ECLI:NL:RBROT:2024:12212

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 december 2024
Publicatiedatum
6 december 2024
Zaaknummer
11348427 VV EXPL 24-495
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen ontruiming woonruimte en gedeeltelijke vernietiging verstekvonnis

In deze zaak heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een kort geding over de ontruiming van een woning door Budget Solutions B.V., de beschermingsbewindvoerder van [naam]. De oorspronkelijke eiser, Stichting Woonbron, had eerder een verstekvonnis verkregen waarin Budget Solutions werd veroordeeld om de woning binnen vijf dagen te ontruimen vanwege ernstige (geluids)overlast die [naam] veroorzaakte. Woonbron had meldingen ontvangen van omwonenden over overlast, die sinds september 2023 aanhield. Ondanks afspraken en gedragsaanwijzingen bleef [naam] overlast veroorzaken, wat leidde tot de vordering van Woonbron om de woning te ontruimen.

Budget Solutions kwam in verzet tegen het verstekvonnis, stellende dat er geen spoedeisend belang was en dat Woonbron een bodemprocedure had moeten starten. De kantonrechter oordeelde echter dat Woonbron aannemelijk had gemaakt dat de overlast ernstig was en dat de huurovereenkomst in een bodemprocedure waarschijnlijk ontbonden zou worden. De rechter vernietigde het verstekvonnis voor wat betreft de ontruimingstermijn, die werd verlengd naar één maand, maar bevestigde de overige onderdelen van het verstekvonnis. De kantonrechter oordeelde dat de belangen van de omwonenden zwaarder wogen dan die van [naam], ondanks zijn persoonlijke omstandigheden. De proceskosten werden toegewezen aan Budget Solutions, omdat het verstekvonnis grotendeels in stand bleef.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11348427 VV EXPL 24-495
datum uitspraak: 5 december 2024
Vonnis in kort geding van de kantonrechter
in de zaak van
STICHTING WOONBRON,
vestigingsplaats: Rotterdam,
oorspronkelijk eiseres, gedaagde in verzet,
gemachtigde: mr. N.J. Glen-Boedhram,
tegen
BUDGET SOLUTIONS B.V.,
in de hoedanigheid van beschermingsbewindvoerder van [naam],
vestigingsplaats: Maassluis,
oorspronkelijk gedaagde, eiseres in verzet,
gemachtigde: mr. M.P. Harten,
De partijen worden hierna ‘Woonbron’ en ‘Budget Solutions q.q.’ genoemd. De onder bewind gestelde persoon wordt hierna ‘[naam]’ genoemd.

1.Waar gaat de zaak over?

1.1.
[naam] huurt de woning aan het adres [adres] van Woonbron. Volgens Woonbron hebben omwonenden van [naam] sinds september 2023 meldingen bij haar gedaan over overlast die [naam] veroorzaakte. Na diverse gesprekken hierover met [naam] om de overlast te stoppen, hebben Woonbron en [naam] afspraken gemaakt die zijn vastgelegd in een gedragsaanwijzing van 27 februari 2024. Sindsdien veroorzaakt [naam] nog steeds overlast. Budget Solutions q.q., de bewindvoerder van [naam], is daarom in een verstekvonnis van 4 september 2024 veroordeeld om – kort gezegd – de woning binnen vijf dagen na betekening van dat vonnis te ontruimen en een gebruiksvergoeding te betalen tot het moment van ontruiming. In deze zaak komt Budget Solutions q.q. in verzet tegen dat verstekvonnis. Volgens Budget Solutions q.q. is
primairgeen sprake van voldoende spoedeisend belang bij Woonbron voor een voorlopige voorziening, had Woonbron een bodemprocedure over ontbinding van de huurovereenkomst moeten beginnen, heeft Woonbron haar stellingen niet aannemelijk gemaakt en moet de belangenafweging in het voordeel van [naam] uitvallen. Budget Solutions q.q. is
subsidiairvan mening dat de ontruimingstermijn op drie maanden moet worden gesteld en
meersubsidiair dat het verstekvonnis niet uitvoerbaar bij voorraad had moeten worden verklaard. De kantonrechter vernietigt het verstekvonnis voor wat betreft de ontruimingstermijn en laat het verstekvonnis voor het overige in stand. Dit wordt hierna uitgelegd.

