3.8.Op gezamenlijk verzoek van partijen heeft [naam 1], neuroloog, (hierna: [naam 1]) [verzoeker] onderzocht. Op 6 december 2023 bracht [naam 1] zijn aangevuld definitief rapport met bijlagen uit. Daarin staat, voor zover hier van belang:
“”[…]
Medische voorgeschiedenis (informatie uit het beschikbare dossier)
2005- kopstaartbotsing met herstel klachten in 3 maanden
[…]
01-2018- acute lumbago R: fysio en diclofenac, omeprazol: in de rug geschoten (huisarts,
[naam 2], Rugkliniek Dordrecht)
[…]
08-05-2019- auto-ongeval, met nadien nekpijn laag cervicaal (huisarts)
[…]
Anamnese (informatie van betrokkene zelf)
Preaccidentele situatie:
Afgaande op de beschikbare correspondentie en anamnese, geen nekklachten of andere klachten van betekenis. Wel dient het volgende opgemerkt te worden. In de brief van [naam 3], bedrijfsarts, 08-07-2020, staat een kopstaart botsing vermeld in 2005, met herstel en nagenoeg klachtenvrij. Volgens zijn eigen zeggen met volledig herstel. Het huisartsenjournaal vermeldt ook geen nekklachten voor het accident uit 2019.
Specifieke anamnese:
Op 08-05-2019 zat hij vroeg (5.30 uur a.m.) in zijn werkbus. Hij reed met normale snelheid (circa 20 km/ uur) de kruising op in zijn Ford Transit, met gordels om en de hoofdsteunen goed afgesteld. Een tegenligger kwam van links de kruising op rijden met hoge snelheid. Hij kon de aanhanger van de tegenligger niet ontwijken en reed hier tegen aan. Er is geen sprake van bewustzijnsverlies, geen geheugen verlies voor het gebeurde, noch vlak na het ongeval (PTA en RTA beide afwezig). Wel was hij enorm geschrokken en had direct na de aanrijding nekpijn. Vervolgens is hij zelf naar huis gereden en is na inname van pcm gaan slapen. Hij had een slechte nachtrust, met vaak wakker worden van de pijn. De volgende ochtend nam de nekpijn toe, waarna hij zijn huisarts heeft bezocht, welke een X CWK in het ASZ (Albert Schweitzer ZH) liet maken. Hierop waren geen fracturen of andere afwijkingen te zien. Na 6 weken rust te hebben genomen heeft hij het werk hervat. Toen de nekpijn aanhield heeft hij opnieuw bij zijn huisarts aan de bel getrokken. Ook had hij last van pijn boven het linker schouderblad. Hierop is gestart met fysiotherapie, die hem ook met dry needling behandelde, wat hij als zeer pijnlijk ervoer.
[…]
Ingestelde behandelingen:
Medicatie: pcm
Fysio: tractie, tape, oefeningen, massage, dry needling en warme pakkingen
Manuele therapie/chiropractor
Psychosomatische fysio
Psycholoog: enkele gesprekken
Pijnpoli: TENS, PRF C6-C7 L, PRF nervus suprascapularis links, percutane radiofrequente
cervicale facetdenervatie aan de linker zijde (C3-4/C4-5/C5-C6). Dat alles
ondanks angst en afkeer voor prikken
Revalidatie: Rijndam: multidisciplinair traject
POH GGZ: begeleiding
Status Praesens:
1- Constante nekpijn L, NRS=7 (range 0-10, 0 geen pijn en 10, meest heftige pijn)
2- Pijn zijkant hals L
3- Soms gevoel van “bloedleegte” in de L hand hebben
4- Constante moeheidsklachten
5- Soms somber door aanhouden van de klachten en werk kwijt zijn
6- Na langere inspanning: gevoel alsof zijn hoofd ontploft
7- Traag tempo, bij opdrachten uitvoeren
Ervaren belemmeringen:
Zie hier boven.
Belemmeringen in ADL en BDL (Bijzondere Dagelijkse Levensverrichtingen):
ADL: normaal
BDL: normaal
Belemmeringen bij sporten en recreatie:
[…]
Fietsen gaat niet, want stuurt te laat bij.
