ECLI:NL:RBROT:2024:11980

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 september 2024
Publicatiedatum
2 december 2024
Zaaknummer
10968006 CV EXPL 24-6269
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewijsvoering inzake tweede overeenkomst tussen Greenwheels en [persoon A] met betrekking tot gebruiksfrequentie en betalingsverplichtingen

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, gaat het om een geschil tussen Greenwheels en [persoon A] over de betaling van facturen en de vraag of er een tweede overeenkomst is gesloten. Greenwheels, een autoverhuurbedrijf, stelt dat [persoon A] op 30 november 2022 een tweede abonnement heeft afgesloten met een andere gebruiksfrequentie dan het eerste abonnement dat hij op 5 november 2022 had afgesloten. [persoon A] betwist dit en stelt dat er mogelijk misbruik van zijn identiteitsgegevens is gemaakt. De kantonrechter heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren over de gestelde tweede overeenkomst. De zaak is besproken tijdens een zitting op 28 augustus 2024, waarbij beide partijen aanwezig waren met hun gemachtigden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Greenwheels niet voldoende bewijs heeft geleverd dat [persoon A] daadwerkelijk een tweede overeenkomst heeft gesloten. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de algemene voorwaarden van Greenwheels niet op de juiste wijze ter hand zijn gesteld aan [persoon A], waardoor de betalingsverplichting van [persoon A] gedeeltelijk wordt vernietigd. De kantonrechter heeft Greenwheels de gelegenheid gegeven om bewijs te leveren van de tweede overeenkomst en heeft verdere beslissingen aangehouden.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10968006 CV EXPL 24-6269
datum uitspraak: 27 september 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Collect Car B.V.,die handelt onder de naam
Greenwheels,
vestigingsplaats: Rotterdam,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
gemachtigde: mr. J.J.F.M. Konings,
tegen
[persoon A],
woonplaats: Rotterdam,
gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
gemachtigde: mr. T. Ecevit-Yegen.
De partijen worden hierna ‘Greenwheels’ en ‘ [persoon A] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 2 februari 2024, met bijlagen;
  • het antwoord met eis in reconventie, met bijlagen;
  • het antwoord in reconventie met akte overlegging nadere producties, met bijlagen.
1.2.
Op 28 augustus 2024 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij waren aanwezig dhr. [persoon B] namens de gemachtigde van Greenwheels en [persoon A] met zijn gemachtigde.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?

2.1.
Greenwheels is een bedrijf dat zich specialiseert in het verhuren van personenauto’s en lichte bedrijfsauto’s. [persoon A] heeft op 5 november 2022 een abonnement afgesloten bij Greenwheels op basis waarvan hij gebruik kon maken van auto’s van Greenwheels. [persoon A] heeft daarbij voor gebruiksfrequentie ‘soms’ gekozen. Op grond van deze overeenkomst tussen partijen moest [persoon A] bij gebruik van een auto van Greenwheels een ritprijs aan Greenwheels betalen. Op basis van deze overeenkomst kreeg [persoon A] klantnummer [klantnummer 1] . [persoon A] heeft vervolgens onder dit klantnummer twee facturen van 22 november 2022 en
7 december 2022 van Greenwheels gekregen voor het gebruik van auto’s van Greenwheels in de periode van 9 november 2022 t/m 28 november 2022. Deze facturen bedragen in totaal € 1.230,32 inclusief btw. [persoon A] heeft deze facturen onbetaald gelaten.
2.2.
Greenwheels stelt zich op het standpunt dat [persoon A] op 30 november 2022 een tweede abonnement heeft afgesloten bij Greenwheels, deze keer met gebruiksfrequentie ‘vaak’ en klantnummer [klantnummer 2] . [persoon A] betwist dit. Greenwheels heeft onder klantnummer [klantnummer 2] twee facturen van 22 december 2022 en 5 januari 2023 aan [persoon A] gestuurd voor het gebruik van auto’s van Greenwheels in de periode van 2 december 2022 t/m 19 december 2022. Greenwheels heeft op 23 januari 2023 nog een factuur onder klantnummer [klantnummer 2] aan [persoon A] gestuurd. Deze laatste factuur betreft een doorbelaste bekeuring. De facturen onder klantnummer [klantnummer 2] bedragen in totaal € 16.973,10 inclusief btw. [persoon A] heeft ook deze facturen niet betaald.
