Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit in die zin dat sprake is van zeer onvoorzichtig en onoplettend rijgedrag;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 100 uren;
- ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 12 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van twee jaren, met aftrek van de tijd gedurende welke het rijbewijs ingevorderd en ingehouden is geweest.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
taakstraf voor de duur van 120 (honderdtwintig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
60 (zestig);
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
12 (twaalf) maanden;
6 (zes) maanden, niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
proeftijd, die wordt vastgesteld
2 (twee) jaren;
algemene voorwaarde, dat zij zich vóór het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit, niet naleeft;