2.De procedure

2.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het verstekvonnis in kort geding van de kantonrechter in deze rechtbank van 4 september 2024 met zaaknummer 11238000 VV EXPL 24-368 (‘het verstekvonnis’) en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
  • de verzetdagvaarding van 14 oktober 2024;
  • de e-mail van 18 november 2024 van Budget Solutions q.q., met bijlagen 1 en 2;
  • de e-mail van 20 november 2024 van Woonbron, met bijlagen 21 tot en met 29;
  • de mondelinge behandeling op 21 november 2024;
  • de pleitnotities van mr. Glen-Boedhram;
  • de spreekaantekeningen van mr. Harten.
2.2.
Geen van partijen had aan de kantonrechter de oorspronkelijke dagvaarding van Woonbron met producties 1 tot en met 20 toegezonden. De kantonrechter heeft dit processtuk gehaald uit het dossier dat tot het verstekvonnis heeft geleid. Met instemming van partijen op de zitting is dit processtuk aan het dossier in deze zaak toegevoegd.

3.De beoordeling

3.1.
De kantonrechter is, net als de kantonrechter die het verstekvonnis heeft gewezen, van oordeel dat Woonbron aannemelijk heeft gemaakt dat [naam] ernstige (geluids)overlast voor zijn omwonenden veroorzaakt en dat de rechter in een bodemprocedure om die reden zal oordelen dat de huurovereenkomst moet worden ontbonden. Het was daarom gerechtvaardigd om in het verstekvonnis vooruit te lopen op het oordeel van de rechter in de bodemprocedure door Budget Solutions q.q. te veroordelen om de woning te ontruimen. Hiervoor is het volgende redengevend.
De gedragsaanwijzing van 27 februari 2024 staat niet aan deze procedure in de weg
3.2.
Woonbron heeft zich in de gedragsaanwijzing van 27 februari 2024 niet verbonden om een bodemprocedure tot ontbinding van de huurovereenkomst (en dus geen kort geding) te starten in het geval dat door [naam] een verplichting uit de gedragsaanwijzing werd overtreden, zoals Budget Solutions q.q. aanvoert. In artikel 2 lid 1 van de gedragsaanwijzing staat namelijk het volgende: “
Indien huurder tekortschiet in een van deze gedragsaanwijzing bepaalde verplichtingen, of enige andere verplichting uit de huurovereenkomst of de wet, is huurder zonder nadere aankondiging of ingebrekestelling in verzuim en is verhuurster zonder meer gerechtigd de ontruiming van de woning en de ontbinding van de huurovereenkomst te bewerkstelligen.”. Op basis van deze bepaling staat het Woonbron, anders dan Budget Solutions q.q. meent, vrij om een kort geding tot ontruiming van de woning of om een bodemprocedure tot ontbinding van de huurovereenkomst te starten; die keuze is aan Woonbron voorbehouden en Woonbron koos voor de eerste optie.
Woonbron heeft de (recente) overlast aannemelijk gemaakt en deze overlast vereist een onmiddellijke voorziening
3.3.
Uit de door Woonbron in het geding gebrachte bijlagen blijkt dat omwonenden sinds september 2023 een aanzienlijke hoeveelheid overlastmeldingen hebben ingediend bij Woonbron. Die meldingen gaan – kort gezegd – over schelden, schreeuwen, gillen, bedreigen, agressief gedrag, telefonisch lastigvallen, plassen in de lift en met deuren smijten. De kantonrechter wijst hiervoor met name op de bijlagen 6, 9, 11-12, 14-16, 19, 21-22, 24 en 26-29 van Woonbron. Deze bijlagen bevatten meldingen die specifiek [naam] en/of zijn huisnummer noemen en die ook concrete overlastgedragingen inhouden. De meldingen gaan voor een deel over gedragingen van [naam] zelf en voor een deel over bezoekers van [naam], waar [naam] op grond van de wet ook verantwoordelijk voor is tegenover Woonbron (artikel 7:219 BW). De meldingen beschrijven ook gedragingen van [naam] die zich nog (zeer) recent hebben voorgedaan, zelfs na de uitspraak van 29 oktober 2024 in het geschil dat Budget Solutions q.q. was gestart tegen Woonbron om executie van het verstekvonnis te voorkomen (zie de bijlagen 27 en 28 van Woonbron). Kortom, er is sprake van een grote hoeveelheid overlastmeldingen die tot [naam] te herleiden zijn en die deels recent zijn en de (geluids)overlast die in de meldingen wordt vermeld is ernstig en – gezien de periode waarover de meldingen zijn gedaan – structureel. Woonbron heeft er gezien dit alles spoedeisend belang bij dat Budget Solutions q.q. de woning op een zo kort mogelijke termijn ontruimt. De kantonrechter gaat gelet op het voorgaande voorbij aan de door Budget Solutions q.q. gevoerde verweren die kort gezegd neerkomen op betwisting van de (recente) overlast door [naam] zelf.
