Gebleken is dat verzoeker een aantal schulden aan de Belastingdienst heeft die zijn ontstaan
binnen de driejaarstermijn. De schulden hebben met name betrekking
op de onderneming van verzoeker. In totaal betreft de schuld aan de Belastingdienst een
bedrag van € 718.977,-. Het betreft veelal ambtshalve aanslagen. Verzoeker heeft
aangegeven dat hij erop vertrouwde dat zijn boekhouder een en ander goed oppakte en
doorgaf aan de Belastingdienst. Dit doet er niet aan af dat het primair de
verantwoordelijkheid blijft van verzoeker om ervoor te zorgen dat de administratie van de
eenmanszaak op orde is, en dat de juiste aangiftes worden gedaan. Dat dit gedurende een
periode van meerdere jaren niet correct is gebeurd, is verzoeker toe te rekenen. De schulden
aan de Belastingdienst die na november 2021 zijn ontstaan, staan daarom in beginsel aan
toelating tot de schuldsaneringsregeling in de weg. De rechtbank ziet echter een
verzachtende omstandigheid in het feit dat verzoeker gedurende een langere periode ernstige
medische klachten heeft ondervonden en ingrepen heeft moeten ondergaan. Bovendien is de
situatie inmiddels al gedurende langere tijd onder controle. Verzoeker heeft geen
onderneming meer en heeft ook opdracht gegeven om alsnog een correcte opgaaf te doen bij
de Belastingdienst. De aanslagen zullen naar aanleiding daarvan mogelijk nog worden
bijgesteld.