2.3.
Greenwheels eist nu in deze procedure betaling van alle hiervoor genoemde facturen en dus een totaalbedrag van € 18.203,42 aan hoofdsom. Ook eist zij een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten en rente. [persoon A] betwist niet het bedrag van € 1.230,32 aan Greenwheels verschuldigd te zijn. Volgens [persoon A] is hij verder niets verschuldigd aan Greenwheels. Hij stelt dat hij vermoedt dat bij het aangaan van de door Greenwheels gestelde tweede overeenkomst misbruik van zijn identiteitsgegevens is gemaakt en betwist stellig dat hij zelf een tweede overeenkomst met Greenwheels heeft gesloten. Volgens [persoon A] heeft hij na 28 november 2022 geen gebruik gemaakt van een auto van Greenwheels. [persoon A] vindt ook dat de algemene voorwaarden vernietigd moeten worden.
[persoon A] eist op zijn beurt Greenwheels te veroordelen om een onderzoek te doen naar mogelijke identiteitsfraude over de periode van 2 december 2022 tot en met 21 december 2022 op het Greenwheels-account van [persoon A] . Greenwheels is het niet eens met deze eis.
overeenkomst van 5 november 2022 met klantnummer [klantnummer 1]
€ 1.230,32 toewijsbaar?
2.4.
[persoon A] heeft de verschuldigdheid van het totaalbedrag van € 1.230,32 dat op basis van de overeenkomst van 5 november 2022 bij hem in rekening is gebracht niet betwist. Daarmee is dit bedrag in beginsel toewijsbaar. De kantonrechter zal hieronder toelichten of en waarom [persoon A] eventueel een lager bedrag aan Greenwheels moet betalen op basis van deze overeenkomst.
algemene voorwaarden
2.5.
De kantonrechter stelt voorop dat als onweersproken vaststaat dat partijen de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van Greenwheels zijn overeengekomen. [persoon A] heeft zich op het standpunt gesteld dat de algemene voorwaarden moeten worden vernietigd, omdat de algemene voorwaarden niet aan hem ter hand zijn gesteld. De kantonrechter gaat hier niet in mee. Uit de wet volgt dat de gebruiker van algemene voorwaarden aan de wederpartij een redelijke mogelijkheid moet bieden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen (artikel 6:233 aanhef en sub b BW). In artikel 6:234 BW is ‘het bieden van een redelijke mogelijkheid om van de algemene voorwaarden kennis te nemen’ uitgewerkt. Daaronder valt de letterlijke terhandstelling, maar ook het langs elektronische weg toegankelijk maken of langs elektronische weg ter beschikking stellen op zodanige wijze dat de algemene voorwaarden kunnen worden opgeslagen voor latere kennisneming (artikel 6:234 lid 1 en 2 BW).
Greenwheels heeft haar algemene voorwaarden naar het oordeel van de kantonrechter voldoende toegankelijk gemaakt, in ieder geval door middel van de link naar de algemene voorwaarden in de bevestigingsmail die [persoon A] op 5 november 2022 van Greenwheels ontvangen heeft. Dat is voldoende. [persoon A] heeft weliswaar bij antwoord gesteld dat hij geen hyperlink heeft ontvangen, maar heeft dit niet toegelicht, terwijl er in rechte als onweersproken van wordt uitgegaan dat hij de bevestigingsmail van 5 november 2022 (productie 2A bij dagvaarding) heeft ontvangen.
Het beroep op vernietiging van de algemene voorwaarden omdat ze niet ter hand zouden zijn gesteld wordt dus niet gehonoreerd.
De kantonrechter moet ambtshalve onderzoeken of aan informatieverplichtingen is voldaan.2.6. Het gaat in deze zaak om een consumentenovereenkomst op afstand. Bij of voorafgaand aan het sluiten van deze overeenkomsten moet de handelaar bepaalde informatie aan de consument verstrekken [1] en deze informatie bevestigen op een duurzame gegevensdrager. Een duurzame gegevensdrager betekent dat de consument de informatie eenvoudig moet kunnen bewaren, zoals bijvoorbeeld een e-mail of een brief.