[naam] is tekortgeschoten in de nakoming van de wet, de huurovereenkomst, de algemene huurvoorwaarden en de gedragsaanwijzing
3.4.
Door (geluids)overlast te veroorzaken en zijn bezoekers niet te weerhouden van het veroorzaken van (geluids)overlast is [naam] tekortgeschoten in de nakoming van de wet, de huurovereenkomst, de algemene huurvoorwaarden en de gedragsaanwijzing. Dat tekortschieten kan aan [naam] worden toegerekend. [naam] heeft immers zelf in de hand dat hij schreeuwt, scheldt, gilt, bedreigt en in de lift plast. Bovendien blijkt uit een aantal van de door Woonbron in het geding gebrachte meldingen dat [naam] zijn sleutel uit zijn raam naar beneden gooit om derden binnen te laten in het complex. Daardoor heeft [naam] er ook voor een belangrijk deel de hand in gehad dat derden in en rondom het complex (geluids)overlast konden veroorzaken.
Budget Solutions q.q. legt de uitspraak in het executiegeschil verkeerd uit
3.5.
Anders dan Budget Solutions q.q. meent, is in de uitspraak van 29 oktober 2024 in het geschil dat Budget Solutions q.q. was gestart tegen Woonbron om executie van het verstekvonnis te voorkomen niet geoordeeld dat wat Woonbron met de bijlagen 21-26 wilde stellen niet ernstig genoeg is om [naam] op straat te zetten. In die uitspraak staat slechts dat er op dat moment onvoldoende aanleiding was om de uitkomst van de verzetprocedure niet af te wachten (“
Woonbron heeft (…) onvoldoende onderbouwd dat er sprake is van een zodanig onhoudbare situatie, dat de mondelinge behandeling in de verzetprocedure op 21 november 2024 en de uitspraak in de verzetprocedure niet kunnen worden afgewacht.”). Dat de kantonrechter in dat vonnis verder heeft opgemerkt dat de “
meest recente overlastmeldingen die Woonbron in het geding heeft gebracht, (…) deels van geringe ernst en deels speculatief[zijn]
voor wat betreft wie verantwoordelijk moet worden gehouden voor de gemelde overlast”, moet worden bezien in het licht van de daarop volgende zin (“
In ieder geval rechtvaardigen die klachten niet het oordeel dat het belang van Woonbron om de woning al op 31 oktober 2024 te mogen ontruimen zwaarder weegt dan het belang van Budget Solutions q.q. om de uitkomst van de verzetprocedure af te wachten.”). Een en ander staat er dus niet aan in de weg dat de kantonrechter in deze zaak kan oordelen dat op basis van die overlastmeldingen – in samenhang bezien met alle andere overlastmeldingen in het dossier – aannemelijk is geworden dat de rechter in een bodemprocedure zal oordelen dat de huurovereenkomst moet worden ontbonden vanwege door [naam] veroorzaakte (geluids)overlast en dat vooruitlopend daarop de vordering tot ontruiming toewijsbaar is.
De belangenafweging
3.6.
De belangenafweging leidt eveneens niet tot het oordeel dat Budget Solutions q.q. de woning niet hoeft te ontruimen. Gelet op de ernst, de frequentie, de intensiteit en de al langer durende periode van de overlast gaat het hier om een zeer ernstige tekortkoming van [naam]. Hoewel [naam] er gelet op zijn beschermingsbewind, inkomen en broze gezondheid belang bij heeft om een dak boven zijn hoofd te hebben, wegen de belangen van de omwonenden van [naam] bij een rustig huurgenot zwaarder. Woonbron moet als woningcorporatie opkomen voor die belangen. Woonbron heeft bovendien de wettelijke taak om te waken voor de leefbaarheid van de omgeving rond en in de nabijheid van haar woningen. Het door Woonbron in het geding gebrachte videofragment van 5 juni 2024 is tekenend voor het feit dat het rustig huurgenot van de omwonenden en de leefbaarheid van de omgeving rond en in de nabijheid van de woning van [naam] in het gedrang zijn. Verder is [naam] in gesprekken met de wijkagent en Woonbron zeer regelmatig op zijn overlastgevende gedrag aangesproken en heeft [naam] een gedragsaanwijzing getekend, zodat hij een gewaarschuwd mens was. Desondanks is de overlast niet gestopt en heeft [naam] nog tot zeer recent aanleiding gegeven om overlastmeldingen te doen.
3.7.
