Op 30 januari 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [voornaam minderjarige01]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders van [voornaam minderjarige01] belast zijn met het ouderlijk gezag en dat de minderjarige momenteel in een pleeggezin verblijft. De ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] was eerder vastgesteld tot 10 februari 2024, en de machtiging tot uithuisplaatsing was eveneens verlengd tot dezelfde datum. De gecertificeerde instelling (GI) heeft verzocht om een verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing voor een jaar, en heeft verzocht om de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Tijdens de mondelinge behandeling op 30 januari 2024, waarbij de ouders en hun advocaat aanwezig waren, is gebleken dat de ouders niet in voldoende mate kennis hebben kunnen nemen van de inhoud van de nagekomen stukken die betrekking hebben op het opgroeiperspectief van [voornaam minderjarige01]. De kinderrechter heeft daarom besloten de behandeling van de zaak aan te houden, zodat alle procespartijen kennis kunnen nemen van de relevante stukken. Gezien de afloopdatum van de huidige ondertoezichtstelling en machtiging, heeft de kinderrechter besloten deze voor een korte periode van een maand te verlengen tot 10 maart 2024, en het verzoek voor het overige aan te houden tot de zitting van de meervoudige kamer op 15 februari 2024. De kinderrechter heeft de zaak verwezen naar de meervoudige kamer voor verdere behandeling en beslissing.