ECLI:NL:RBROT:2024:12329

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 oktober 2024
Publicatiedatum
10 december 2024
Zaaknummer
83/092704-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van de verdachte in een zaak betreffende het voorhanden hebben van onveraccijnsde sigaretten

In de zaak tegen de verdachte, die niet ingeschreven is in de basisregistratie personen, heeft de rechtbank Rotterdam op 3 oktober 2024 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk voorhanden hebben van een grote hoeveelheid sigaretten die niet overeenkomstig de Wet op de accijns in de heffing waren betrokken. De tenlastelegging vermeldde dat de verdachte, samen met anderen, op of omstreeks 8 november 2018 in Nederland, 7.540.000 sigaretten voorhanden had gehad in een vrachtwagencombinatie. Tijdens de terechtzittingen op 1 en 3 oktober 2024 hebben zowel de officier van justitie, mr. P. van de Kerkhof, als de verdediging verzocht om vrijspraak van de verdachte. De rechtbank heeft het dossier beoordeeld en kwam tot de conclusie dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte opzet had op het voorhanden hebben van de onveraccijnsde sigaretten. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van het ten laste gelegde feit. Het vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van griffier mr. K. Aagaard.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 83/092704-22
Datum uitspraak: 3 oktober 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum],
niet ingeschreven in de basisregistratie personen,
raadsman mr. J. Zevenboom, advocaat in Amsterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 1 en 3 oktober 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdachte wordt -kort gezegd- verweten dat hij samen met anderen opzettelijk een grote hoeveelheid sigaretten voorhanden heeft gehad die niet overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de accijns in de heffing waren betrokken.

3.Standpunten partijen

Zowel de officier van justitie mr. P. van de Kerkhof als de verdediging heeft verzocht de verdachte vrij te spreken van het ten laste gelegde.

4.Vrijspraak

Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het dossier
onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat dat de verdachte opzet had, ook niet in voorwaardelijke zin, op het voorhanden hebben van onveraccijnsde sigaretten.
De verdachte wordt daarom vrijgesproken van het ten laste gelegde feit.

5.Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

6.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. Daum, voorzitter,
en mrs. P.C. Tuinenburg en I. Tillema, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K. Aagaard, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 3 oktober 2024.
Bijlage
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij,
op of omstreeks 8 november 2018 te Rotterdam en/of Schiedam en/of Krimpen aan den IJssel en/of Bleiswijk, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opzettelijk
één (of meer) accijnsgoed(eren),
te weten:
- 7.540.000 sigaretten (in een vrachtwagencombinatie, bestaande uit trekker met Pools kenteken [kenteken 1] en oplegger met kenteken [kenteken 2]),
althans (een) (grote hoeveelheid) sigaret(ten)/tabaksprodukt(en),
voorhanden heeft/hebben gehad,
dat/die niet overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de accijns in de heffing is/zijn
betrokken.