ECLI:NL:RBROT:2024:12053
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling wegens tekortkomingen in informatie- en afdrachtverplichtingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 november 2024 uitspraak gedaan over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van een schuldenaar. De rechtbank oordeelde dat de schuldenaar, ondanks meerdere oproepen, niet is verschenen bij de rechter-commissaris en de zitting van de rechtbank. De bewindvoerder heeft herhaaldelijk geprobeerd contact te leggen met de schuldenaar, maar ontving geen respons. De schuldenaar heeft verzuimd om de benodigde informatie te verstrekken, wat essentieel is voor de bewindvoerder om te kunnen controleren of de schuldenaar aan zijn verplichtingen voldoet. Dit leidde tot een tekortkoming in de nakoming van de informatieverplichting en de afdrachtverplichting. De rechtbank concludeerde dat de schuldenaar niet de vereiste actieve houding heeft getoond die van hem verwacht wordt in het kader van de schuldsaneringsregeling. Gezien deze tekortkomingen heeft de rechtbank besloten de toepassing van de schuldsaneringsregeling te beëindigen op grond van artikel 350, derde lid, onder c, van de Faillissementswet. Tevens is het salaris van de bewindvoerder vastgesteld, met de mededeling dat er geen baten beschikbaar zijn om vorderingen te voldoen. De uitspraak is openbaar gedaan en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.