[…]
Rijdt nog altijd graag de kinderen met de auto overal naar toe: school, sport etc.
Autorijden kan hij enkel kleine stukjes ( bij grotere afstanden rijdt zijn vrouw).
Belemmeringen in het werk:
Fysiek is het werk bij het spooronderhoud/montage te zwaar voor hem, vanwege zijn nekklachten.
Kan het standaard veiligheidshesje niet verdragen op zijn nek en schouder.
Op zijn werk was het alles of niets: leiding geven en meewerken, of niet werken.
Relevante aanvullende anamnese
[…]
Sociale anamnese:
[…] Zelf werkte hij bij de BAM en verzorgde het spoor onderhoud voor Prorail. Hij gaf leiding over een team van 5-10 man en werkte ook zelf mee. Hij had zijn groot rijbewijs gehaald om vrachtwagen te mogen rijden. Hij hield van zijn werk.
Vlak na het ongeval heeft hij de draad weer opgepakt, maar na enkele maanden is hij uit de bus gehaald, omdat men het rijden niet verantwoord vond.
[…] Op 09-01-2020 meldde hij zich arbeidsongeschikt. Vervangend werk, waarbij hij niet hoefde mee te werken, was in zijn oude werk niet voorhanden. […] Hij is tegen de beslissing van het UWV in beroep gegaan. In sept. 2021 was de WIA keuring vrijwel afgerond. Doordat hij langere tijd niet in staat was om zijn werk naar behoren te kunnen doen, is hij per 01-01-2023 ontslagen. Vervolgens heeft hij 3 advocaten ingeschakeld; een, om de beslissing van het UWV aan te vechten; twee, om tegen zijn oude werkgever […] te procederen; en drie, een letselschade advocaat, […] Dit alles geeft hem veel stress, ook omdat hij vanwege onbegrip over zijn medische situatie geen vrienden meer heeft over gehouden.
[…]
Neurologisch onderzoek
[…]
Algemene indruk: normale stemming en gedrag. Gespannen. Normale cognitieve functies.
Coöperatief. Geen opvallende inconsistenties of dyscongruenties.
[…]
Motoriek: Goed gespierde man. Geen atrofie, normale tonus spieren.
[…]
Nekfunctie:
Lichte antecollis stand en milde kyfose stand thoracaal.
Lichte hypertonie nekspieren.
Beweging: normale AF, rotatie bdz licht beperkt > 45 graden, RF: sterk beperkt.
Gevoel: hypalgesie en -esthesie hals L prox. van de sterncocleidomastoideus tot mediaan, zonder allodynie.
Gevoel: hypalgesie en -esthesie: klein circumscript plekje boven scapula L, ongeveer t.h.v. van de scapulaire notch, met niet consistente geringe allodynie. Wel consistente hyperpathie.
Proef van Spurling L: zwak pos.
Laseque arm: bdz. neg.
Schouderfunctie:
Normale stand en functie: abductie en endorotatie.
Normale painful arc bdz.
[...]
Het neurologisch onderzoek samengevat:
Normaal neurologisch onderzoek, behalve hypalgesie hals anterieur C3 L en hyperpathie
circumscripte plek boven scapula L. Licht beperkte nekfunctie qua rotatie en fors beperkte
retroflexie.
Samenvatting van ter inzage liggende correspondentie
[…]
Brief radioloog [naam 4] (faxdatum 10-06-2020), d.d. 03-06-2020
MRI CWK: zonder i.v. gadolinium: 02-06-2020: Uncovertebrale artrose C3-C4 met foramen
vernauwing rechts. Foraminale discushernia C7-T1 links.
[…]
Brief neuroloog [naam 5], d.d. 01-10-2020
Informatie brief:
1) Datum van eerste consult neurologie Albert Schweitzer ziekenhuis was 18 juni 2020. Na deze eerste consultatie werd de behandeling alhier afgesloten.
2) Diagnose. Aspecifieke nekklachten van tendomyogene etiologie met referred pain in schoudergordel en paresthesien linker handpalm, status na flexie-extensie trauma bij verkeersongeval. MRI-CWK niet verklarend.
3) Behandeling: Aanvullende fysiotherapie icc., verdere follow-up via de eigen huisarts. De neurologische consultatie werd daarna alhier afgesloten.
