ECLI:NL:RBROT:2024:12288

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 november 2024
Publicatiedatum
9 december 2024
Zaaknummer
C/10/676579 / JE RK 24-725
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de ondertoezichtstelling van minderjarigen door de kinderrechter

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 18 november 2024, wordt de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3], verlengd. De kinderrechter heeft de beschikking genomen in de zaak van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, hierna te noemen: de GI. De moeder van de kinderen is belast met het ouderlijk gezag en de kinderen wonen bij haar. De kinderrechter heeft de procedure gevoerd met gesloten deuren, waarbij de moeder, de vader, de oma van de kinderen en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren.

De kinderrechter heeft in haar beoordeling gekeken naar de stukken van de GI en de mondelinge behandeling. Er zijn positieve stappen gezet, zoals de verhuizing van de kinderen naar de moeder en de schoolwisseling van [minderjarige 3]. Echter, er blijven zorgen bestaan over de opvoedvaardigheden van de ouders en de thuissituatie. De GI heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een jaar, maar de kinderrechter heeft besloten deze te verlengen voor de resterende duur van zes maanden, tot 25 mei 2025. Dit is in lijn met de wettelijke criteria van het Burgerlijk Wetboek, waarbij de kinderrechter oordeelt dat de GI betrokken moet blijven om de situatie van de kinderen te monitoren en de juiste hulp in te zetten.

De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. A. Verweij, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. L.L.N. Snijder als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/676579 / JE RK 24-725
Datum uitspraak: 18 november 2024
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,
hierna te noemen: de GI, gevestigd te Rotterdam,
over
[minderjarige 1],
geboren op [geboortedatum 1] 2014 in [geboorteplaats 1], hierna te noemen: [minderjarige 1],
[minderjarige 2],
geboren op [geboortedatum 2] 2015 in [geboorteplaats 2], hierna te noemen: [minderjarige 2],
[minderjarige 3],
geboren op [geboortedatum 3] 2017 in [geboorteplaats 3], hierna te noemen: [minderjarige 3].
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[naam 1],
hierna te noemen: de moeder, wonende in [woonplaats 1].
De kinderrechter merkt als informanten aan:
[naam 2],
hierna te noemen: de vader, wonende in [woonplaats 2],
[naam 3]
hierna te noemen: de oma moederszijde (mz), wonende in [woonplaats 3].

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
  • de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 21 mei 2024 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
  • de briefrapportage van de GI van 4 september 2024, ontvangen op diezelfde datum;
  • de brief met daarin de stand van zaken van de GI, overhandigd ter zitting op 18 november 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 18 november 2024. Daarbij waren aanwezig:
  • de moeder;
  • de vader;
  • de oma mz;
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam 4].
1.3.
De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan [naam 5], de broer van de moeder.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3].
2.2.
[minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3] wonen bij de moeder.
2.3.
Bij beschikking van 21 mei 2024 is de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3] verlengd tot 25 november 2024. Het overig verzochte is aangehouden.

3.Het aangehouden verzoek

3.1.
De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3] te verlengen voor de duur van een jaar. Er resteert nog een beslissing over de ondertoezichtstelling voor de duur van zes maanden, te weten tot 25 mei 2024.
3.2.
De GI handhaaft het aangehouden deel van het verzoek tijdens de mondelinge behandeling en licht het als volgt toe. Hoewel het positief is dat de moeder wordt ondersteund door de oma mz, blijven er nog wel zorgen bestaan. Zo is de moeder voor Stichting Distinto (hierna: Distinto) lastig bereikbaar en heeft zij meerdere afspraken afgezegd, waardoor het tot op heden niet is gelukt om voldoende zicht te krijgen op de opvoedvaardigheden en de thuissituatie van de moeder. Ook bestaat er onvoldoende zicht op de opvoedsituatie bij de vader. Totdat hierover met de inzet van JeugdProfs meer informatie is verkregen, is het van belang dat de GI betrokken blijft om het welzijn van de kinderen te monitoren. De GI begrijpt dat de moeder zich door de afspraken met alle instanties overbelast voelt. Daarom is de GI voornemens om samen met de moeder een overzichtelijk schema te maken.

