ECLI:NL:RBROT:2024:1202
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in een jeugdhulpaanbieder
Op 6 februari 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige01]. De zaak betreft een verzoek van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, die de jeugdbescherming voor [voornaam minderjarige01] vertegenwoordigt. De kinderrechter heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren gehouden, waarbij de minderjarige, de vader en een vertegenwoordiger van de jeugdbescherming aanwezig waren. De kinderrechter heeft de minderjarige gehoord en haar mening meegenomen in de beoordeling.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] noodzakelijk is voor haar verzorging en opvoeding. De moeder heeft het ouderlijk gezag, maar is door persoonlijke psychiatrische problematiek niet in staat om adequaat te zorgen voor [voornaam minderjarige01]. De vader, die geen gezag heeft, woont in België en heeft een beperkte rol in het leven van [voornaam minderjarige01]. De kinderrechter heeft besloten de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 12 mei 2024, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad, wat betekent dat de beschikking onmiddellijk in werking treedt.
De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is dat [voornaam minderjarige01] duidelijkheid krijgt over haar verblijfplaats en dat zij de juiste begeleiding en hulpverlening ontvangt. De jeugdbescherming is opgedragen om [voornaam minderjarige01] te blijven betrekken bij de ontwikkelingen en beslissingen die haar aangaan. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.