[…]
Brief pijnspecialist [naam 6], d.d. 17-12-2021
Overzicht gedane behandelingen.
Conclusie MRI CWK: herbeoordeling:
Posterieure haakvorming C3-C4 met nauwe relatie uittredende wortel C4 rechts.
[…]
Brief pijnspecialist [naam 6], d.d. 03-04-2023
Op 14 april heb ik hem behandeld met een gepulseerde radiofrequente behandeling van de
Nervus Suprascapularis links. De behandeling was niet effectief om zijn pijn in de linker schouder te doen afnemen.
[…]
Controle MRI CWK liet geen verklaring zien voor pijn in nek, linker schouder en arm en de
behandeling werd op 28 oktober 2021 afgerond.
[…]
[…]
Röntgen onderzoek
X CWK: 09-05-2019: geen fracturen of bandletsel.
MRI CWK: 02-06-2020: Uncovertebrale artrose C3-C4 met foramen vernauwing rechts
Foraminale discushernia C7-T1 links.
Controle MRI CWK: 10-2021: onveranderd
Aanvullend onderzoek
Geen
Samenvatting
Een frontale botsing auto vs aanhanger, met relatief lage snelheid, leidde tot een nekletsel en
schouderletsel links. Er was geen sprake van bewusteloosheid, noch PTA of RTA. Ondanks
pijnstilling en fysio hielden de klachten aan. Ook waren er omstandigheden aanwezig, die het
herstel niet bevorderden. In latere instantie is er op zijn verzoek nog een MRI CWK gemaakt,
welke geen verklarende afwijkingen liet zien. Ook de neurologen [naam 5] (ASZ) en [naam 8]
(DC Klinieken Breda) zagen geen afwijkingen op hun terrein. Ter behandeling werden
fysiotherapeuten, manueel therapeuten, pijnteam arts en revalidatiearts ingeschakeld, met zeer
beperkt resultaat. Alleen de scherpe kantjes gingen van de pijn af, dankzij de interventies van
het pijnteam, aldus betrokkene. […]
Beschouwing
Er is sprake van een flexie-extensie trauma van de nek (en L schouder), zonder aanwijzingen voor een LTSH (licht traumatisch schedel- en hersenletsel). Dit is ontstaan na een frontale botsing met relatief lage snelheid. Gezien het ontbreken van bewusteloosheid en amnesie, postuleer ik dat er geen LTSH is opgetreden.
Meestal komt whiplash voor bij een acceleratie-deceleratie verkeersletsel, vooral bij een letsel van achteren, maar ook een zijdelings letsel kan een whiplash veroorzaken (MayoClinics). Bij een plotseling nekletsel, door een snelle heen en weer gaande beweging van de nek is dit ook beschreven (MayoClinics). Hoewel een frontaal inwerkende kracht niet letterlijk beschreven wordt als oorzaak van whiplash, kan hieraan ook een acceleratie-deceleratie mechanisme aan ten grondslag liggen. Zeker na remmen, waarbij het hoofd naar voren schiet, en nadien terugveert. Opmerkelijk is dat de botsing met vrij lage snelheid heeft plaats gevonden.
Normaal gesproken herstellen de meeste klachten van een whiplash trauma in weken (Richtlijn WAD). Tussen de 40 en 66% van de mensen hebben na 3 maanden geen pijnklachten meer. […]
Indien de klachten langer dan 6 maanden aanhouden, is er sprake van een chronificatie. Meestal bestaan er dan pijn onderhoudende factoren, die het normale herstel tegen gaan. Pijnonderhoudende factoren zijn vanaf het begin veel pijn in nek en achterhoofd, somberheid en slecht slapen (Traumatic Brain injury: Medscape, 2018). Vaak wordt een slepende juridische procedure ook hier toe gerekend, maar hierover is de richtlijn niet eensluidend (Richtlijn traumatisch hersenletsel, Medscape).
