Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- de heer [verzoeker] , verzoeker;
- mevrouw [persoon A] , partner van verzoeker;
- de heer N.A. Belo, beschermingsbewindvoerder.
2.De beoordeling
11 januari 2024 laten weten dat zij de schuldenlast van verzoeker niet problematisch vinden. Zij zijn hiertoe gekomen doordat de vriendin van verzoeker ook inkomen genereert. De woonlasten zijn daardoor naar rato verdeelt. Gelet op de afloscapaciteit van verzoeker, zou hij zijn schulden binnen 36 maanden volledig kunnen aflossen.
1 juli 2023 is begonnen en volgens de Gedragscode Schuldhulpverlening de looptijd van een schuldregeling sinds die tijd 18 maanden is in plaats van 36 maanden. Daarmee is beoogd de looptijd van het minnelijke traject te laten aansluiten bij het wettelijke traject. De schuldhulpverlener heeft onvoldoende onderbouwd dat verzoeker met een betalingsregeling zijn schulden zou kunnen regelen en dat er om die reden geen schuldbemiddeling zou hoeven plaats te vinden. Ook is niet gebleken dat het doen van een minnelijk aanbod bij voorbaat kansloos was. Ten overvloede merkt de rechtbank op dat het doen van een minnelijk aanbod nu in ieder geval voor de hand ligt, omdat de inkomenssituatie van verzoeker is gewijzigd.