In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 6 december 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen MMBK1 B.V., handelend onder de naam Man met Bril Koffie, en de gedaagden Man met Friet B.V. en Het Paviljoen bij Man met Friet. MMBK vorderde dat de gedaagden zouden worden verboden om hun handelsnamen te gebruiken, omdat deze inbreuk zouden maken op haar oudere handelsnaam en merkrechten. MMBK stelt dat de handelsnamen van de gedaagden te veel lijken op die van haar, wat verwarring bij het publiek zou veroorzaken.
De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van MMBK afgewezen. De rechter overwoog dat er geen verwarringsgevaar bestaat tussen de handelsnamen, omdat de toevoegingen in de namen van de gedaagden voldoende onderscheidend zijn. MMBK's handelsnaam bevat het woord 'bril', wat niet relevant is voor de branche waarin zij opereert, terwijl de gedaagden zich richten op de verkoop van friet. De rechter concludeerde dat de aard van de ondernemingen en de producten die zij aanbieden wezenlijk van elkaar verschillen, waardoor verwarring onwaarschijnlijk is.
Daarnaast werd ook de vordering tot het staken van merkinbreuk en onrechtmatig handelen afgewezen. De rechter oordeelde dat de gebruikte tekens van de gedaagden niet gelijk zijn aan het geregistreerde merk van MMBK en dat er geen bewijs was van onrechtmatig handelen. MMBK werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 10.547,-.