Pijn onderhoudende factoren kunnen er dus zorg voor dragen dat de klachten na een whiplash kunnen voortduren (WAD Richtlijn). De factoren, die in het initiële onderzoek de beste voorspellers waren voor klachten 6 maanden na het ongeval zijn de volgende: de ernst van de pijn en beperkingen (NDI), oudere leeftijd, koude hyperalgesie (meer pijn door koude) en posttraumatische stress (Sterling, 2008). Natuurlijk kunnen ook persoonlijkheidskenmerken en coping stijl mede een rol spelen, net als bij traumatisch hersenletsel (conceptrichtlijn LTH, 2023).
Bij betrokkene zijn meerdere van boven beschreven pijn onderhoudende factoren aanwezig:
veel nekpijn, slecht slapen, slechte relatie tot werkgever in deze problematiek en een juridische nasleep. In hoeverre persoonlijkheidskenmerken een rol spelen, ligt buiten mijn vakgebied.
[…]
De consistente gevoelsstoornissen in de nekregio (C3 L), hals regio L en boven de L scapula, zijn mijns inziens niet ongeval gerelateerd, maar eerder een gevolg van de gedane ingrepen door het pijnteam.
[…]
De matige ernstige nekpijn met forse retroflexie beperking van betrokkene, naast de moeilijk te duiden arm- en schouderpijn, beschouw ik als een uiting van pijn inhibitie (belemmering door pijn). Zeker ook gelet de niet verklarende MRI CWK bevindingen.
Conclusie
Persisterende posttraumatische klachten na een frontale botsing, t.g.v. een acceleratie-deceleratie
letsel (WAD graad 1-2), waarna uiteindelijk zich een chronisch onbegrepen pijnsyndroom heeft ontwikkeld.
[…]
ZAKELIJK RAPPORT
Beantwoording van de gestelde vragen
1. DE SITUATIE MET ONGEVAL
Anamnese(aanbeveling 2.2.4 RMSR)
a. Hoe luidt de anamnese voor wat betreft de aard en de ernst van het letsel, het verloop van de
klachten, de toegepaste behandelingen en het resultaat van deze behandelingen? Welke overige klachten en beperkingen op uw vakgebied worden desgevraagd gemeld? Wilt u in uw anamnese vermelden welke beperkingen op uw vakgebied de onderzochte aangeeft in relatie tot de activiteiten van het algemene dagelijkse leven (ADL), loonvormende arbeid en het uitoefenen van hobby’s, bezigheden in recreatieve sfeer en zelfwerkzaamheid?
Antwoord: zie sectie anamnese: ook w.b. beperkingen.
Medische gegevens(
aanbeveling 2.2.6 RMSR)
b. Wilt u op basis van het medisch dossier van de onderzochte een beschrijving geven van:
- de medische voorgeschiedenis van de onderzochte op uw vakgebied;
- de medische behandeling van het letsel van de onderzochte en het resultaat daarvan.
Antwoord: zie sectie voorgeschiedenis en behandeling (apart kopje bij de anamnese).
Medisch onderzoek(
aanbeveling 2.2.5 en aanbeveling 2.2.7 RMSR)
c. Wilt u een beschrijving geven van uw bevindingen bij lichamelijk en eventueel hulponderzoek?
Antwoord: zie aanvullend onderzoek.
Consistentie(
aanbeveling 2.2.8 RMSR)
d. Is naar uw oordeel sprake van een onderlinge samenhang als het gaat om de informatie die is verkregen van de onderzochte zelf, de feiten zoals die uit het medisch dossier naar voren komen en uw bevindingen bij onderzoek en eventueel hulponderzoek?
Antwoord: nee, er is geen goede onderlinge samenhang. De disproportionele klachten na een frontale botsing met relatieve lage snelheid vind ik opmerkelijk. Het feit o.a. dat hij geen veiligheidshesje kan (ver)dragen, pas niet goed bij de geringe allodynie bij het huidige onderzoek en kan ik niet terug vinden in de brieven van mijn collegae [naam 7]/ [naam 5] en [naam 8]. Niet kunnen fietsen (te traag het stuur corrigeren), maar wel kunnen autorijden lijkt in tegenspraak.
e. Voor zover u de vorige vraag ontkennend beantwoordt, wilt u dan aangeven wat de reactie
was van de onderzochte op de door u geconstateerde inconsistenties en welke conclusies u
daaruit trekt?
Antwoord: ik heb dit niet als zodanig met hem besproken.