4.De standpunten

4.1.
Door de moeder wordt tijdens de mondelinge behandeling verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI. De zorgen die de GI in de ter zitting overgelegde brief heeft opgenomen kloppen niet. De moeder heeft de vaste jeugdbeschermer al twee maanden niet gesproken of gezien en in de tussentijd is veel veranderd. [minderjarige 3] is naar een andere school gegaan, de school waar [minderjarige 2] ook naartoe gaat. Eerst moest [minderjarige 3] hieraan wennen, maar nu gaat het goed. Voor [minderjarige 1] is het de bedoeling dat zij binnenkort bij Distinto kan starten, zodat zij daarna weer naar een normale school kan. Om te kijken of [minderjarige 1] klaar is om bij Distinto te starten, is een instroomtraject opgezet. Dit instroomtraject houdt in dat voor [minderjarige 1] twee keer per week vier uur lang hulpverlening langs komt om opdrachten met haar te maken. Daarnaast is JeugdProfs bij het gezin betrokken. Hoewel de moeder positief contact heeft met de hulpverleners van JeugdProfs, vindt zij het lastig dat haar hele week is gevuld met instanties. Er is geen ruimte voor haar privéleven. Het klopt dat de moeder soms eerder van afspraken weggaat, maar dat is omdat zij een alleenstaande moeder is die voor vier kinderen zorgt en ook boodschappen moet halen. Het is niet nodig om de ondertoezichtstelling van de kinderen te verlengen. De moeder wordt ondersteund door de oma mz. Bovendien is de jongste zoon van de moeder ook niet onder toezicht gesteld. Daarbij bestaan er enkel nog zorgen om [minderjarige 1], maar deze zorgen staan los van de ouders. Wel is het van belang dat JeugdProfs wordt ingezet om de vader te helpen.
4.2.
Door de vader wordt tijdens de mondelinge behandeling het volgende naar voren gebracht. Morgen zal een kennismaking tussen de vader en JeugdProfs plaatsvinden. De vader is benieuwd wat JeugdProfs te bieden heeft. Het is het belangrijkste dat het goed blijft gaan met de kinderen.
4.3.
Door de oma mz wordt tijdens de mondelinge behandeling het volgende naar voren gebracht. De oma mz vindt het lastig dat in de brief van de GI alleen zorgpunten zijn opgenomen, terwijl er ook veel positieve stappen zijn gezet. Zo gaat het met [minderjarige 3] goed nu zij naar een andere school gaat. Ook vindt de oma mz het lastig dat de vaste jeugdbeschermer de afgelopen periode moeilijk bereikbaar was.

5.De beoordeling

5.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat de afgelopen periode positieve stappen zijn gezet. De kinderen wonen sinds een paar maanden weer bij de moeder. Voorts gaat [minderjarige 3] naar een andere school en zal [minderjarige 1] binnenkort starten bij Distinto. Er bestaan echter nog steeds zorgpunten, waardoor het te vroeg is om de ondertoezichtstelling van de kinderen af te sluiten. Zo is het de afgelopen periode nog niet gelukt om de hulpverlening naar behoren in te zetten en voldoende zicht te krijgen op de opvoedvaardigheden en de thuissituatie van zowel de moeder als de vader. Er komt veel op de moeder af waarbij het lijkt dat zij wordt overvraagd, waardoor de hulpverlening nog niet goed van de grond komt. De GI zal hierin meer dan tot nu toe is gebeurd de regie moeten nemen. De kinderrechter acht het dan ook nog van belang dat de GI de komende periode bij het gezin betrokken blijft om de juiste hulp in te zetten en de situatie te monitoren. Dit geldt ook als het gaat om de ontwikkelingen op school of dagbesteding bij [minderjarige 3] en [minderjarige 1]. Tevens is het van belang dat met de inzet van JeugdProfs meer zicht komt op de onderlinge relatie van de ouders, zodat er een stabiele situatie is waarbij het met de kinderen thuis, op school en bij de overdracht tussen de ouders goed gaat.
5.2.
Gelet op het voorgaande is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3] daarom verlengen voor de (resterende) duur van zes maanden (artikel 1:260, eerste lid, BW).

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3] tot 25 mei 2025;
6.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 18 november 2024 door mr. A. Verweij, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. L.L.N. Snijder als griffier, en op schrift gesteld op 2 december 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.