ECLI:NL:RBROT:2024:12245
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening urgentieverklaring woningzoekenden
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 3 december 2024, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Verzoekster, een alleenstaande moeder met twee dochters, heeft een urgentieverklaring aangevraagd vanwege de medische noodzaak van haar jongste dochter, die het syndroom van Down heeft. De Stichting Urgentiebepaling Woningzoekenden Rijnmond (SUWR) heeft haar een urgentieverklaring toegekend, maar verzoekster is van mening dat het zoekprofiel niet adequaat is, omdat het geen benedenwoningen omvat. Verzoekster stelt dat haar dochter niet in staat is om trappen te lopen, wat het vinden van een geschikte woning bemoeilijkt.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek behandeld op 25 november 2024, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren. De rechter heeft vastgesteld dat er twijfels zijn over het spoedeisend belang van verzoekster, aangezien de rechtbank al eerder een beroepschrift had ontvangen en de SUWR actief bemiddelt voor een passende woning. De voorzieningenrechter concludeert dat verzoekster onvoldoende heeft onderbouwd dat haar dochter niet in staat is om een trap op te gaan, en dat de aanpassing van het zoekprofiel niet noodzakelijk is. De rechter wijst het verzoek af, wat betekent dat de SUWR het zoekprofiel voorlopig niet hoeft aan te passen. Verzoekster krijgt geen griffierecht terug en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.