Diagnose(
aanbeveling 2.2.15 RMSR)
f. Wat is de diagnose op uw vakgebied? Wilt u daarbij uw
differentiaaldiagnostische overweging
geven?
Antwoord:
Persisterende posttraumatische klachten na een frontale botsing, t.g.v. een acceleratie-deceleratie
letsel (WAD graad 1-2), waarna zich uiteindelijk een chronisch onbegrepen pijn syndroom heeft ontwikkeld. Normale bevindingen bij neurologisch onderzoek behalve gevoelsstoornissen anterieur aan de nek (C3) hals en boven L scapula, naast een uitgesproken retroflexiebeperking van zijn nek.
Omtrent de differentiaaldiagnose kan ik kort zijn. Alle andere oorzaken zijn onwaarschijnlijk. Het ontbreken van afwijkingen bij neurologisch onderzoek van diverse neurologen en de normale MRI CWK, sluit bandletsel CWK, een cervicaal radiculair syndroom of een wervel fractuur uit. Een cervicaal facetprobleem is i.v.m. het normale neurologische onderzoek, niet aannemelijk. Zeker omdat ook de cervicale facetblokkade geen effect had. Een traumatische letsel van de n. supraspinatus L acht ik bij dit ongevalsmechanisme niet erg waarschijnlijk en had ook bij herhaald neurologisch onderzoek uitvalsverschijnselen moeten geven. De circumscripte hyperpathie boven op de L schouder komt niet overeen met een bekend zenuw gebied. Het meest waarschijnlijk zijn traumatische tendomyogene klachten van nek en schouder. Naar mijn mening zijn de ingrepen van het pijnteam verantwoordelijk voor zijn gevoelsuitval aan de hals en mogelijk ook die aan zijn L schouder.
Beperkingen(
aanbeveling 2.2.17 en aanbeveling 2.2.18)
g. Welke beperkingen op uw vakgebied bestaan naar uw oordeel bij de onderzochte in zijn huidige toestand, ongeacht of de beperkingen voortvloeien uit het ongeval? Wilt u deze beperkingen zo uitgebreid mogelijk beschrijven, op semi-kwantitatieve wijze weergeven [in het bijgesloten beperkingenformulier] en zo nodig toelichten ten behoeve van een eventueel in te schakelen arbeidsdeskundige?
Antwoord: dit zijn de objectiveerbare beperkingen op mijn vakgebied.
1- Milde rotatiebeperking van zijn nek beiderzijds.
2- Forse retroflexiebeperking nek, met antalgische component.
BEPERKINGENLIJST
[…]
Functionele invaliditeit
h. Welke huidige mate van functieverlies (impairment) kunt u vaststellen op uw vakgebied? Wilt
u dit uitdrukken in een percentage volgens de richtlijnen van de American Medical Association
(AMA-guides, 6° druk), aangevuld met de eventuele richtlijnen van uw eigen beroepsvereniging?
Antwoord:
Functiebeperking volgens de NvN (6-de editie: 5.1.2.): persisterende klachten na een WAD 1-2
zonder objectiveerbare afwijking, behalve chronische nekpijn zonder radiculaire kenmerken met
forse retroflexie beperking nek bij neurologisch onderzoek: 0%.
Toelichting: bij normale nekbewegingen en af en toe optredende nekpijn is er geen sprake van
functieverlies, bij chronische nekpijn en/of niet verifieerbare radiculaire pijn, al dan niet met
bewegingsbeperking, is er 1 tot 3% functieverlies (AMA-6 example 17-1). De werkgroep kan zich in dit alles niet vinden. Het zou inhouden dat louter anamnestisch aangegeven klachten tot een fors
functieverlies aanleiding geven. Ook het toekennen van posttraumatisch functieverlies op grond van
asymmetrische bewegingen van de nek of spierhypertonie is niet te verdedigen, gegeven het frequent
voorkomen in de bevolking van nekklachten met deze bevindingen zonder voorafgaand trauma.
Antwoord: Impairment AMA 6 (tabel 17-2): persisterende klachten na een WAD 1-2 zonder
objectiveerbare afwijking bij neurologisch onderzoek, behalve forse retroflexie beperking nek:
class 1: 1%.
