In deze zaak vordert eiseres de terugbetaling van een bedrag van € 20.000,- dat zij in 2018 aan gedaagde heeft gegeven. Eiseres stelt dat dit bedrag onverschuldigd is betaald, terwijl gedaagde aanvoert dat het bedrag als schenking is ontvangen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat eiseres de stelplicht en bewijslast heeft om aan te tonen dat er geen rechtsgrond was voor de betaling. Eiseres heeft een bewijsaanbod gedaan en zal worden toegelaten tot bewijslevering. De zaak is besproken op een zitting op 5 november 2024, waarbij beide partijen aanwezig waren. De kantonrechter heeft de beslissing genomen dat eiseres moet bewijzen dat er geen rechtsgrond was voor de betaling aan gedaagde. De bewijslevering moet uiterlijk een dag voor de rolzitting op 2 januari 2025 zijn ontvangen. De kantonrechter heeft verder aangegeven dat eiseres zelf de getuigen moet oproepen en dat verdere beslissingen worden aangehouden.