De belangenafweging leidt er wel toe dat de kantonrechter de ontruimingstermijn, in afwijking van het verstekvonnis, stelt op één maand na vandaag. In zoverre wordt het verstekvonnis dus vernietigd. De kantonrechter is van oordeel dat met deze langere ontruimingstermijn meer recht wordt gedaan aan de persoonlijke omstandigheden van [naam]. Verder biedt de langere ontruimingstermijn Budget Solutions q.q. de gelegenheid om een vervangende woning voor [naam] te vinden om zo [naam]’s dagbesteding, bewindvoering, begeleiding en uitkering veilig te stellen. Voor een nog langere ontruimingstermijn ziet de kantonrechter geen reden. Budget Solutions q.q. en [naam] zijn inmiddels al ruim anderhalve maand op de hoogte van het verstekvonnis en zij hadden er gezien de ernst, de frequentie, de intensiteit en de al langer durende periode van de overlast ernstig rekening mee moeten houden dat in deze procedure op tegenspraak de veroordeling tot ontruiming in stand zou blijven.
De gebruiksvergoeding
3.8.
Zoals de kantonrechter die het verstekvonnis heeft gewezen al overwoog en door Budget Solutions q.q. terecht niet is bestreden, laat de veroordeling tot ontruiming onverlet dat de lopende maandelijkse huurtermijnen tot en met de datum van de daadwerkelijke ontruiming moeten worden betaald. De gevorderde gebruiksvergoeding is daarom terecht toegewezen in het verstekvonnis.
De conclusie
3.9.
De conclusie is dat het verstekvonnis wordt vernietigd voor wat betreft de ontruimingstermijn en dat het verstekvonnis voor het overige in stand blijft.
Budget Solutions q.q. moet de proceskosten van deze verzetprocedure betalen
3.10.
De proceskosten van deze verzetprocedure komen voor rekening van Budget Solutions q.q., omdat het verstekvonnis voor het grootste deel in stand blijft (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die Budget Solutions q.q. aan Woonbron moet betalen op € 814,00 aan salaris voor de gemachtigde en € 135,00 aan nakosten. Dat is in totaal € 949,00. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
3.11.
Budget Solutions q.q. heeft als meer subsidiair verweer aangevoerd dat het verstekvonnis niet uitvoerbaar bij voorraad had moeten worden verklaard. Hoewel het subsidiaire verweer van Budget Solutions q.q. gedeeltelijk is gehonoreerd doordat Budget Solutions q.q. een langere ontruimingstermijn wordt gegund en daardoor strikt genomen niet aan het meer subsidiaire verweer wordt toegekomen, zou het meer subsidiaire verweer van Budget Solutions q.q. hoe dan ook niet slagen. Gelet op alles dat de kantonrechter in dit vonnis heeft overwogen ten aanzien van de door [naam] veroorzaakte overlast is het onwenselijk dat Woonbron de uitkomst van een eventueel hoger beroep zou moeten afwachten voordat zij de ontruiming van de woning kan bewerkstelligen. Aan het woonbelang van [naam] is voldoende tegemoetgekomen door een langere ontruimingstermijn toe te staan. Het verstekvonnis is dan ook terecht uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv). Dit vonnis wordt overigens ook uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
vernietigt het verstekvonnis in kort geding van de kantonrechter in deze rechtbank van 4 september 2024 met zaaknummer 11238000 VV EXPL 24-368 voor zover Budget Solutions q.q. daarin is veroordeeld om binnen vijf dagen na betekening van dat vonnis de woning aan het adres [adres] te ontruimen met alle personen en zaken die zich daar vanwege [naam] bevinden en de woning met alle sleutels ter beschikking van Woonbron te stellen;
4.2.
in zoverre opnieuw rechtdoende, veroordeelt Budget Solutions q.q. om binnen één maand na vandaag de woning aan het adres [adres] te ontruimen met alle personen en zaken die zich daar vanwege [naam] bevinden en de woning met alle sleutels ter beschikking van Woonbron te stellen;
4.3.
bekrachtigt het verstekvonnis in kort geding van de kantonrechter in deze rechtbank van 4 september 2024 met zaaknummer 11238000 VV EXPL 24-368 voor het overige;
4.4.
veroordeelt Budget Solutions q.q. in de proceskosten van deze verzetprocedure, die aan de kant van Woonbron worden begroot op € 949,00;
4.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Koekebakker en door mr. P. de Bruin in het openbaar uitgesproken.
38671