Toelichting: in de AMA-6 wordt ‘chronic whiplash’ wel genoemd (tabel 17-2) als een van de naamgevingen voor chronische aspecifieke nekklachten. Bij normale nekbewegingen en af en toe
optredende nekpijn is er geen sprake van functieverlies, bij chronische nekpijn en/of niet
verifieerbare radiculaire pijn, al dan niet met bewegingsbeperking, is er 1 tot 3% functieverlies (AMA-6 example 17-1).
De gevonden MRI CWK afwijkingen van uncovertebrale artrose op niveau C3-C4, nauw foramen R zijn en discopathie C7-Th1 L, zonder aantoonbare zenuwcompressie, zijn mi. niet verklarend voor zijn klachten.
Medische eindsituatie(
aanbeveling 2.2.14 RMSR)
i. Acht u de huidige toestand van de onderzochte zodanig dat een beoordeling van de blijvende
gevolgen van het ongeval mogelijk is, of verwacht u in de toekomst nog een belangrijke verbetering of verslechtering van het op uw vakgebied geconstateerde letsel?
Antwoord: na 4 jaar kan men spreken van een eindtoestand.
[…]
2. DE SITUATIE ZONDER ONGEVAL
[…]
Klachten, afwijkingen en beperkingen voor ongeval
a. Bestonden voor het ongeval bij de onderzochte reeds klachten en afwijkingen op uw vakgebied die de onderzochte thans nog steeds heeft?
Antwoord: nee, dat verwacht ik niet. Zie opmerking aan het begin van de anamnese, bij preaccidentele situatie.
[…]
Klachten, afwijkingen en beperkingen zonder ongeval
c. Zijn er op uw vakgebied klachten en afwijkingen die er ook zouden zijn geweest of op enig
moment ook hadden kunnen ontstaan, als het ongeval de onderzochte niet was overkomen?
Antwoord: Nee.
[…]
Bijlage 4: Beantwoording aanvullende vragen Sedgwick
Uw vraag:
1.
U beschrijft een aantal inconsistenties zoals het niet kunnen dragen van een veiligheidsvest bij allodynie, dat verder in het gehele dossier niet wordt beschreven en dat ook niet is terug te voeren op een neurologische stoornis. Daarnaast het niet kunnen fietsen in verband met traag reageren op het stuur, terwijl hij wel autorijdt, maar ook de disproportionaliteit van de klachten na een aanrijding met geringe impact. Ook worden er klachten genoemd als traag reageren bij opdrachten en het gevoel alsof het hoofd ontploft bij inspanning, die ik verder in het dossier niet tegenkom. Heeft u de mogelijkheid van een functioneel neurologische stoornis of vergelijkbare aandoening overwogen?
Mijn antwoord:
U vraagt of er sprake is van inconsistenties, die niet terug te voeren zijn op een neurologische
stoornis en u vermeldt een disproportionaliteit van klachten na een relatief mild ongeval.
a- Het feit dat hij zijn veiligheidsvest destijds niet kon verdragen (allodynie/ hyperpathie) is i.d.d. niet consistent met de bevindingen van de collega neurologen, maar wel met mijn
onderzoek (hyperpathie circumscripte plek boven scapula L). Het is bovendien wel consistent met de brief van de pijnspecialist v. Gorp (03-04-2023), welke pijn beschrijft in
het n. suprascapularis gebied L.
b- U vermeldt het niet kunnen fietsen in verband met traag reageren op het stuur, terwijl hij wel autorijdt. Ik kan me voorstellen, dat dit een discrepantie lijkt, maar dat hoeft niet, want voor sturen zijn spieren anders (meer asymmetrisch en met meer intensiteit) betrokken dan bij het autostuur bedienen. Ook kent men immers geen stuurbekrachtiging van een fietsstuur.
c- U vermeldt de disproportionaliteit van de klachten na een aanrijding met geringe impact.
Juist bij een aanrijding met geringe impact, is het klachtenprofiel veel erger dan bij een meer ernstiger aanrijding (Biemond nascholing , neurotraumatologie, 2022).
d- Gevoel alsof zijn hoofd ontploft. Dit lijkt een exploding headache syndroom, wat vaak een slaap waak overgang stoornis betreft. Dit alles hoeft niet in tegenspraak te zijn, maar een exploding headache syndroom na een ongeval ken ik niet. Hij vermeld wel een gestoorde slaap (insomnia), maar niet de typische explosies in zijn hoofd bij in slaap vallen. Met een PSG (polysomnografie) is dat niet objectief aantoonbaar.
