Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Verbeterde lezing tenlastelegging – parketnummer 10/082689-23:
4.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder parketnummer 10/107798-22, 10/261302-22, 10/337061-22 en 10/082689-23 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 45 dagen, met aftrek
- met opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna: de jeugdreclassering) tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen vervangende jeugddetentie.
5.Waardering van het bewijs
maart2023 te Rotterdam,
6.Strafbaarheid feiten
3.medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
7.Strafbaarheid verdachte
8.Motivering straf
jeugdreclasseerderop de terechtzitting verklaard dat het belangrijk is dat de verdachte zal meewerken aan behandeling om zijn emoties beter te leren reguleren. De jeugdreclassering zal het behandeltraject samen met de verdachte bespreken en van de behandelaar laten afhangen of een persoonlijkheidsonderzoek nodig is.
9.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
werkstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, waarbij de Raad voor de Kinderbescherming dient te bepalen uit welke werkzaamheden de werkstraf dient te bestaan;
80 (tachtig) uren, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
30 (dertig) urente verrichten werkstraf resteren;
€ 5.770,00 (zegge: vijfduizendzevenhonderdzeventig euro), bestaande uit € 770,- aan materiële schade en € 5.000 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 24 oktober 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde partij01] te betalen
€ 5.770,00(
hoofdsom, zegge:
vijfduizendzevenhonderdzeventig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 oktober 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;