ECLI:NL:RBROT:2024:12520

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 december 2024
Publicatiedatum
11 december 2024
Zaaknummer
11306821 VZ VERZ 24-8097
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing van een deelgeschil naar het team Handel en Haven wegens onbevoegdheid van de kantonrechter

In deze beschikking van de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 6 december 2024, is de verzoeker, vertegenwoordigd door mr. G. Grijs, in een deelgeschil betrokken bij een schadeclaim tegen Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., vertegenwoordigd door mr. J.M. Bruidegom. De verzoeker heeft verzocht om een verklaring van volledige aansprakelijkheid van Nationale-Nederlanden voor de schade die hij heeft geleden als gevolg van een ongeval op 18 augustus 2017. Daarnaast verzocht hij om een bijstandsgarantie en vergoeding van buitengerechtelijke kosten.

De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat hij niet bevoegd is om deze zaak te behandelen, omdat het verzoek van de verzoeker van onbepaalde waarde is en er geen aanwijzingen zijn dat het onder de bevoegdheid van de kantonrechter valt. De verzoeker heeft zelf aangegeven dat de verwachte schade meer dan € 25.000,- zal zijn, wat betekent dat de sector handel bevoegd is. De kantonrechter heeft de zaak daarom doorverwezen naar het team Handel en Haven van de rechtbank voor verdere behandeling.

De beschikking benadrukt ook dat partijen bij het team Handel en Haven niet zelf mogen procederen en dat een advocaat verplicht is. De kantonrechter heeft de griffier opgedragen om de processtukken en een kopie van deze beschikking tijdig te sturen naar de griffier van het team Handel en Haven. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. A.M. van Kalmthout.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11306821 VZ VERZ 24-8097
datum uitspraak: 6 december 2024
Beschikking van de kantonrechter
in de zaak van
[verzoeker],
woonplaats: [woonplaats],
verzoeker,
gemachtigde: mr. G. Grijs,
tegen
Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V.,
vestigingsplaats: Den Haag,
verweerster,
gemachtigde: mr. J.M. Bruidegom.
De partijen worden hierna ‘[verzoeker]’ en ‘Nationale-Nederlanden’ genoemd.

1.De procedure

Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het verzoekschrift (ontvangen op 12 september 2024), met bijlagen;
  • de brief van [verzoeker] van 25 november 2024, met één bijlage;
  • de e-mail van [verzoeker] van 28 november 2024.

2.De beoordeling

De kantonrechter is niet bevoegd
2.1.
[verzoeker] heeft verzocht voor recht te verklaren dat Nationale-Nederlanden volledig aansprakelijk is voor de door hem geleden en nog te lijden schade als gevolg van het ongeval waarbij [verzoeker] op 18 augustus 2017 betrokken was, Nationale-Nederlanden te gelasten een bijstandsgarantie te verschaffen, waarbij bepaald is dat zij iteratieschade vergoedt en deze maandelijks uitbetaalt en Nationale-Nederlanden te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten alsmede de overige kosten van het geding.
2.2.
De kantonrechter is niet bevoegd om deze zaak te behandelen. Het verzoek van [verzoeker] is van onbepaalde waarde en er zijn geen aanwijzingen dat die gewaardeerd moet worden op maximaal € 25.000,- (artikel 93 onder b van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Sterker nog, [verzoeker] heeft in zijn verzoekschrift opgenomen dat de verwachte iteratieschade meer dan € 25.000,- zal zijn en dat de sector handel bevoegd is. Daarnaast gaat de zaak ook niet over een onderwerp dat altijd door de kantonrechter moet worden behandeld (artikel 93 sub c en d Rv). Nadat de gemachtigde van Nationale-Nederlanden hierover telefonisch contact had opgenomen met de griffie, heeft [verzoeker] bevestigd dat de zaak niet door de kantonrechter behandeld moet worden en per e-mail van 28 november 2024 verzocht om een verwijzingsbeschikking af te geven.
De kantonrechter verwijst de zaak naar team Handel en Haven van deze rechtbank
2.3.
Gelet op het bovenstaande verwijst de kantonrechter verwijst de zaak naar het team Handel en Haven van deze rechtbank (artikel 71 Rv). Een rechter van dat team beslist wat er verder met de zaak gebeurt. De partijen krijgen hier bericht over.
2.4.
De kantonrechter wijst partijen er op dat zij bij team Handel en Haven niet zelf mogen procederen. Een advocaat is verplicht (artikel 79 Rv).
2.5.
[verzoeker] heeft al € 87,- griffierecht betaald. Doordat de kantonrechter de zaak verwijst geldt mogelijk een hoger griffierecht. Dat bedrag volgt uit de bijlage bij de Wet griffierecht burgerlijke zaken. Als [verzoeker] meer griffierecht moet betalen verstuurt het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR) een factuur aan [verzoeker]. Die factuur moet betaald zijn binnen vier weken na deze beschikking (artikel 3 lid 4 Wet griffierechten burgerlijke zaken).
2.6.
Doordat de kantonrechter de zaak verwijst moet Nationale-Nederlanden mogelijk griffierecht betalen als zij op het verzoekschrift reageert. Dat bedrag moet betaald zijn binnen vier weken na de eventuele reactie van Nationale-Nederlanden (artikel 3 lid 4 Wgbz). Daarvoor verstuurt het LDCR dan een factuur aan Nationale-Nederlanden.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verwijst de zaak voor verdere behandeling en beslissing naar het team Handel en Haven;
3.2.
draagt de griffier op de processtukken en een kopie van deze beschikking op tijd voor genoemde rolzitting te sturen aan de griffier van het team Handel en Haven van deze rechtbank.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M. van Kalmthout en in het openbaar uitgesproken.
44487