Resumerend, zijn er ogenschijnlijke inconsistenties, maar de door u genoemde fenomenen, zou ik toch niet als zodanig willen betitelen. Bij een chronificatie van de pijn, neemt ook de pijngevoeligheid i.h.a. vaak toe. Ik zou in deze context niet van een FNS (functionele neurologische stoornis) willen spreken, maar dergelijke aandoeningen reken ik niet tot mijn vakgebied.
Uw vraag:
2. Welke consequenties trekt u uit de constatering dat er sprake is van diverse inconsistenties tussen de informatie uit het dossier enerzijds en de anamnestisch verkregen informatie?
Mijn antwoord:
Er zijn in meerdere of mindere mate discrepanties tussen zijn verhaal (subjectief) en datgene wat beschreven is in de brieven van sommige behandelaars (semi-objectief). Evenmin is de content van de brieven van de neurologen en de pijnspecialist c.q. fysiotherapeut geheel consistent. Ieder belicht het ziektebeeld op zijn/haar manier en op een ander tijdstip in het beloop van de aandoening. Naar mijn mening zijn er geen significante inconsistenties, maar heeft zich na 6-12 maanden na het ongeval een chronisch onbegrepen pijnsyndroom ontwikkeld, wat buiten het vakgebied van de neurologie ligt.
Uw vraag:
3. Het ongeval vond plaats op 8 mei 2019, waarna hij zich heeft ziekgemeld. Op 8 juli 2019 is hij volledig hervat in het eigen werk, hij meldt zich op 9 januari 2020 volledig ziek.
Kunt u op basis van het neurologisch beeld vanuit het ongeval verklaren dat hij aanvankelijk
binnen enkele maanden dusdanig is hersteld dat hij het belastende werk weer aankon, maar
vervolgens zes maanden later volledig en blijvend is uitgevallen?
Mijn antwoord:
Nee, dat kan ik niet verklaren, maar wel is bekend dat chronificatie van pijn pas na 6 maanden
optreedt. Kennelijk zijn er pijn onderhoudende factoren aanwezig geweest, welke dit proces in
de hand hebben gewerkt. Zie ook brief psychsom. Fysio ( 10-09-2020, 26-09-2020) en
revalidatiearts ( 15-02-2023).
Uw vraag:
4. U geeft lichte beperkingen voor de nek. Is er naar uw mening een objectief medisch substraat
op basis waarvan er sprake is van een beperking conform de richtlijn van de NVN?
Mijn antwoord:
Naar mijn mening als clinicus, acht ik de nekfunctie licht beperkt, maar bij onderzoek is er een forse beperking in de retroflexie ( RF) van de nek vast te stellen, waarbij inhibitie door pijn zeker een rol speelt.
Op de MRI CWK ( 03-06-2020) wordt wel uncovertebrale artrose C3-C4 waargenomen, wat ook de RF van zijn nek kan beperken. De NVN ken aan deze beperking van de nekmobiliteit 4 conform hun richtlijnen- geen invaliditeitspercentage aan toe. De AMA wel.
Uw vraag:
5. De antwoorden over de situatie zonder ongeval worden negatief beantwoord. Echter mis ik hier de afwijkende bevindingen op de MRI en de whiplashklachten na het eerdere ongeval, waarvan de bedrijfsarts aangaf dat dit “vrijwel” restloos is genezen.
Mijn antwoord:
Het is altijd lastig wat men precies bedoelt met “bijna restloos” genezen. Daar kan ik geen expliciete stoornis aan verbinden. De huisarts beschrijft geen nekklachten. Er is tussen het eerdere ongeval en het laatste ongeval wel 5 jaar verstreken, zonder hulpvraag aan medici of fysiotherapeuten. Ook heeft hij toen zijn werk normaal kunnen doen. Dus heel ernstige restverschijnselen zal hij er niet aan hebben overgehouden.
[…]”