2.7.
De Hoge Raad heeft beslist dat de rechter ambtshalve moet onderzoeken of aan een aantal informatieverplichtingen is voldaan. Het gaat dan om de informatie waaraan de wet een specifieke sanctie verbindt als deze niet wordt gegeven en om de informatie waaraan extra gewicht moet worden toegekend. Dit zijn de essentiële informatieverplichtingen. De Hoge Raad heeft ook beslist dat de rechter de overeenkomst geheel of gedeeltelijk moet vernietigen in die zin dat de betalingsverplichting van de consument wordt verminderd als sprake is van een voldoende ernstige schending van zo’n verplichting. [2]
2.8.
De rechtbanken hebben naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad voor de schending van de essentiële informatieverplichtingen een sanctierichtlijn [3] opgesteld. Deze sanctierichtlijn houdt samengevat in dat de betalingsverplichting wordt verminderd met 25% bij maximaal drie voldoende ernstige schendingen en met 50% bij meer dan drie voldoende ernstige schendingen. Bij de precontractuele informatieverplichtingen geldt dat meerdere voldoende ernstige schendingen van de essentiële informatieverplichtingen die onder dezelfde letter van artikel 6:230m lid 1 BW vallen samen worden geteld als één schending. Eventuele schendingen van de verplichting om de informatie te bevestigen op een duurzame gegevensdrager worden gerekend als één schending.
2.9.
Hierna zal worden beoordeeld of aan de informatieverplichtingen is voldaan. Alleen als er sprake is van een voldoende ernstige schending van een informatieverplichting, zal die informatieverplichting hierna worden besproken.
de prijs van de dienst
2.10.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder e BW moet de volledige prijs van het product of de dienst worden weergegeven. Dit betreft de prijs inclusief alle eventuele bijkomende kosten en belastingen. Greenwheels heeft niet aangetoond dat hieraan is voldaan. Op de website, waarvan een screenshot is overgelegd, is weliswaar een prijs genoemd, maar daar staat niet vermeld dat de consument over die prijs de btw verschuldigd is. De kantonrechter is daarom van oordeel dat artikel 6:230m lid 1 onder e BW is geschonden.
ontbindingsrecht
2.11.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder h BW moet de consument erop worden gewezen dat de consument het recht heeft om de overeenkomst binnen veertien dagen te ontbinden. Voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst is voldoende dat de consument erop wordt gewezen dat hij dit recht heeft. Niet voldoende is dat deze informatie ergens op de website staat. In dat geval is de consument niet op een voldoende duidelijke wijze gewezen op de informatie. De consument moet tijdens het bestelproces op dit recht worden gewezen, zonder dat hij zelf naar de informatie op zoek moet. Greenwheels heeft niet aangetoond dat aan deze informatieverplichting is voldaan. De kantonrechter is daarom van oordeel dat artikel 6:230m lid 1 onder h BW is geschonden.
de duur van de overeenkomst en opzegtermijn
2.12.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder o BW moet voor de consument duidelijk zijn hoe lang de overeenkomst loopt als deze niet tussentijds wordt opgezegd. Daarnaast moet duidelijk zijn of de overeenkomst na die periode vanzelf afloopt of doorloopt. Als de overeenkomst doorloopt dan moet ook worden vermeld op welke termijn de consument de overeenkomst daarna kan opzeggen. Informatie over de duur van de overeenkomst en de vraag of de overeenkomst vanzelf eindigt of juist doorloopt moet tijdens het bestelproces aan de consument worden verstrekt zonder dat de consument de informatie zelf moet opzoeken. Niet voldoende is dus dat deze informatie ergens op de website staat of alleen in de algemene voorwaarden. Informatie over de wijze van opzeggen na het verstrijken van de eerste periode mag wel in de algemene voorwaarden worden opgenomen. Greenwheels heeft niet aangetoond dat aan deze informatieverplichting is voldaan. De kantonrechter is daarom van oordeel dat artikel 6:230m lid 1 onder o BW is geschonden.
