In deze civiele procedure bij de Rechtbank Rotterdam, zaaknummer 11313225 CV EXPL 24-23722, hebben eisers en gedaagden een vrijwaringsincident aanhangig gemaakt. De procedure is gestart met een dagvaarding op 10 september 2024, gevolgd door verschillende processtukken, waaronder antwoorden en aanvullende stukken. De kantonrechter heeft in het incident geoordeeld dat gedaagden toestemming krijgen om een derde partij in vrijwaring op te roepen, zoals geregeld in artikel 210 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Eisers hebben geen bezwaar gemaakt tegen dit verzoek, wat de kantonrechter heeft meegenomen in zijn beslissing.
De kantonrechter heeft tevens bepaald dat de partijen hun eigen proceskosten moeten dragen, wat betekent dat er geen vergoeding voor de kosten van de andere partij in het incident hoeft te worden betaald. De hoofdzaak is aangehouden tot 19 december 2024, zodat gedaagden de gelegenheid hebben om de derde partij in vrijwaring op te roepen. De kantonrechter zal na deze datum een zitting plannen waarin zowel de hoofdzaak als de vrijwaringszaak besproken zullen worden.
De beslissing van de kantonrechter is openbaar uitgesproken op 22 november 2024, waarbij de kantonrechter de zaak aanhoudt en verdere beslissingen voor later heeft gereserveerd.