Op 2 december 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De zaak is aangespannen door de Raad voor de Kinderbescherming, die zich zorgen maakt over de opvoedsituatie en de psychische gesteldheid van de moeder. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag, maar de kinderen wonen bij hun moeder. De Raad verzoekt om [minderjarige 1] onder toezicht te stellen tot aan haar meerderjarigheid en [minderjarige 2] voor de duur van een jaar. Tijdens de zitting op 2 december 2024, die met gesloten deuren plaatsvond, waren de ouders, hun advocaten en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling aanwezig. De kinderrechter heeft de zorgen over de opvoedsituatie en de moeder's psychische gesteldheid bevestigd, waarbij de moeder als overbelast en onvoorspelbaar werd beschreven. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd en dat hulpverlening noodzakelijk is. De kinderrechter heeft besloten om beide minderjarigen onder toezicht te stellen van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, met ingang van 2 december 2024. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.