de periode waarbinnen de consument de overeenkomst niet kan opzeggen
2.13.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder p BW moet voor de consument duidelijk zijn voor welke periode hij ten minste aan de overeenkomst gebonden is. Duidelijk moet dus zijn tegen welk moment de consument de overeenkomst op zijn vroegst kan beëindigen. Als de overeenkomst een bepaalde minimumduur heeft waarbinnen de consument de overeenkomst niet kan opzeggen, dan moet dat duidelijk worden genoemd. Als de overeenkomst niet zo’n termijn heeft, moet duidelijk zijn welke opzegtermijn er voor de overeenkomst geldt. De consument moet tijdens het bestelproces duidelijk op deze informatie worden gewezen. Niet voldoende is dus dat de informatie ergens op de website staat of alleen in de algemene voorwaarden. Greenwheels heeft niet aangetoond dat hieraan is voldaan. De kantonrechter is daarom van oordeel dat artikel 6:230m lid 1 onder p BW is geschonden.
duurzame gegevensdrager
2.14.
Hoewel Greenwheels de overeenkomst met bepaalde informatie aan de consument heeft bevestigd, heeft zij daarmee niet voldaan aan haar verplichting om alle informatie op een duurzame gegevensdrager te bevestigen aan de consument. Daarbij speelt een rol dat Greenwheels in de bevestigingsbrief over de overeenkomst een hyperlink naar de algemene voorwaarden heeft opgenomen, terwijl een hyperlink (in een e-mail) naar de algemene voorwaarden niet voldoende is om als duurzame gegevensdrager te gelden. Bovendien is specifiek het ontbindingsrecht niet terug te lezen in de door Greenwheels aan de consument verstrekte informatie.
bijkomende kosten
2.15.
Op grond van artikel 6:230n lid 3 BW is een consument bijkomende kosten niet verschuldigd als de consument daarop voorafgaand of bij het sluiten van de overeenkomst niet op een voldoende duidelijke wijze is gewezen. De kosten voor ‘administratiekosten nieuwe kaart’ van € 5,00 inclusief btw die in de factuur van 22 november 2022 zijn opgenomen zijn zulke kosten. Greenwheels heeft niet aangetoond dat [persoon A] voldoende op deze kosten is gewezen. Van de vordering is daarom in ieder geval € 5,00 niet toewijsbaar.
gedeeltelijke vernietiging overeenkomst en toewijsbare hoofdsom
2.16.
De kantonrechter zal op grond van de hiervoor vastgestelde schendingen van informatieverplichtingen de overeenkomst met toepassing van de sanctierichtlijn gedeeltelijk vernietigen in die zin dat de betalingsverplichting van de consument wordt verminderd met 50%. Er is in dit geval namelijk sprake van meer dan drie voldoende ernstige schendingen. Dat betekent dat in ieder geval € 612,66 aan hoofdsom toewijsbaar is (50% van (1.230,32 - € 5,00=) € 1.225,32). Dit bedrag zal in een eindvonnis worden toegewezen.
oneerlijke bedingen?
2.17.
De kantonrechter moet ambtshalve beoordelen of de algemene voorwaarden van Greenwheels oneerlijke bepalingen bevatten zoals bedoeld in Richtlijn 93/13 EG. De rechter moet oneerlijke bepalingen vernietigen.
De kantonrechter heeft geconstateerd dat voor wat betreft het hierboven genoemde bedrag aan toewijsbare hoofdsom er geen oneerlijke bedingen in de algemene voorwaarden staan, die aan toewijsbaarheid daarvan in de weg kunnen staan.
overeenkomst van 30 november 2022 met klantnummer [klantnummer 2] ?
2.18.
Voor de vraag of [persoon A] de facturen onder klantnummer [klantnummer 2] aan Greenwheels moet betalen, is allereerst van belang het antwoord op de vraag of [persoon A] op 30 november 2022 een tweede overeenkomst met Greenwheels heeft gesloten. Tegenover de stelling van Greenwheels dat dit het geval is staat de stellige betwisting van [persoon A] op dit punt.
