeentes. Tijdens deze doorzoekingen werden onder andere een grote hoeveelheden xtc-pillen, een productieplaats met materiaal om deze pillen te vervaardigen, een geldtelmachine en ongeveer € 70.000 aangetroffen.
De voorzieningenrechter vindt het tijdsverloop tussen het aantreffen van de drugs en het bestreden besluit (bijna drie maanden) niet zodanig dat er om die reden geen noodzaak meer is om de woning te sluiten.
Gelet op het voorgaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat de burgemeester de noodzaak tot sluiting van de woning aanwezig heeft mogen achten en dat hij niet gehouden was om met een minder ingrijpend middel te volstaan.
Is de sluiting van de woning evenwichtig?
17. Als de burgemeester zich redelijkerwijs op het standpunt heeft kunnen stellen dat sluiting van het pand noodzakelijk is, dient hij zich ervan te vergewissen dat de sluiting evenwichtig is. De nadelige gevolgen van de sluiting moeten worden afgewogen tegen de omstandigheden die ertoe hebben geleid dat de burgemeester een sluiting noodzakelijk mocht vinden. Een sluiting met veel nadelige gevolgen is niet per definitie onevenwichtig.
18. Verzoekers voeren aan dat de sluiting niet evenwichtig is. Verzoekers hebben gelijktijdig in voorarrest gezeten en hun kinderen verbleven toen gescheiden bij hun oma (oudste kind) en de zus van verzoekster (jongste kind). Dit is een onwenselijke situatie. Familie en vrienden zijn echter niet in staat om alle leden van het gezin op te vangen. Daarnaast heeft het oudste kind van verzoekers een zeldzame zenuwziekte aan de buikspieren, waardoor hij soms hevige pijnen heeft. Hij is onlangs ook opgenomen geweest in het ziekenhuis. Het is daarom van belang dat de kinderen een stabiele thuissituatie hebben. Daarnaast heeft de vader van verzoekster – die ook bij hen in huis woont – onlangs een nieuwe hartklep gekregen en is het voor zijn stel van belang dat elke vorm van stress wordt voorkomen. Verder hebben verzoekers geen geld om een verblijf van drie maanden op een andere locatie te overbruggen, omdat zij ook hun hypotheek moeten doorbetalen. Ook lopen zij het risico dat hun hypotheek in gevaar komt als de woning wordt gesloten.
19. De voorzieningenrechter vindt de gevolgen van de sluiting in dit geval niet onevenwichtig. Verzoekers kunnen een verwijt worden gemaakt van de aangetroffen harddrugs in hun woning, omdat zij die zelf in de woning hebben gebracht.
Ouders van minderjarige kinderen zijn in beginsel zelf verantwoordelijk voor het vinden van vervangende woonruimte, maar hierbij geldt dat de burgemeester zich dient te informeren over geschikte opvang. Daarbij moet hij kijken in hoeverre de ouders of verzorgers zelf in staat zijn om iets te regelen. De burgemeester heeft in het bestreden besluit aandacht besteed aan het feit dat er minderjarige kinderen in het spel zijn. De burgemeester heeft erop gewezen dat de kinderen van verzoekers tijdens het voorarrest van beide ouders door familieleden zijn opgevangen. Er is niet gebleken dat dit niet meer mogelijk is.
De omstandigheid dat sommige leden van het gezin dan gescheiden van elkaar worden opgevangen, vindt de voorzieningenrechter in dit geval niet onoverkomelijk, omdat het slechts om een sluiting voor de duur van drie maanden gaat. Bovendien zijn dit ook de gevolgen van de keuzes die verzoekers zelf hebben gemaakt.
Ook heeft de burgemeester erop gewezen dat verzoekers contact kunnen zoeken met het Sociaal Wijkteam, die hen verder kan bijstaan bij het zoeken naar opvangmogelijkheden of bij andere vragen of problemen die zij als gevolg van de sluiting van de woning hebben of ondervinden.
Verzoekers hebben een koopwoning, waardoor zij – anders dan mensen die een sociale huurwoning huren – na de sluiting in beginsel niet geconfronteerd zullen worden met verdergaande maatregelen en zij de woning definitief kwijtraken. Er is in ieder geval op dit moment niet gebleken dat de sluiting gevolgen heeft voor de hypotheek.
Daarnaast is niet gebleken dat het oudste kind en de vader van verzoekster gebonden zijn aan de woning. Dit blijkt in ieder geval niet uit de medische informatie die is overgelegd.
20. De burgemeester heeft naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter de belangen bij sluiting van de woning zwaarder mogen laten wegen dan de belangen van verzoekers bij het voortgezet gebruik van de woning.
Conclusie en gevolgen
21. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dat betekent dat de burgemeester de woning van verzoekers mag sluiten. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.