Greenwheels heeft gesteld dat [persoon A] hetzelfde aanmeldproces heeft moeten doorlopen voor het aangaan van de tweede overeenkomst als bij het aangaan van de overeenkomst op
5 november 2022. Daaronder valt dat [persoon A] zijn rijbewijs heeft moeten scannen, een filmpje van zijn gezicht moest maken tijdens het aanmeldproces en een borg van € 50,00 moest betalen. Volgens [persoon A] heeft hij dat allemaal niet gedaan. Greenwheels heeft op de zitting over de borg specifiek gezegd dat [persoon A] dit bedrag op 30 november 2022 aan haar heeft betaald via iDEAL. [persoon A] heeft dit betwist. Hij heeft op de zitting op de applicatie van de ING bank op zijn telefoon de betaalgeschiedenis getoond van 30 november 2022. Die app hoort bij een rekeningnummer dat eindigt op 107 en op naam van [persoon A] staat.
De kantonrechter heeft geen betaling van € 50,00 aan Greenwheels op die datum kunnen constateren.
Voor de overige handelingen waarvan Greenwheels heeft gezegd dat [persoon A] die heeft moeten verrichten om de overeenkomst van 30 november 2022 aan te gaan, heeft zij (nog) niet aangetoond dat [persoon A] dit daadwerkelijk heeft gedaan. Gelet op één en ander kan er nu (vooralsnog) niet van worden uitgegaan dat [persoon A] met Greenwheels een tweede overeenkomst heeft gesloten op 30 november 2022.
Greenwheels mag bewijs leveren
2.19.
Greenwheels heeft de bewijslast van haar stelling dat [persoon A] op 30 november 2022 een tweede overeenkomst met haar heeft gesloten (artikel 150 Rv). Conform haar uitdrukkelijke bewijsaanbod op de zitting op dit punt zal Greenwheels in de gelegenheid worden gesteld feiten en omstandigheden te bewijzen waaruit kan worden afgeleid dat [persoon A] op 30 november 2022 de gestelde tweede overeenkomst met gebruiksfrequentie “vaak” onder klantnummer [klantnummer 2] met haar heeft gesloten.
2.20.
Direct nadat Greenwheels bewijs heeft geleverd, mag [persoon A] eventueel tegenbewijs leveren. Als [persoon A] tegenbewijs levert, mogen partijen pas op elkaars bewijs reageren als het leveren van bewijs door beide partijen is afgerond. De kantonrechter beoordeelt daarna of het bewijs geleverd is.
2.21.
De kantonrechter houdt iedere verdere beslissing aan.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
stelt Greenwheels in de gelegenheid feiten en omstandigheden te bewijzen waaruit kan worden afgeleid dat [persoon A] op 30 november 2022 de gestelde tweede overeenkomst met gebruiksfrequentie “vaak” onder klantnummer [klantnummer 2] met Greenwheels heeft gesloten;
schriftelijk bewijs
3.2.
bepaalt dat als Greenwheels schriftelijk bewijs wil leveren dit bewijs uiterlijk een dag voor de rolzitting van
donderdag 24 oktober 2024 om 11:30 uurin tweevoud moet zijn ontvangen op de rechtbank;
getuigenbewijs
3.3.
bepaalt dat als Greenwheels getuigen wil laten horen, zij uiterlijk een dag voor de rolzitting die hiervoor is genoemd het aantal en de personalia van de getuigen moet opgeven en de verhinderdata van de getuigen en
beidepartijen voor de maanden december 2024, januari en februari 2025;
3.4.
wijst erop dat Greenwheels na het bepalen van een datum en plaats voor het getuigenverhoor zelf de getuigen moet oproepen;
ander bewijs
3.5.
bepaalt dat als Greenwheels op een andere manier bewijs wil leveren, zij uiterlijk een dag voor de rolzitting die hiervoor is genoemd aan de kantonrechter moet laten weten hoe;
3.6.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Bezuijen en in het openbaar uitgesproken.
757

Voetnoten

1.Zie de artikelen 6:230m e.v. van het Burgerlijk Wetboek
2.Hoge Raad 12 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1677
3.Deze richtlijn is gepubliceerd op www.rechtspraak.nl